Als ik over de TU Delft praat, heb ik het over ‘mijn’ of ‘onze universiteit’. Ik woon in Delft, ik studeer er. Kortom, ik ben lid van de TU Delft-gemeenschap. Dat betekent dat je niet alleen zo moeten toekijken vanaf de zijlijn, en erover post op LinkedIn – maar ook dat je actief deelneemt en aandringt op gewenste veranderingen. Maar hoeveel hebben wij, studenten, eigenlijk te zeggen over het beleid van de TU Delft?
In principe erkent de universiteit dat studenten haar belangrijkste belanghebbenden zijn. Via het studentenstatuut worden studenten op verschillende niveaus ruim vertegenwoordigd. Op papier hebben die studentvertegenwoordigers in de studentenraad, de facultaire studentenraden en de opleidingscommissies het recht om bepaalde regelingen en budgetten goed te keuren. Ook mogen ze advies uitbrengen aan het bestuur en hebben ze in sommige gevallen zelfs een ambigu initiatiefrecht.
Dat klinkt goed. Tot we kijken naar de praktijk. Vertegenwoordigers klagen dat hen gevraagd wordt om goedkeuring voor zij zelfs maar de tijd hebben gekregen om zich in te lezen. Hun kritiek krijgt nul op het rekest. Vergaderingen vinden plaats achter gesloten deuren. En wat heb je aan een adviserende functie als de machthebbers de beslissingen eigenlijk al hebben genomen?
Als de universiteit beslissingen neemt voor ons in plaats van met ons, kunnen we de activisten hun acties dan wel kwalijk nemen?
Zo wordt studentenvertegenwoordiging een formaliteit. Dat past bij een bestuur dat zich keer op keer verdedigend opstelt naar studenten en politieke opdrachtgevers. Bleef deze stoere façade maar overeind staan als het gaat om hun ‘waardevolle samenwerkingen’ met oliebedrijven, wapenfabrikanten en de luchtvaartlobby! Dit cvb krijgt het voor elkaar om zowel de Onderwijsinspectie als de medezeggenschap uit te dagen en tegelijkertijd gedwee te gehoorzamen aan private bedrijven (die staan voor minder dan 5% van de begroting van de TU Delft). Die actieve studentenparticipatie had ervoor kunnen zorgen dat alle externe partijen benaderd worden met dezelfde kritische houding, dat de olie- en gasbedrijven op dezelfde manier het vuur aan de schenen krijgen als de Onderwijsinspectie – hopelijk met minder consultants.
Recente gebeurtenissen tonen de gevolgen van ‘business as usual’. Ondanks de belofte om er een moreel beraad over te organiseren, heeft het cvb een brief ondertekend die de samenwerkingen met Israelische instellingen verdedigt. In feite is een interne beslissing van het cvb zo direct vertaald naar beleid – onderbouwde kritiek van activisten op de campus en zelfs in de studentenraad heeft niet geleid tot een bijgestelde mening. Als de universiteit zulke beslissingen neemt voor ons in plaats van met ons, kunnen we de activisten hun acties dan wel kwalijk nemen?
Dit is natuurlijk maar één voorbeeld in een reeks beslissingen (sociale veiligheid, de verkoop van Mijnbouw, het alcoholbeleid) die de universiteitsgemeenschap beinvloeden. Besluiten die ons raken worden sowieso genomen – met of zonder ons. We moeten ervoor zorgen dat we niet alleen worden gehóórd door de machthebbers, maar dat ze ook naar ons luisteren. Alleen dan kunnen we stoppen met enkel praten over ‘onze universiteit’ en het ook echt waarmaken.
Alex Nedelcu is een internationale derdejaars bachelorstudent aan de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek. Hij bestudeert productie-geïnduceerde defecten in composietstructuren als onderdeel van het honours onderzoeksprogramma aan de faculteit. Hij is ook studentvertegenwoordiger in de faculteitsraad, waar hij zich voornamelijk bezighoudt met diversiteit en duurzaamheid.
Comments are closed.