Mobiliteit is vrijheid en een economische noodzaak, maar al dat reizen gaat ook ten koste van het milieu en de leefomgeving. TU-onderzoekers presenteerden op de 183ste verjaardag van de TU Delft vier scenario’s voor 2050. “Het is een taai probleem”, stelt professor Deborah Nas.
Deborah Nas deelt de complexiteit van mobiliteit op de 183ste Dies Natalis. (Foto: Roy Borghouts)
Hoe bewegen we ons rond 2050 door de stad? Maken we gebruik van een van de vele elektrische deelauto’s die de binnenstad overspoelen? Gaan we lopen of fietsen naar het dichtstbijzijnde OV-punt dat naadloze aansluitingen biedt? Is de stad groener, en zijn lopen en fietsen onze belangrijkste manieren van vervoer? Of zijn we aangewezen op verschillende zelfstandig opererende OV-bedrijven en particuliere auto’s? De keuzes die we nu maken bepalen in welke toekomst we terechtkomen, zeggen TU-onderzoekers.







Tijdens de 183ste Dies Natalis van de TU Delft voerden hoogleraren Deborah Nas (faculteit Industrieel Ontwerpen) en Oded Cats (faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen) het publiek in de aula in een sneltreinvaart langs vier verschillende scenario’s. “Het zijn geen einddoelen”, benadrukte Cats, “maar ze helpen belanghebbenden in overheid, bedrijfsleven en universiteiten om mobiliteit te zien in langetermijnperspectief.”
Nas leidde het visieteam mobiliteit dat uit achttien onderzoekers of zogeheten mobilisers bestaat, afkomstig uit zes faculteiten. Eenvoudige keuzes zijn er niet; een grote mobiliteit is goed voor verbinding, inclusie en culturele uitwisseling, maar heeft negatieve gevolgen voor publieke ruimte en CO2-emissies. Omdat aanleg van infrastructuur voor mobiliteit jaren duurt – neem de tramlijn over de campus – is een langetermijnvisie essentieel. “De scenario’s kunnen als kompas dienen bij de navigatie door het wicked problem van de mobiliteit.”
Vier scenario’s
De vier scenario’s die de mobilisers ontwikkelden zijn het gevolg van veel of weinig overheidsregie en lage of hoge veranderingsbereidheid.
- Bij weinig bemoeienis van de overheid en weinig veranderingsgezindheid komen we in een lappendeken van mobiliteitsoplossingen of ‘business as usual’. Tegen 2050 leidt dat tot verstoppingen in de steden, met meerdere dienstverleners die niet samenwerken. Het openbaar vervoer is gebrekkig, vooral in niet-stedelijke gebieden waardoor veel mensen terugvallen op de auto. Milieueffecten hebben geen prioriteit.
- Sterke overheidsregie maar weinig zin om te veranderen leidt tot een ‘sustainable slowdown’ met als uitgangspunten: natuurbescherming, welzijn en sociale gelijkheid. De ruimtelijke ordening is gebaseerd op kleine steden met voorzieningen waardoor de vraag naar mobiliteit daalt. Wandelen en fietsen zijn de belangrijkste manieren van vervoer, aangevuld met gesubsidieerd openbaar vervoer voor de grotere afstand.
- Een hoge mate van veranderingsbereidheid in combinatie met weinig overheidsbemoeienis wordt de innovation fast track genoemd. Het bedrijfsleven heeft het voor het zeggen. Innovatie krijgt alle ruimte, en start-ups doen het goed. Maar het commerciële openbaar vervoer concentreert zich op de winstgevende lijnen en vergeet het achterland. Stadscentra daarentegen bieden allerlei vormen van mobiliteit, maar raken er ook door verstopt.
- Hoge veranderingsbereidheid in combinatie met sterke regie van de overheid brengt ons in een wereld waarin maatschappelijke problemen met technologische innovatie worden aangepakt. De overheid investeert in duurzame infrastructuur, efficiënt transport en geavanceerde verkeersbegeleidingssystemen. In dit scenario van hyperconnected systems zijn verantwoord ondernemen, duurzaamheid en welzijn de centrale waarden.
