Hoe gaat de campus eruit zien na 1 september, wie mag er komen en wie blijft thuis? De TU heeft een voorkeursscenario, vertelt rector Tim van der Hagen.
Skype, Zoom, Teams, en heel veel mailen. De dagen van rector magnificus en collegevoorzitter Tim van der Hagen rijgen zich, net als die van zovelen, aaneen met digitaal overleg. Het eerste begint vaak al om acht uur ’s morgens en dat kan doorgaan tot elf uur ’s avonds. Op de campus komt hij hooguit één keer per week, om het goede voorbeeld te geven. “Het is een heel intensieve manier van werken, voor iedereen,” zegt hij. Niet voor niets heeft zijn secretaresse bedacht dat telefonisch overleg soms beter is. Vandaar dat ook dit interview per telefoon plaatsvindt.
Van der Hagen staat voor de opgave om het komende academische jaar vorm te geven. Hoe gaat de campus eruit zien, wie mag wanneer komen, en hoe kunnen de bijbehorende verkeersstromen beheersbaar blijven? Vijf werkgroepen denken momenteel na over oplossingen, samen met de gemeente Delft en de veiligheidsregio Haaglanden.
Eind juni moet hun advies klaar zijn en moet het college van bestuur in samenspraak met de gemeente een knoop doorhakken. Die deadline heeft vooral met de naderende zomer te maken. Van der Hagen hoopt dat medewerkers wel vakantie gaan nemen: “Ik merk dat mensen echt moe zijn. Het is bewonderenswaardig hoe veerkrachtig de TU Delft- gemeenschap is, en het is fijn dat er zoveel online kan. Maar veerkracht gaat zover als veerkracht gaat. Mensen hebben behoefte aan rust.”
‘Wij denken aan richtlijnen op basis van postcode’
Hoe gaat het komende academische jaar eruit zien?
“Hier is wat verwachtingsmanagement nodig. We kunnen vanaf 1 september niet aan de gang zoals normaal. Veranderingen zullen mondjesmaat zijn en gefaseerd. Ik snap het onbegrip als mensen hun kantoor helemaal leeg zien staan en denken: ‘ik kan daar toch veilig zitten?’ Het probleem is alleen niet dat kantoor, het probleem is de openbare ruimte. Er moeten heel veel mensen over die wegen, om boodschappen te doen, bijvoorbeeld, of om een vitaal beroep uit te oefenen. Andere belanghebbenden hebben niet altijd een online alternatief. Natuurlijk hecht ik waarde aan student-docent-interactie, maar wij hebben dat online alternatief wél, ook al is het niet volwaardig. Momenteel werken we met de veiligheidsregio aan afspraken over wat wel kan op de campus.”
Waar gaat uw voorkeur naar uit?
“Natuurlijk wil ik het liefst dat zoveel mogelijk weer kan, maar de overheid heeft de regel gegeven dat onderwijsactiviteiten en tentamens vanaf 15 juni alleen tussen 11.00 en 15.00 uur of na 20.00 uur mogen beginnen of eindigen. Voor maatwerk buiten die tijdvakken is toestemming van de burgemeester nodig. Wij denken aan richtlijnen op basis van postcode. Woon je op de ene postcode, dan verwachten we dat je wandelend naar de campus komt, mensen met een andere postcode kunnen fietsen en weer een andere postcode gebruikt het openbaar vervoer. We willen tijdslots maken voor verschillende groepen. Verder denken we eraan de roosters op te rekken, en om op de fietsroutes van en naar de TU eenrichtingsverkeer in te stellen. Dit bespreken we allemaal binnen de veiligheidsregio, met alle belanghebbenden. Het zal geven en nemen worden.”
U zei eerder dat u op de campus voorrang wil geven aan eerstejaars bachelor- en masterstudenten. Hoe?
