Opinie
Ingezonden brief

Vol is vol (aan de TU Delft)

Alex Nedelcu, bachelorstudent luchtvaart- en ruimtevaarttechniek, vindt dat zijn faculteit de onderwijstaal van zijn opleiding niet moet terugdraaien naar het Nederlands, zoals Delta-columnist Dap Hartmann in zijn meest recente column voorstelde. “De deur dichtgooien voor internationale studenten zou de reputatie van de TU Delft op het wereldtoneel in gevaar brengen.”

(Foto: Thijs van Reeuwijk)

Het was een aangenaam (?) toeval dat ik Dap Hartmanns recente column in Delta las, slechts een paar dagen nadat een van de redacteuren mij had geïnterviewd over mijn ervaring als internationale student aan de TU Delft. Net als alle internationale studenten van de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek (LR) heb ik het artikel van dr. Hartmann met grote interesse gelezen, niet alleen omdat het een directe aanval is op een van de belangrijkste redenen waarom onze faculteit zo hoog aangeschreven staat in de wereld, namelijk haar uitstekende openheid naar buitenlanders.

De heer Hartmann spreekt eerst zijn waardering uit voor de selectie-gebaseerde toelatingen bij LR en laakt voorstellen voor selectie op basis van loting. Tot zover alles in orde. Vervolgens beweert hij ten onrechte dat ‘voor Nederlandse studenten een van de criteria voor toelating hun schoolcijfers van 5 vwo’ zijn (in feite is slechts een minimumniveau vereist voor alle kandidaten en is toelating volledig gebaseerd op de selectieprocedure). Deze uitspraak werd inderdaad ingetrokken. In de volgende alinea’s vernauwt de auteur zijn mening over meritocratie door deze te beperken tot mensen met dezelfde paspoort als hij. Willen we nu een volledige meritocratie of niet?

Beslis alstublieft, dr. Hartmann.

Tot slot staat in zijn column dat er geen tekort is aan Nederlandse studenten met interesse voor de LR-bachelor. Geweldig! Zowel zijzelf als de faculteit hebben er baat bij als ze grondig getest worden in een internationaal-competitieve selectieprocedure (die enigszins in hun voordeel is door middel van een motivatievragenlijst waar fysieke bezoeken aan de faculteit meetellen als bewijs). Om de auteur te parafraseren, we zouden ‘de gouden medaille bij het hoogspringen’ niet moeten toekennen op basis van land van herkomst, maar op basis van kennis, vaardigheden en academische aanleg.

Naast het idee van meritocratie, staan de feiten gewoon niet aan de heer Hartmann’s zijde. Internationale studenten dragen sterk bij aan de diversiteit van de academische gemeenschap (en betalen soms een pijnlijk hoog collegegeld). Ze dragen bij aan de Nederlandse samenleving. Ze geven geld uit, werken, betalen belasting, schrijven Delta-artikelen en vestigen zich soms zelfs in Nederland, dat een krappe arbeidsmarkt en een groeiende luchtvaartindustrie heeft. Sommigen maken een indrukwekkend carrière in academisch onderzoek, aan de TU Delft of elders, en onderstrepen zo de goede naam van de TU Delft op het wereldtoneel. Wil je zien wat er gebeurt als ze vertrekken? Kijk naar het voorbeeld van Denemarken.

‘De masteropleidingen én de lucht- en ruimtevaartsector zelf zijn enorm internationaal en Engelstalig’

Een alternatief, meer concreet voordeel van de openheid van onze faculteit naar de rest van de wereld die de heer Hartmann nu ter discussie stelt, is de uitzonderlijk hoge “International Outlook”-score van 93/100 in de Times Higher Education-ranglijst. De deur dichtgooien voor internationale studenten zou daarom de reputatie van de TU Delft op het wereldtoneel ernstig schaden.

Los van de mogelijke aantrekkelijkheid van de beleidswijziging die de heer Hartmann voorstelt, moeten we bespreken hoe de faculteit deze effectief kan implementeren.

Uiteraard zou de onderwijstaal niet langer alleen Engels zijn. Volgens Europese wetgeving hebben Europese studenten dezelfde rechten als Nederlandse om zich aan te melden voor opleidingen in Nederland. Elke poging tot discriminatie op basis van nationaliteit binnen een zuiver Engelstalige opleiding zou worden verworpen door een rechtbank.

Stel dat we dan toch voornamelijk in het Nederlands onderwijzen, in overeenstemming met een van de recente voorstellen in de Tweede Kamer. Zowel de masteropleidingen als de lucht- en ruimtevaartsector zelf zijn echter enorm internationaal en Engelstalig. Studenten zouden na hun bachelor een ‘vertaalfase’ moeten doorlopen die hun prestaties in de industrie en de academische wereld stevig zou kunnen belemmeren.

Er is nog een ander probleem: bij ruim 40% van de bachelorvakken dragen buitenlandse docenten de verantwoordelijkheid. Ook een groot deel van de promovendi en postdocs zijn buitenlanders. Als de bacheloropleiding zou worden gesloten voor internationale studenten, dan kan dat de onderwijsmogelijkheden voor deze medewerkers beperken, waardoor zij zich mogelijk niet langer welkom voelen in het culturele klimaat van de faculteit en ervoor kiezen om hun academische carrière voort te zetten aan een universiteit die meer openstaat voor internationale perspectieven.

Hoe dit verder gaat, hangt af van de waarden die de TU Delft wil uitdragen. Ik hoop dat dat de beweerde DIRECT zullen zijn (Diversiteit, Integriteit, Respect, Betrokkenheid, Moed en Vertrouwen). In de tussentijd, in plaats zich af te vragen waarom Nederland internationaal talent koestert, zou de heer Hartmann misschien kunnen onderzoeken hoe het land dit talent kan behouden ten voordele van alle betrokkenen. Zijn laatste artikel heeft in ieder geval niet geholpen.

Alex Nedelcu is een internationale derdejaars bachelorstudent aan de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek. Hij bestudeert productie-geïnduceerde defecten in composietstructuren als onderdeel van het honours onderzoeksprogramma aan de faculteit. Hij is ook studentvertegenwoordiger in de faculteitsraad, waar hij zich voornamelijk bezighoudt met diversiteit en duurzaamheid.

Vertaling naar het Nederlands door Matthias van Mechelen.

Schrijver Opinie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

opinie.delta@tudelft.nl

Comments are closed.