Het meldpunt sociale veiligheid is open. Wat kun je daarvan verwachten?

Een telefoonnummer, een postadres, een mailadres én een app: het meldpunt integriteit en sociale veiligheid is sinds donderdag 3 april op allerlei manieren te bereiken. Dat kan ook anoniem. Alle informatie over het meldpunt en andere hulplijnen staat bijeen op een speciale website.

Daar staat ook een hulpwijzer voor mensen die bij de TU Delft grensoverschrijdend gedrag meemaken of hebben meegemaakt, of denken dat er sprake is van een integriteitsschending of misstand in hun studie- of werkomgeving. De hulpwijzer moet mogelijke melders inzicht geven in tot wie ze zich het beste kunnen wenden.

Eerst zelf aankaarten heeft voorkeur

Want het is niet zo dat het meldpunt voor iedereen het eerste loket moet zijn. Het wordt onderdeel, en dus geen vervanging, van het bestaande integriteitssysteem van onder meer vertrouwenspersonen, ombudsfunctionarissen en klachtencommissies.

En voordat je je daartoe wendt, is er misschien ook de kans om een probleem zelf bespreekbaar te maken. Dat kan volgens de hulpwijzer bij de leidinggevende, een begeleider, studieadviseur of vertrouwenspersoon. Olivier Sueur, de manager van het Integrity Office, voegt daar in een achtergrondgesprek met Delta aan toe dat het zelf oplossen eigenlijk altijd de voorkeur heeft, áls dat mogelijk is. “Want naar het meldpunt stappen is toch een vorm van escalatie.”

Medewerkers, studenten en anderen die wel van het meldpunt gebruik maken, zullen in eerste instantie antwoord krijgen van één van de vier integriteitsadviseurs van het front office.

Overuren en afstemming

Dat zijn deels dezelfde medewerkers die de afgelopen weken en maanden overuren hebben gemaakt om het meldpunt van de grond te krijgen. Hoewel het in eerste instantie al op 1 oktober 2024 van start moest, was die tijd nodig voor overleg en afstemming met bijvoorbeeld de medezeggenschap, de vakbonden en de vertrouwenspersonen.

Tegelijk moest er veel gebeuren: een procedure opstellen, een geheimhoudingsverklaring voor de meldpuntmedewerkers schrijven, de meldapp inrichten, een fysieke ruimte voor intakegesprekken meubileren, een duidingstafel met experts vormgeven, de hulpwijzer in elkaar steken én meldingen behandelen van mensen die niet konden wachten totdat het meldpunt officieel was geopend.

Wat gebeurt er na je melding?

Wat doet het meldpunt? Dat is beschreven in de procedure die het college van bestuur in februari al vaststelde.

• Lees ook: Meldpunt sociale veiligheid kan nu echt bijna open

Als de integriteitsadviseurs van het frontoffice een melding binnenkrijgen, dan kunnen zij verschillende dingen doen. Ze kunnen bijvoorbeeld – ‘warm’, dus met hun hulp – doorverwijzen naar een vertrouwenspersoon of een andere hulplijn.

Is een melder bij het meldpunt aan het goede adres, dan krijgt diegene een casemanager. Die plant een intakegesprek. Dat kan plaatsvinden in een speciale ruimte op de twaalfde verdieping van Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica, maar ook elders op of buiten de campus. Elke stap wordt gezet in overleg met de melder, is nadrukkelijk de bedoeling.

Na zo’n intakegesprek is een mogelijke volgende stap een doorverwijzing naar het backoffice, ofwel de ‘duidingstafel’. Daaraan zitten standaard drie experts van de afdelingen Legal Affairs, Integrale Veiligheid en het Integrity Office. Desgewenst kunnen zij er extra expertise bijhalen. De duidingstafel geeft een opvolgingsadvies. Dat kan bijvoorbeeld gericht zijn aan een decaan, of aan het college van bestuur, afhankelijk van de casus en de reikwijdte ervan.

Beter beeld krijgen van wat er speelt

Dat is dan ook het uitgangspunt van het meldpunt, staat in het TU-nieuwsbericht hierover: signalen moeten niet blijven liggen, maar een passende opvolging krijgen. “Dit vraagt telkens om maatwerk, zorgvuldigheid en deskundigheid.”

Daar komt bij dat de TU hoopt met het meldpunt een beter beeld te krijgen van wat er allemaal speelt, vertelt Sueur. “Dat staat ook in jaarverslagen van bijvoorbeeld de vertrouwenspersonen, maar met het meldpunt ontstaat een doorlopend centraal inzicht.” Al blijft het natuurlijk de vraag hoeveel mensen zich daadwerkelijk zullen melden. Ook Sueur heeft daar nog geen zicht op.