Campus
Interview voorzitter raad van toezicht

Ernst Kuipers: ‘De TU Delft zou een grote speler moeten zijn, maar de keuzes van de overheid zijn anders’

Ernst Kuipers is vanaf 1 september de nieuwe voorzitter van de raad van toezicht van de TU Delft. Delta sprak met de voormalig minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Hoe wil hij het voorzitterschap combineren met zijn baan in Singapore?

Ernst Kuipers. (Foto: Sam Rentmeester)

Gefeliciteerd met uw benoeming. Waarom past deze functie bij u?

“Dan moet ik afgaan op waarom ik ben benaderd. Ik heb gewerkt als onderzoeker op het medische vlak. Ook was ik bestuurder van het Erasmus Medisch Centrum. Daarnaast heb ik politieke ervaring. Verder ben ik momenteel lid van wat we hier in Nederland het college van bestuur van een technische universiteit noemen, maar dan in het buitenland.”

Waarom zei u ja?

“Ik ken TU Delft al 25 jaar en heb hier vele vergaderingen meegemaakt. Ik ben in 2000 in het Erasmus MC komen werken als hoogleraar en hoofd van de afdeling Maag-Darm-Leverziekten. Dat vakgebied maakt veel gebruik van technologie. In Delft kwam ik kijken naar de mogelijkheden, bijvoorbeeld voor het ontwikkelen van materiaaltechnieken.

‘De TU Delft is een prachtige instelling waar schitterende dingen gebeuren’

Eind 2012 werd ik bestuursvoorzitter van het Erasmus MC. Toen zaten we al in een samenwerking, de Medical Delta. Later hebben we die samenwerking geïntensiveerd. Dat is wat we convergentie noemen. Protonentherapie en de protonenkliniek had ik ook in mijn portefeuille. Ik vind het ontzettend leuk om in deze rol een bijdrage te mogen leveren, want de TU Delft is gewoon een prachtige instelling waar schitterende dingen gebeuren, zowel in het onderwijs als in het onderzoek. read-more-closed Los daarvan heeft één van onze zoons hier luchtvaart- en ruimtevaarttechniek gestudeerd.”

Heeft u na uw tijd in Rotterdam met de TU te maken gehad?

“In mijn tijd als minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport lag mijn focus op de zorg. Maar ik had wel te maken met ontwikkelingen in medische technologie. Ik ben afgestudeerd in 1986. In de bijna veertig jaar daarna heeft de geneeskunde enorm snelle ontwikkelingen doorgemaakt. Die zaten in het verleden vooral op het snijvlak tussen geneeskunde, genetica, biologie, farmacologie en nieuwe medicijnen. Nu zit de grootste ontwikkeling in data, AI, medische technologie, materialen, apparatuur en wearables. Dat is het terrein van de TU Delft.”

Wordt de TU nu een medische universiteit? 

“Zeker niet. De TU adresseert de grote maatschappelijke vraagstukken en die zitten op heel veel terreinen. Maar het is waar: onderdeel van al die vraagstukken zijn volksgezondheid en welzijn. Technologie kan daarin enorme mogelijkheden bieden, maar brengt ook gevaren en risico’s met zich mee. Als je je rol als TU Delft serieus neemt, dan moet je sterk overwegen of je aan ontwikkelingen in dat vakgebied wilt bijdragen of niet. Beide keuzes zijn valide, maar je moet de vraag sowieso beantwoorden.”

Uw voorgangers waren TU-alumni. read-more-closed U niet. Hoe compenseert u dat?

“Wat het dichtst in de buurt komt, is mijn huidige functie in Singapore bij de Nanyang Technological University, een directe broer of zus van de TU Delft. read-more-closed Zij doen het erg goed, mede ingegeven door strategisch beleid van de overheid. Er is in Singapore jaar in jaar uit heel veel funding voor onderwijs en onderzoek.”

U bent in Singapore vice-president research. Wat houdt dat in?

“Ik ben lid van wat we hier het college van bestuur noemen. Het bestuur zit daar anders in elkaar. De raad van toezicht en de raad van bestuur zijn eigenlijk één. Ik heb de dagelijkse verantwoordelijkheid voor het onderzoek.”

Zijn er specifieke onderwerpen waarmee u direct aan de slag wilt in Delft?

“Ik moet nog beginnen, dus ik kan daar niet veel over zeggen. Maar natuurlijk zijn de financiële uitdagingen komende jaren heel relevant. Daarnaast vraagt een complete wisseling van het college van bestuur in korte tijd veel inspanning, ook van de raad van toezicht. En dan is er de intensieve discussie over sociale veiligheid. Ik heb daar veel over gelezen, maar ik kan nu nog geen conclusies trekken.”

‘Ik hecht eraan om zoveel mogelijk bij het woord crisis weg te blijven’

U was minister in crisistijd, die van de coronapandemie. Bent u ook rvt-voorzitter in crisistijd?

