Column: Dap Hartmann

Springplank

Er is bepaald geen gebrek aan Nederlandse studenten die luchtvaart- en ruimtevaarttechniek willen studeren. Dus waarom zouden wij de rest van de wereld een vooropleiding aanbieden ten koste van Nederlandse studenten, vraagt Dap Hartmann zich af.

(Foto: Sam Rentmeester)

De TU Delft heeft vijf bacheloropleidingen met een numerus fixus. Twee daarvan worden in het Nederlands gedoceerd, de andere drie zijn volledig in het Engels. Het is mij een raadsel waarom wij bachelors internationaal aanbieden, want we hebben niet bepaald een tekort aan Nederlandse studenten. Zo heeft de bachelor luchtvaart- en ruimtevaarttechniek (LR) plek voor ‘slechts’ 440 eerstejaars, terwijl zich voor het komend studiejaar maar liefst 3000 studenten hebben aangemeld. Numerus fixus moet ervoor zorgen dat 2560 van hen worden afgewezen. Dat gebeurt op basis van academische kennis, vaardigheden, motivatie en een examen. Alle resultaten worden gecombineerd en geconverteerd naar een rangnummer, en met rangnummer 440 of lager ben je toegelaten. Nieuw dit jaar is een voorkeursbeleid waarbij 30 procent van de beschikbare plaatsen wordt toegewezen aan vrouwen.

(Afbeelding: Microsoft Bing Image Creator)

Lang was er discussie over de wenselijkheid van numerus fixus, maar gezien de enorme aantallen studenten die zich ieder jaar aanmelden, is er geen andere keus. Ik ben wel blij dat, voor zover mij bekend, consequent gekozen is voor ‘selectie op basis van kwalitatieve selectiecriteria’. Want het zou ook kunnen op basis van loting, en er zijn mensen die menen dat dit eerlijker is. Vinden zij dan ook dat de gouden medaille bij het hoogspringen moet worden toegewezen op basis van loting en niet aan degene die het hoogst springt?

Waarom biedt de TU Delft eigenlijk bacheloropleidingen aan in het Engels? Het gaat mij natuurlijk niet om de taal, want niemand zal ontkennen dat de voertaal in vrijwel alle wetenschappelijke disciplines Engels is. Maar het zet de deur open voor studenten vanuit de hele wereld.

In de masteropleidingen is dat prima, maar niet in de bachelorfase, toch een beetje de academische voorwas. Als je krimpt of verkleurt, doe dan maar liever geen master. Laat buitenlandse studenten in hun eigen land een bachelor voltooien en zich wellicht daarna aanmelden voor een masteropleiding in Nederland. Dat verlicht de druk op onze zwaar overbelaste bachelorprogramma’s.

Laat buitenlandse studenten in hun eigen land een bachelor voltooien

De LR-bachelor werd op dringend advies van een visitatiecommissie Engelstalig omdat de lucht- en ruimtevaartwereld nu eenmaal internationaal is en Nederland geen eigen vliegtuigindustrie meer heeft. Dat kan wel zijn, maar er is bepaald geen gebrek aan Nederlandse studenten die luchtvaart- en ruimtevaarttechniek willen studeren. Dus waarom zouden wij de rest van de wereld een vooropleiding aanbieden ten koste van Nederlandse studenten? Want ruim driekwart van de vooraanmeldingen zijn buitenlandse studenten, dus het aantal Nederlandse gegadigden is ongeveer 700, ruim anderhalf keer het aantal beschikbare plaatsen.

En dan is er nog een verontrustende trend. De afgelopen jaren vroeg een aantal buitenlandse derdejaars bachelorstudenten mij om een aanbevelingsbrief ter ondersteuning van hun sollicitatie om een masterprogramma te volgen aan Harvard, MIT en Stanford. En dan ook daadwerkelijk voor alle drie tegelijk. Zij gebruiken hun bachelor aan de TU Delft dus als springplank om in aanmerking te komen voor een master aan een Amerikaans topinstituut. Dat zouden we niet moeten willen.

Dap Hartmann is universitair hoofddocent innovatie en ondernemerschap bij het Delft Centre for Entrepreneurship (DCE) aan de faculteit Techniek, Bestuur en Management. In een vorig leven was hij astronoom en werkte onder andere bij het Harvard-Smithsonian Center for Astrophysics. Samen met dirigent en componist Reinbert de Leeuw schreef hij een boek over moderne (klassieke) muziek.

  • Update: in deze column stond aanvankelijk dat er voor Nederlandse studenten ‘(onder andere) wordt gekeken naar 5-vwo eindcijfers’. De auteur stelde zich vervolgens de vraag hoe die zijn ‘te vergelijken met middelbare-schoolcijfers uit bijvoorbeeld China, India en Iran’. Navraag leert dat de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek in tegenstelling tot andere opleidingen, zoals bijvoorbeeld Bouwkunde aan de TU Delft, niet kijkt naar 5-vwo eindcijfers.
Columnist Dap Hartmann

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

l.hartmann@tudelft.nl

Comments are closed.