Eredoctoraten
Met de selectie van eredoctores toont een universiteit waar haar hart ligt. Dit jaar viel de eer te beurt aan twee Amerikaanse transportonderzoekers met een duidelijk profiel: Alexandre Bayen die verkeersstromen op een originele manier verduurzaamt en Susan Hardy die stelling neemt tegen de dominante rol van de auto in mobiliteit.
Bart van Arem, hoogleraar transportmodellering bij Civiele Techniek en Geowetenschappen, droeg Alexandre Bayen voor, hoogleraar engineering aan de Universiteit van Californië in Berkeley. Van Arem haalde het onderzoek aan waarin Bayen liet zien dat een klein gedeelte zelfrijdende auto’s een gunstig effect heeft op het hele wegverkeer. De verkeersstroom wordt geleidelijk. Er wordt minder geremd en opgetrokken en het verkeer verloopt comfortabeler en zuiniger. Bayen antwoordde dat hij het eredoctoraat beschouwt als een nieuwe impuls aan de langlopende samenwerking tussen beide instituten.
Susan Handy maakt van haar vervoersvoorkeur geen geheim. Toen de TU aanbood een taxi naar haar hotel te sturen zei ze dat ze liever op de fiets stapt. Handy is hoogleraar milieuwetenschappen en -beleid aan de Universiteit van Californië in Davis. Bert van Wee, hoogleraar transportbeleid bij Techniek, Bestuur en Management droeg Susan Handy voor als eredoctor omdat haar invloed verder reikt dan wetenschappelijke publicaties. Ze is een uitgesproken stem in het maatschappelijk debat. In haar boek Shifting Gears neemt ze de rol van de auto op de korrel en brengt andere, meer duurzame vormen van mobiliteit onder de aandacht. Ook zij verklaarde het eredoctoraat te zien als versterking van de band tussen de TU Delft en UC Davis.
Dingdong
De verbindende teksten tijdens de Dies klonken bekend en vertrouwd. Het was de stem van de NS die op stations de ‘beste reizigers’ aanspreekt. Groot was de verrassing toen er opeens een vrouw met een microfoon het podium opliep terwijl de aankondiging gewoon doorging. Hier liep Karin van As, sinds 2021 de stem van de spoorwegen, die Tim van der Hagen aankondigde met zijn laatste Diestoespraak als rector magnificus.
‘Veiliger, duurzamer en meer divers’
Van der Hagen refereerde aan de geopolitieke spanningen en vertaalde die in drie richtlijnen voor onderzoek: strategische autonomie, verantwoordelijkheid en academische waarden.
Onder strategische autonomie verstaat Van der Hagen de versterking van de veerkracht en vermindering van internationale afhankelijkheid. Daarvoor is volgens denktanks onderzoek nodig naar kritische materialen, AI, kennisveiligheid, robot-, quantum en batterijtechnologie. De TU doet zulk onderzoek maar de urgentie ervan staat op gespannen voet met het voornemen van het kabinet om te bezuinigen op onderzoek.
Verantwoordelijkheid betekent volgens Van der Hagen dat onderzoekers zich bewust moeten zijn van mogelijk misbruik van hun werk. Verantwoord innoveren betekent de ethiek erbij betrekken zodat “wat goed bedoeld is niet gebruikt kan worden om kwaad mee te doen”.
De academische waarden tot slot staan voor een open uitwisseling van ideeën, ondanks de polarisatie van veel discussies in de maatschappij. Het betekent, zei Van der Hagen, “dat studenten en medewerkers zich veilig moeten voelen om zich uit te spreken”.
Vorig jaar maart constateerde de onderwijsinspectie dat veel mensen zich helemaal niet zo veilig voelden waarna sociale veiligheid een van de meest besproken onderwerp op de campus werd. Van der Hagen zei daarover dat sociale veiligheid zijn “onverdeelde aandacht” had. Hij ziet het als zijn taak om in zijn laatste jaar als rector de TU veiliger, duurzamer en meer divers te maken.
- Bekijk de Dies zelf op Youtube

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?
j.w.wassink@tudelft.nl
Comments are closed.