“Ik mag hopen van niet. Vanuit de medische hoek hecht ik eraan om zoveel mogelijk bij het woord crisis weg te blijven. Als je iets als crisis bestempelt, ga je het als crisis benaderen. Terwijl het soms kan helpen om te zeggen ‘wacht even, stap voor stap’. Zo zou je van buitenaf zeggen dat de traumakamer van de spoedeisende hulp constant in crisis verkeert. Grotere stress dan daar kun je bijna niet bedenken. En toch is dat bijna de rustigste plek van het ziekenhuis. Alles is er totaal geprotocolleerd, er wordt niet geroepen en niet geschreeuwd. Er is grote tijdsdruk, maar nooit crisis.”

De TU heeft al een nieuwe rector gevonden, Hester Bijl. U mag over een paar maanden eerst een voorzitter read-more-closed en later een derde cvb-lid aanstellen. Daarmee kunt u uw stempel drukken op de toekomst van de TU. Vanuit welke visie doet u dat?

“De TU is een grote organisatie. Je kunt bijna de spreekwoordelijke vergelijking maken met een olietanker. Die vaart gewoon door. Er zijn daarnaast vele externe factoren, zoals de beschikbare hoeveelheid geld, die de koers sterk zullen bepalen.

Een cvb is op veel vlakken ontzettend belangrijk. Een rector is gevonden. Zij heeft een uitgebreide kennis van deze organisatie read-more-closed en ervaring als rector. Fantastisch. De voorzitter moet ook bestuurlijke ervaring en visie hebben, en moet goed een team kunnen bouwen en leiden.”

‘De discussie over sociale veiligheid was heel terecht de afgelopen jaren’

In hoeverre speelt sociale veiligheid een rol bij de zoektocht?

“Zeer. De voorzitter geeft leiding aan een organisatie met heel veel medewerkers, waar veel discussie is over sociale veiligheid. Dat was heel terecht de afgelopen jaren.”

De inspectie en de minister hebben specifiek de voorbeeldrol van het cvb en de rvt benoemd. Daar hoort bijvoorbeeld zelfreflectie bij. Wat voor persoonlijkheid hoort er bij een nieuwe collegevoorzitter? 

“Ik wil me nergens achter verschuilen, maar ik moet mijn eerste gesprek hierover nog voeren. Dus laat ik daar niet meteen uitspraken over doen.”

De inspectie en de minister willen ook dat de rvt zijn oor meer te luister legt in de organisatie. Hoe wilt u dat doen?

“Als bestuursvoorzitter van het Erasmus MC heb ik leidinggegeven aan 17 duizend mensen, in een ontzettend platte organisatie. Tussen een verpleegkundige in de polikliniek en een voorzitter van de raad van bestuur zaten maar twee lagen. Aan zo’n organisatie kun je alleen maar leidinggeven als je veel aandacht hebt voor sociale cohesie, veiligheid, relaties en cultuur.

Aan de TU zit ik in een andere rol. Als voorzitter van de raad van toezicht sta ik op afstand, zo werkt het systeem. Ik moet erop vertrouwen dat de bestuurders openstaan voor geluiden vanaf de werkvloer.”

Toch hebben de inspectie en de minister dit aandachtspunt voor de rvt meermaals genoemd.

“Ik begrijp dat advies heel goed. In het Engelse systeem dat we in Singapore kennen, gaat de rvt-voorzitter bij wijze van spreken iedere week de organisatie in om met medewerkers te praten. Maar dat is hier niet zo. Als ik daar dwars doorheen zou gaan, dan zou ik niet verbaasd zijn als we heel snel een conflict zouden hebben met het cvb. Omdat mensen – docenten, hoogleraren of studenten – dan niet meer weten wie hun aanspreekpunt is. Dat is het college van bestuur.

‘Ik ben niet de eerste uitvoerende. Niet omdat ik het niet wil of kan, maar omdat het niet mijn rol is’

Natuurlijk is er escalatie mogelijk en moeten rvt-leden zorgen dat ze goed geïnformeerd zijn en de organisatie bezoeken. Maar stel: iemand benadert me met een casus van sociale onveiligheid op de werkvloer. Dan zou mijn eerste respons zijn dat ik dat signaal doorgeef aan het cvb. Later vraag ik natuurlijk wat daarmee is gebeurd. Maar ik ben niet de eerste uitvoerende. Niet omdat ik het niet wil of kan, maar omdat het niet mijn rol is.”

Uw voorganger is weggegaan om de schijn van belangenverstrengeling te voorkomen. U werkt voor een concurrent die misschien aast op dezelfde onderzoeksgelden. Hoe scheidt u die dingen?

“Singapore zit ongeveer aan de andere kant van de wereld en is op dit moment bijvoorbeeld geen lid van het Europese Horizon Programma. Daar komt bij dat de funding in Singapore heel erg goed is en TU Delft daar geen aanspraak op heeft.

