Raad van toezicht: ‘We nemen wel onze verantwoordelijkheid’

Translation in progress

De raad van toezicht (rvt) van de TU Delft wil ‘ook resultaat zien’ en is ‘natuurlijk [..] aanspreekbaar als het niet snel genoeg gaat’. Dit staat in een statement dat een TU-woordvoerder namens de rvt aan Delta heeft gestuurd. Delta had vragen gesteld aan rvt-voorzitter Tijo Collot d’Escury, naar aanleiding van een brief van vakbond CNV Onderwijs aan onderwijsminister Eppo Bruins.

In de brief vroeg de CNV de minister om het ontslag van het college van bestuur (cvb), iets waartoe alleen de rvt kan beslissen. De rvt is nalatig, aldus CNV. “Het door het college van bestuur opgestelde ‘Plan for Change’ is ondermaats, zo constateerden bonden en de onderwijsinspectie eerder. Toch grijpt ook de raad van toezicht niet in”.

Aanleiding voor de uitspraken van CNV was het onderzoeksartikel dat Delta op 10 oktober publiceerde en waaruit bleek dat slachtoffers van sociale veiligheid op de TU Delft er vaak slecht vanaf komen als ze een melding doen. Dat was voor de vakbond aanleiding om in de brief aan de minster te concluderen dat de sociale veiligheid op de TU niet verbetert.

Topprioriteit

In het statement schrijven de rvt-leden dat sociale veiligheid op de TU hen ‘na aan het hart’ ligt en dat ze hun ‘verantwoordelijkheid op [hun] manier naar eer en geweten’ invullen. “Vanuit onze rol als toezichthouder heeft het nauw volgen van de uitvoering van het Plan for Change sociale veiligheid en integriteit dan ook topprioriteit.”

De rvt-leden wijzen erop dat ze overleg hebben met de medezeggenschap, dat ze met experts spreken en zich geregeld ‘laten bijpraten door de projectleider sociale veiligheid (Olivier Sueur) en de portefeuillehouder in het cvb (Tim van der Hagen)’. Ook zegt de rvt ‘voortdurend het draagvlak voor het cvb’ te toetsen.

De rvt concludeert uit dat alles dat er voortgang zit in de uitvoering van de veranderplannen. “We realiseren ons dat uitvoering en zichtbare verandering tijd nodig hebben. Tegelijkertijd helpt het als er eerste stappen gezet worden. En die zien we ook.” Het college van bestuur behoudt dan ook hun ‘volledige vertrouwen’.