Tijo Collot d’Escury legt per direct zijn functie als voorzitter van de raad van toezicht van de TU Delft neer. In een verklaring schrijft hij ‘elke schijn van belangenverstrengeling’ met zijn partnerschap bij Roland Berger te willen voorkomen.
DELFT - Portretten TU Delft. - FOTO GUUS SCHOONEWILLE
Share
Collot d’Escury heeft besloten om zijn eerste termijn als voorzitter van de raad van toezicht van de TU Delft niet vol te maken. Hij stopt per direct, terwijl zijn aanstelling tot 1 juli van dit jaar zou lopen.
Hij wil ‘elke schijn van belangenverstrengeling’ met zijn partnerschap bij consultancy bureau Roland Berger voorkomen, staat in een mail die het college van bestuur vrijdagmiddag 28 februari aan alle medewerkers heeft gestuurd. Dat bericht legt de link met bestaande en toekomstige projecten van de TU in Rotterdam: het al lopende ‘convergence’ dat gaat over interdisciplinair onderzoek en de voorbereidingen voor een TU-campus in die stad.
Valorisatie
Collot d’Escury trad op 1 juli 2021 aan als voorzitter van de raad van toezicht, als opvolger van voormalig Shell-ceo Jeroen van der Veer. Hij was toen al partner bij Roland Berger.
In datzelfde jaar publiceerde het consultancykantoor het rapport Valorisatie Ontketend, waarin collega’s van Collot d’Escury pleitten voor innovatie in fysieke ‘ecosystemen’ van bedrijven, kennisinstellingen en andere organisaties. Zo roemde het rapport de Erasmus Smart Health Tech Campus op het terrein van Erasmus Medisch Centrum.
Nog steeds hebben dit soort ontwikkelingen de interesse van Roland Berger, valt op te maken uit het cvb-bericht. Dat suggereert een mogelijke toekomstige samenwerking: ’Met de concretisering van de convergentiestrategie en uitbouw van de campus Rotterdam, wordt het niet langer mogelijk de rol van voorzitter van de rvt te combineren met zijn functie als managing partner van Roland Berger.’ In het licht van de grote bezuinigingen op de TU Delft, vragen veel medewerkers zich juist af op het project niet op pauze moet. Zo stelde de ondernemingsraad onlangs nog de financiële haalbaarheid ter discussie en drong hij erop aan om geen geld meer te steken in dure onderzoeken.
- Lees ook: De TU Delft peilt momenteel met een zogenoemde participatieve waarde evaluatie (pwe) de mening van studenten en medewerkers over een mogelijke campus in Rotterdam, maar hoe neutraal is de vraagstelling?
Metadata
Delta stelde begin december 2024 vragen over een mogelijke schijn van belangenverstrengeling aangaande Roland Berger. Aanleiding was het zogenoemde Ontwikkelplan voor de campus in Rotterdam dat het cvb eind november had vastgesteld. In de metadata van dat document stond de auteursnaam van een medewerker van Roland Berger. Was het niet opvallend dat juist dit bureau een plan schreef over een onderwerp dat zo duidelijk valt onder de centrale TU-strategie?
Maar het zat anders. Voor het document was alleen een format gebruikt van een Roland Berger-medewerker. De inhoud was wel degelijk geschreven door de programmaorganisatie zelf. Dat eerdere format kwam echter wel voort uit een klus die Roland Berger had uitgevoerd voor de projectorganisatie, zo bleek. Het ging om ‘ondersteuning in met name advisering rond het financiële traject’: ‘het definiëren van de funding opties en het opstellen van het funding plan’. De Campus Rotterdam moet namelijk met externe subsidies, vele honderden miljoenen, worden gefinancierd. De vraag is waar dat geld vandaan moet komen.