Beide universiteiten kijken wel naar dezelfde talenten, bijvoorbeeld uit de Verenigde Staten. Maar de onderzoeksbudgetten in Singapore zijn van een dusdanige orde dat de TU daar niet mee kan concurreren. Ik bedoel daarmee zeker niet dat de TU niet goed genoeg is. Ik denk dat de TU Delft een heel grote speler zou moeten zijn, en dat qua kwaliteit en activiteiten ook absoluut kan zijn, maar dat de keuzes van de overheid anders zijn.

Ook als het om partners gaat, doet Singapore dat heel strategisch: er is veel geld voor onderzoek, maar de voorwaarde is dat dat in Singapore wordt besteed. Dus veel internationale topuniversiteiten hebben er allang een deel van hun personeel zitten. Daar moeten Nederlandse universiteiten ook over nadenken.”

Zou uw boodschap op dit gebied een reden zijn dat u bent gevraagd voor de raad van toezicht?

“Dat denk ik niet. Die boodschap heb ik de afgelopen anderhalf jaar in brede zin gedeeld, met de Nederlandse universiteiten, de UMC’s, NWO en TNO.”

En uw Rotterdamse contacten? Die komen wellicht van pas bij de plannen voor de Campus Rotterdam.

“Ik ben nauw betrokken geweest bij de geboorte van de samenwerking tussen Delft en Rotterdam, en nu wil ik daar weer graag een bijdrage aan leveren. Ik heb de enquête onder medewerkers gezien. Simpel gezegd is de ene groep voorstander, omdat ze denken dat Campus Rotterdam kan bijdragen aan innovatie en de ontwikkeling van de TU. Een andere groep wijst op de financiële uitdagingen en wil dat investeringen niet ten koste gaan van de TU in Delft. Ik vind beide standpunten valide en ik denk dat we beide bij elkaar moeten proberen te brengen.”

‘Ik ben het gewend om te combineren’

Hoe wilt u uw werk in Singapore combineren met het rvt-voorzitterschap in Delft?

“Ik ben het gewend om te combineren. Ik ben bijvoorbeeld ook lid van twee commissies van de Wereldgezondheidsorganisatie en lid van het board van de Amerikaanse Health Information and Management Systems Society. Ik zal zorgen dat ik voor de rvt-vergaderingen in Delft ben en dat ik altijd bereikbaar ben.”

Eén van de eisen uit het functieprofiel is dat u zichtbaar bent, bijvoorbeeld door aanwezig te zijn op evenementen als de opening van het collegejaar. Is dat haalbaar voor u?

“Niet in de eerste periode, want mijn agenda is al gepland. Zo zit ik op 1 september tijdens de opening van het academisch jaar de hele dag in een online vergadering van de WHO-commissie climate and health, een belangrijk onderwerp.

Mijn echtgenote woont en werkt in Nederland. Mijn kinderen idem dito. Ik moet erg veel op pad, dus ik ben zeer frequent in Nederland, al is dat vaak heel kort. En ik zit nu in Singapore, maar dat gaat ook wel weer veranderen.”

  • In 2023 werd Ernst Kuipers in het TU Delft alumnimagazine Delft Matters geïnterviewd samen met TU Delft-hoogleraar Maaike Kleinsmann. Lees hier Zorgen om zorg.

CV Ernst Kuipers

Prof. dr. Ernst Kuipers (1959) studeerde geneeskunde in Groningen, nadat hij daar al zijn propedeuse in scheikunde haalde. Hij vervolgde zijn opleiding tot maag-darm-leverarts aan het VUmc (inmiddels Amsterdam UMC) en promoveerde cum laude aan de Vrije Universiteit. In 2000 werd hij benoemd tot hoogleraar gastro-enterologie aan de Erasmus Universiteit en afdelingshoofd MDL aan het Erasmus MC, in 2006 kreeg hij ook de afdeling interne geneeskunde onder zijn hoede. In 2012 trad hij toe tot de raad van bestuur van het Erasmus MC, waarvan hij een kort daarop voorzitter van werd.

Tijdens de coronacrisis leerde Nederland Kuipers kennen als voorzitter van het Landelijk Netwerk Acute Zorg. In die functie was hij regelmatig zichtbaar in het nieuws en bij talkshows om de besmettingscijfers en de druk op de ziekenhuizen te duiden.

Die zichtbare rol werd alleen maar groter toen hij op 10 januari 2022 werd beëdigd als minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport namens D66 in kabinet-Rutte IV. Na de val van dat kabinet, in juli 2023, maakte Kuipers in januari 2024 bekend zijn functie per direct neer te leggen omdat hij een functie in het buitenland zou gaan bekleden. Dat kwam hem op veel kritiek te staan, vooral omdat lang onduidelijk bleef wat zijn nieuwe baan zou zijn.

Dat bleek uiteindelijk te gaan om zijn benoeming aan de Nanyang Technological University in Singapore, waar hij sinds 1 mei 2024 vice-president onderzoek en universiteitshoogleraar is.

Foto © Sam Rentmeester . 20231019  .
Delta Profielfoto

Saskia Bonger

Emiel Beinema (freelance journalist)

Emiel Beinema

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.