Het meldpunt integriteit en sociale veiligheid van de TU Delft kreeg in zijn eerste zes maanden 85 meldingen. Waar gingen die over en wat is ermee gebeurd?
(Foto: Thijs van Reeuwijk)
Intimidatie, pesten en problemen tussen leidinggevenden en medewerkers. Die thema’s komen het meest naar voren in de 85 meldingen die het meldpunt integriteit en sociale veiligheid het afgelopen half jaar heeft binnengekregen. Vaak speelt daarbij macht, of het misbruik daarvan, een rol. Zeker 51 procent van de melders is vrouw (niet iedereen heeft deze vraag beantwoord). 13 procent is promovendus, 13 procent postdoc en 13 procent student.
Het meldpunt opende op 3 april 2025, een dik jaar nadat de Inspectie van het Onderwijs wanbeheer constateerde op de TU Delft: er was sprake van sociale onveiligheid en de zorg voor medewerkers was niet op orde. In een zeer kritisch rapport beschreef de inspectie onder meer hoe het slachtoffers van ongewenst gedrag ontbrak aan hulplijnen. Het meldpunt moest daarin mede verandering brengen.
Zaken uit het (soms) verre verleden
Of dat voldoende is gelukt, zal later blijken, bijvoorbeeld als het meldpunt zijn eerste jaarverslag publiceert. Of het wordt duidelijk uit de jaarverslagen van vertrouwenspersonen en ombudsfunctionarissen.
Voor nu zijn er de feiten en cijfers die het meldpunt na zijn eerste half jaar kan delen. Delta sprak met twee medewerkers van het integrity office, waar het meldpunt onder valt. Dat zijn manager Olivier Sueur en adviseur Juliette Heikens.
Van de 85 meldingen uit die periode zijn er 63 gesloten en 22 open. Wekelijks komen er nieuwe meldingen bij, met pieken als sociale onveiligheid in het nieuws is. Veel meldingen gaan over zaken uit het (soms verre) verleden. Langzaam treedt er een verschuiving op naar recente, lopende casuïstiek.
Sociale onveiligheid moeilijk te negeren
Het meldpunt is er voor sociale, organisatorische en wetenschappelijke integriteit. Twee derde van de meldingen zit in die sociale categorie, bijna een derde in de organisatorische en een kleine restgroep in de categorie wetenschappelijke integriteit.
Sueur en Heikens vermoeden daarvoor meerdere oorzaken, bijvoorbeeld dat er voor problemen met wetenschappelijke integriteit al bekende hulplijnen zijn (de commissie wetenschappelijke integriteit CWI en de vertrouwenspersonen wetenschappelijke integriteit). Ook denken ze dat vooral schendingen van sociale integriteit dichtbij het werkgeluk van mensen komen en daardoor moeilijk te negeren zijn. Melders zijn bijna altijd medewerkers en (nog) relatief weinig studenten. Deels zal dat laatste te maken hebben met onbekendheid, denken Sueur en Heikens.
Wat gebeurt er na een melding?
De doorlooptijd van een melding is op zijn snelst een kleine maand, zeggen zij. Na die melding volgen een bevestiging, een intakegesprek, een schriftelijke samenvatting en een goedkeuring daarvan door de melder. Een casus is vervolgens het snelst afgerond als die uitmondt in een advies aan de melder zelf. Het gaat dan om een zogenoemde ‘warme doorverwijzing’ naar bijvoorbeeld een vertrouwenspersoon. Warm betekent dat de meldpuntmedewerkers met toestemming van een melder contact leggen met de groep of persoon waarnaar ze doorverwijzen.
Aanvankelijk ging het om een check of een melding daar inderdaad paste. Na interne evaluatie is dit proces aangepast. Heikens: “Dit doen we nu door actief (met toestemming) contact op te nemen, het advies wat we hebben gegeven over te dragen en te zorgen voor een directe contactlijn naar het betreffende loket. Ook nemen wij mensen mee in wat zij kunnen verwachten bij het desbetreffende loket.” Van een warme doorverwijzing was de afgelopen zes maanden in 25 van de 63 afgehandelde zaken sprake.
De rest is besproken aan de zogenoemde duidingstafel met experts vanuit de organisatie. Die is zes keer samengekomen om meldingen te bespreken. Vaak ging het daarbij om clusters van zaken die op dezelfde plek speelden of eenzelfde patroon hadden.
De vuistregel is: ‘pas toe of leg uit’
De duidingstafel heeft in deze gevallen adviezen gegeven aan zogeheten beslissers. Dit zijn mensen die de rust binnen de organisatie kunnen of moeten terugbrengen. Meestal zijn dat directe leidinggevenden of leidinggevenden hoger in de organisatie, soms docenten (in het geval van studentmelders). Medewerkers van het meldpunt hebben met deze beslissers gesprekken gevoerd over het advies. Voor beslissers geldt de vuistregel ‘pas toe of leg uit’: van hen wordt verwacht dat zij een advies van de duidingstafel opvolgen en anders uitleggen waarom zij daarvan afwijken.
Krijgen alle melders een intake, of zijn er ook mensen met wie het meldpunt niet is verdergegaan? Dat laatste komt volgens Heikens zelden voor. Uitzonderingen zijn mensen die met een verhaal komen dat niet bij het meldpunt hoort, zoals die keer dat iemand een verloren paspoort meldde. Ook komt het voor dat melders na hun eerste bericht in het beveiligde platform voor meldingen SpeakUp niet reageren op contactverzoeken van het meldpunt. Heikens: “Als het contact ondanks meerdere reminders uitblijft kunnen we niet verder en moeten we de melding sluiten. Het signaal wordt wel geregistreerd.”
Vergelijkingsmateriaal van andere universiteiten ontbreekt
De TU Delft heeft meer dan 8 duizend medewerkers en 28 duizend studenten. Is 85 meldingen dan veel of weinig? Vergelijkingsmateriaal van andere universiteiten is er niet. Er zijn wel andere meldpunten, maar die zitten te anders in elkaar: ze verwijzen bijvoorbeeld alleen door of zijn anders georganiseerd. Heikens vergelijkt de TU daarom met organisaties in het algemeen en ziet dat het aantal meldingen daarmee vergelijkbaar is. “Je ziet daarbij het verband met wat er in de maatschappij speelt. Die patronen zijn herkenbaar.”
Report reflection board
Op 13 oktober is de zogenoemde report reflection board voor het eerst is samengekomen. In die raad zitten vertegenwoordigers van verschillende groepen studenten en medewerkers. Bij de sollicitatiegesprekken daarvoor waren de ondernemingsraad en de studentenraad betrokken. De raad zal vier keer per jaar samenkomen voor ‘reflecteren, signaleren en leren’, aldus Heikens.
- Meer lezen over sociale (on)veiligheid op de TU Delft? Ga naar ons dossier.

Comments are closed.