Wetenschap

‘Aandeel trein in Europese reizen kan verdubbelen’

Het afstudeerwerk van ir. Jorik Grolle over snelle Europese treinverbindingen viel op een vervoersplanologencongres in de prijzen. Europese HSL kan een stuk beter, stelt hij.

De hogesnelheidslijnen in Europa zijn nu grotendeels nationaal georiënteerde eilandjes, zegt Jorik Grolle. (Foto: Rosanne Grolle)

Op het congres Colloquium Vervoersplanologisch Speurwerk eind november viel het afstudeerverslag van Jorik Grolle in de prijzen. Het bevat volgens de jury heldere conclusies en verrassende aanbevelingen over een Europees hogesnelheidsnet. Hij won er een gedeelde tweede prijs mee.

De opvallendste uitkomst van zijn onderzoek is dat het marktaandeel van hogesnelheidstreinen voor reizen binnen Europa, als alternatief voor auto of vliegtuig, kan verdubbelen. Daarvoor is het wel nodig dat het Europese HSL-netwerk centraal wordt ontworpen en aangestuurd, en dat de kosten anders verrekend worden.

Grolle: “Hogesnelheidslijnen in Europa zijn nu grotendeels nationaal georiënteerde eilandjes, zoals het Duitse en Franse netwerk, die met enkele verbindingen gekoppeld worden. Maar er is op Europees niveau niemand die grote internationale routes projecteert. Zoals een HSL-verbinding tussen Lyon en Turijn, of lange directe verbindingen vanuit bijvoorbeeld Nederland naar Zuid-, Noord-, Oost- of Centraal-Europa. Het European Railway Agency (het spoorwegbureau van de Europese Unie -red.) zou die taak kunnen vervullen.” Momenteel laat Europa de aanleg van HSL-verbindingen aan de lidstaten over, en is de exploitatie aan de markt.

Doorberekenen van kosten
Met een ‘andere kostenverrekening’ doelt Grolle op het volledig in rekening brengen van zogenaamde externe kosten, zoals luchtvervuiling, CO2-uitstoot, ruimtebeslag, geluidsoverlast en de kosten die gerelateerd zijn aan ongelukken. Deze kosten worden momenteel op de maatschappij verhaald. Het directer doorberekenen van de kosten voor overlast aan de luchtvaartsector of aan het wegvervoer maakt die vervoersvormen duurder, en de HSL in vergelijking goedkoper.

De stap van het voor de vrije markt meest efficiënte netwerk naar het voor de maatschappij-optimale netwerk kost Europa volgens berekeningen van Grolle 2,2 miljard euro per jaar aan overheidsinvesteringen. Maar de voordelen wegen op tegen die investering, stelt Grolle.

Een HSL-netwerk door de computer berekend op basis van reisbewegingen binnen Europa. (Illustratie: Jorik Grolle)

Grolle kwam tot zijn bevindingen door een rekenmodel (*) voor transportoptimalisatie voor het eerst toe te passen op hogesnelheidslijnen in Europa. Hij bracht de vraag naar transport tussen verschillende steden in kaart aan de hand van historische vliegdata. Op basis hiervan zocht het rekenmodel naar de ideale HSL-verbindingen in een Europees netwerk. Dit gebeurde door een grote hoeveelheid verschillende HSL-netwerken voor te stellen en voor ieder netwerk te analyseren hoe reizigers hier gebruik van maken. Reizigers konden kiezen tussen het vliegtuig, de hogesnelheidstrein en de auto. Variabelen waren onder meer de kosten voor de hoofdrit, de reistijd naar het station of de luchthaven, en de verloren tijd door overstappen.

Na zijn afstuderen een jaar geleden is Grolle bij RHDHV komen werken als consultant openbaar vervoer, net als zijn voormalige afstudeerbegeleider en huidige collega Barth Donners. Grolle zegt dat de combinatie van rekenmodellen met psychologie en een vleugje politiek hem goed bevalt.

  • Jorik Grolle, A Unified Design of the European High-Speed Rail Network, Impacts of Design, Pricing and Governance Strategies, afstudeerdocenten dr. Oded Cats (CiTG), ir. Mark Duinkerken 3mE), dr. Jan Anne Annema (TBM) en ir. Barth Donners (RoyalHaskoningDHV), November 2020. Download hier.

(*) Transit Network Design and Frequency Setting Problem

Wetenschapsredacteur Jos Wassink

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

j.w.wassink@tudelft.nl

Comments are closed.