“Zij mogen straks in kleinere groepen en binnen bepaalde tijdvakken naar de campus komen. Dat is al een hele puzzel, want dit alleen al zijn vier- tot vijfduizend mensen. Maar wel een heel belangrijke groep: jongeren die in deze bijzondere tijd hun weg moeten leren vinden in onze community, in onze stad, in hun nieuwe leven. Dat kan onmogelijk alleen online, maar een puzzel is het wel: als de brug naar de campus opengaat en honderd mensen moeten daar wachten, dan heb je een onwenselijke situatie.”
Op wat voor campus komen zij straks terecht, eentje met plastic scheidingswanden, met tape op de grond, mondkapjes?
“Die eerste twee wel, ja. Wij volgen de richtlijnen van het RIVM.”
Blijft de rest van het onderwijs ook na de zomer op afstand?
“Als we twintig procent van het onderwijs on-campus zouden kunnen geven, zou dat al geweldig zijn, dus het merendeel zal online blijven, ja.”
Tot wanneer?
“Dat weet ik echt niet. Aan dit scenario werken we, maar er zijn ook andere scenario’s waarmee we rekening moeten houden: dat het virus in de zomer alweer opleeft, of dat we vanaf 1 september verder versoepelen en daarna alsnog terug moeten. Ook versoepelingen die er nu al zijn, kunnen mogelijk worden teruggedraaid. Tennissen bij X kan nu weer, want daar is genoeg ruimte. Het gaat er alleen om: hoe kóm je bij X? Over dezelfde wegen als studenten die naar college gaan. Als ik moet kiezen, dan geef ik die laatste voorrang.”
‘Misschien blijven delen van het onderwijs en de tentamens altijd wel online’
De tentamens blijven voorlopig zoveel mogelijk online. Er ontstaat steeds meer discussie over online proctoring. Wat zegt u tegen studenten die bezwaar maken?
“We moeten de privacy zo goed mogelijk waarborgen; daar doen we alles aan. Deze situatie is nieuw en er moesten snel alternatieven komen voor tentamens op de campus. Voorop staat dat we achterstand op studievoortgang willen voorkomen. Die belangen moeten we tegen elkaar afwegen. We zijn in goed gesprek daarover en denken na over alternatieven voor studenten die bezwaren hebben.”
Waarom niet gewoon meer tentamens op de campus? Het mag van de overheid.
“Je zult dan altijd studenten hebben die toch niet kunnen komen en dan wordt het dubbel werk voor de docenten. Er was behoefte aan duidelijkheid over de tentamens, vandaar dat we deze beslissing hebben genomen.”
Vlak voordat de coronacrisis begon, kondigde de TU Delft een verregaande multidisciplinaire samenwerking aan met het Erasmus MC en de Erasmus Universiteit. Die komt bij het oplossen van de coronacrisis goed van pas. Gaat de TU hier nu nog zwaarder op inzetten?
“Ik hoop dat deze crisis een wake up call is. We moeten beter omgaan met elkaar en met de planeet. Ik hoop dat we niet teruggaan naar de oude samenleving en dat er meer aandacht komt voor mens, dier en natuur. Voor ons gezamenlijke onderzoek is dit alleen maar een extra impuls, we moeten daar volle kracht mee door. Ik zie ook andere voordelen aan de crisis: wetenschappers die kritischer nadenken over alle conferenties die ze bezochten. Nu blijkt dat veel ook online kan en hoeveel tijd dat scheelt. Wat betreft thuiswerken, ook daarvan zien veel mensen toch ook wel de voordelen. En misschien blijven delen van het onderwijs en de tentamens altijd wel online.”
Hoe gaat het met de TU-financiën?
“Gelukkig zijn we niet zo afhankelijk van inkomsten uit collegegelden van studenten van buiten de Europese Unie zoals veel universiteiten in Engeland, dus die impact valt wel mee. In de onderzoeksfinanciering vanuit het bedrijfsleven verwachten we wel een dip, maar aan de andere kant zien veel bedrijven nu ook het belang van innovatie. Na een dipje, zal het dus wel weer opveren. Sowieso zijn er geen consequenties voor zittend personeel.”
Comments are closed.