Aanbesteding van 200 duizend euro
Een probleem met een mogelijke schijn van belangenverstrengeling zag de universiteit niet in deze klus, bleek begin december uit de antwoorden van de woordvoerder. De opdracht kwam immers niet van het college van bestuur (dat direct valt onder de raad van toezicht), maar van de projectorganisatie. Bovendien waren de geldende procedures gevolgd: er was een aanbesteding geweest met meerdere partijen, die was getoetst door de inkoopafdeling (procurement). Vervolgens was de klus ter waarde van ongeveer 200 duizend euro toegevallen aan Roland Berger. Het was volgens de woordvoerder de enige klus die het bureau binnen het project heeft gedaan, een die zich bovendien ‘moet terugverdienen in de lobbystrategie’.
In 2023 onderzocht de Inspectie van het Onderwijs ook de relatie Roland Berger-TU Delft. Het is alom bekend dat de inspectie de sociale onveiligheid aan de TU heeft onderzocht. Dat mondde in maart 2024 in een vernietigend rapport. Minder aandacht kreeg het feit dat de inspectie ook de financiën van de TU onder de loep nam. Onderdeel van dat onderzoek waren vier opdrachten aan Roland Berger in de jaren 2019, 2020, 2021 en 2022. De inspectie constateerde (op pagina 93) dat daarmee niks vreemds aan de hand was: de toezichthouder had niemand beïnvloed en bovendien was een andere tak van het bedrijf betrokken dan waar hij werkte.
Sociale veiligheid
Collot d’Escury studeerde scheikundige technologie in Delft en was onder meer bestuurslid van het Universiteitsfonds Delft. Ook stond hij aan de wieg van Graduate Entrepreneur, een samenwerking voor start-ups van studenten uit Delft en Rotterdam en was hij medeoprichter van het Excellence Fund, waarmee internationale wetenschappers naar Delft worden gehaald.
In het cvb-bericht zegt hij dat hij zijn rol van rvt-voorzitter met ‘veel plezier en toewijding’ heeft vervuld. “Het was een periode waarin veel is gebeurd”, zegt hij ook. Hij noemt daarbij de voortrekkersrol van de TU op het gebied van technische innovaties, de campusstrategie, convergentie en sociale veiligheid.
Onder vuur
Op dat laatste punt kwamen Collot d’Escury en zijn collega’s het afgelopen jaar meermaals onder vuur te liggen. De Inspectie van het Onderwijs oordeelde dat de rvt onvoldoende bijdroeg aan de sociale veiligheid van medewerkers. De raad zou over een ‘minimale informatiestructuur’ beschikken, ‘een grotere inzet kunnen tonen’ en zich toegankelijker kunnen opstellen voor medewerkers.
Toen de raad van toezicht vervolgens samen met het college van bestuur de werkwijze van de inspectie in twijfel trok en met een rechtsgang dreigde, oogstten ze binnen en buiten de TU Delft een storm van kritiek. Een paar maanden later kwam daar een brief van de minister bij. Die herinnerde de rvt aan zijn rol: ‘het cvb handelt, de rvt heeft als interne toezichthouder en werkgever een kritische afstand tot het cvb. Dat is ook wat ik bij u blijf toetsen en waar ik u op aanspreek’.
Collot d’Escury bleef al die tijd vierkant achter het college van bestuur staan. “Het cvb geniet ons volledige vertrouwen”, zei hij eind juni in Delta. Hij zag dat het cvb ‘serieus’ en onder begeleiding bezig was met zelfreflectie en gedragsverandering, iets waar de minister om had gevraagd. Hij vroeg ook om geduld, want ‘zichtbare verandering in leiderschap en cultuur heeft ook tijd nodig’.
Opvolging
In januari werd bekend dat het voltallige college van bestuur vertrekt. En eerder deze week bracht de raad van toezicht het plan naar buiten over hoe een nieuw cvb gefaseerd zou moeten aantreden. Collot d’Escury zal daar niet meer bij betrokken zijn. De procedure voor zijn de opvolging is opgestart, meldt het cvb-bericht.
Binnenkort wordt ook bekend wie vice-voorzitter Luc Soete opvolgt. Zijn tweede termijn binnen de rvt loopt op 1 mei af. Heleen Wachters is per 1 januari 2025 herbenoemd voor een tweede termijn van vier jaar. Manon van Beek en Paul Verhagen zitten beide in hun eerste termijn, tot respectievelijk 1 april 2027 en 1 september 2027.
Comments are closed.