De kwaliteit van het hoger onderwijs staat onder druk. Door bezuinigingen uiteraard, maar ook door een gat in het toezicht waardoor het risico op wanbeheer en sociale onveiligheid toeneemt. Dat stelt de Inspectie van het Onderwijs in een rapport.
(Foto: Thijs van Reeuwijk)
Hogescholen en universiteiten moeten de komende jaren de broekriem aanhalen. Er zijn namelijk steeds minder Nederlandse studenten en het kabinet remt de internationalisering. Daar komen de bezuinigingen nog bovenop. Daarom zullen banen verdwijnen en opleidingen sluiten. Het doek valt bijvoorbeeld voor aardwetenschappen aan de Vrije Universiteit Amsterdam. En enkele kleine taalopleidingen moeten fuseren.
Voor de huidige studenten zou het niet mogen uitmaken, want zij hebben het recht om hun opleiding af te maken. Maar krijgen ze nog steeds goed onderwijs? Daar heeft de overheid geen zicht op.
Gat in het toezicht
Er is een ‘toezichtsgat’, staat in het jaarlijkse rapport De Staat van het Onderwijs, dat de Inspectie van het Onderwijs vorige week uitbracht. Dat komt door hoe het overheidstoezicht op het hoger onderwijs is georganiseerd. Het toezicht is verdeeld over twee organisaties: de onderwijsinspectie en accreditatieorganisatie NVAO.
De verdeling is als volgt. Eens in de zes jaar worden opleidingen gekeurd door kwaliteitsbewaker NVAO. Gebeurt dat niet, dan mogen ze geen diploma’s uitreiken en krijgen studenten geen studiefinanciering. De NVAO baseert zich op het oordeel van deskundigen die de opleiding doorlichten.
Daarnaast controleert de onderwijsinspectie de naleving van wet- en regelgeving in het hoger onderwijs. De inspecteurs grepen bijvoorbeeld in bij de TU Delft, toen ze ‘signalen’ kregen dat de sociale veiligheid er in gevaar was.
“Die verschillende instanties zijn los van elkaar neergezet”, zegt Alida Oppers, inspecteur-generaal van het Onderwijs, “maar zo zit de werkelijkheid niet in elkaar.” Het leidt tot witte vlekken in het toezicht, waarschuwt ze.

Heeft u een voorbeeld?
“In de krant kun je lezen over de Roosevelt Academy in Zeeland en de Universiteit Twente, waar ze moeten bezuinigen. Dat gaat vaker gebeuren. We moeten er rekening mee houden dat allerlei opleidingen in nabije toekomst ‘in afbouw’ zullen raken: ze worden opgeheven. Een opleiding in afbouw wordt niet meer door de NVAO bekeken, terwijl er natuurlijk nog wel studenten zijn, die ook recht hebben op goed onderwijs.”
Dus je kunt accreditatie krijgen, vijf jaar later besluiten om de opleiding af te bouwen en nog eens vijf of zes jaar later lopen er nog steeds studenten rond zonder dat de overheid kijkt of hun onderwijs goed genoeg is.
“Dat zou in theorie kunnen. En zo’n situatie is in deze tijd bepaald niet denkbeeldig. In De Staat van het Onderwijs schrijven we voor het eerst dat de financiële weerbaarheid van universiteiten en hogescholen echt aandacht vraagt. Niet alleen vanwege de bezuinigingen, maar ook vanwege de demografische ontwikkelingen. Er zijn straks gewoon minder studenten en het kabinet kijkt ook nogal kritisch naar de internationalisering. Daar komen de inflatie en de hoge energierekening nog bij.”
Je hoeft een opleiding niet meteen te sluiten, je kunt ook het aantal docenten terugschroeven. Wie houdt in de gaten of dat ten koste gaat van het onderwijs?
“Wij doen nu een onderzoek bij alle universiteiten: hoe wordt er omgegaan met die minder rooskleurige financiële vooruitzichten? Daarbij kijken we ook naar de kwaliteit van het onderwijs, bijvoorbeeld naar het aantal docenten aan opleidingen.”
In zware tijden kunnen sommige studenten dus ondermaats onderwijs krijgen. Kan de overheid dat gat dichttimmeren?
“Dat kan, maar daar gaat zo een paar jaar overheen. Wij pleiten al langer voor een modernisering van de wet op het hoger onderwijs. Dan kun je opnieuw bedenken hoe je het toezicht het beste kan regelen.”
‘Als er tussentijds iets misgaat met de onderwijskwaliteit bij een opleiding, kunnen wij niet ingrijpen’
Zijn er meer witte plekken in het toezicht?
“Als er tussentijds iets misgaat met de onderwijskwaliteit bij een opleiding, of als dat dreigt te gebeuren, dan kunnen wij niet ingrijpen en de NVAO ook niet. Bijvoorbeeld als een onderwijsvernieuwing misloopt. Dat is een risico van het huidige stelsel, waarin de NVAO eens in de zes jaar de kwaliteit van opleidingen beoordeelt.”
Maar volgens De Staat van het Onderwijs functioneert het accreditatiestelsel goed.
“In het algemeen wel, maar er zijn aandachtspunten. Meestal hebben de deskundige beoordelaars bijvoorbeeld maar één onderzoeksdag op de opleiding zelf. En dan moeten ze een oordeel vellen over alle varianten: deeltijd, voltijd, verschillende locaties. Dat systeem is wel kwetsbaar.”
Jullie noemen ook het belang van burgerschap in het onderwijs. Is toezicht daarop ook een witte vlek in het hoger onderwijs?
“In de wet op het hoger onderwijs staat dat de instellingen aandacht moeten schenken aan het maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef van studenten. Maar dat artikel is zo abstract dat wij daar als toezichthouder niet goed mee uit de voeten kunnen.”
‘We kunnen niet zeggen bij hoeveel instellingen we onderzoek doen, maar voorheen was het echt een uitzondering, en nu niet’
In het geval van ‘wanbeheer’ kan de Onderwijsinspectie wel optreden. Dat is bijvoorbeeld bij de TU Delft gedaan toen de sociale veiligheid in het geding was. Biedt dat niet genoeg ruimte om in te grijpen bij problemen?
“We doen inderdaad vaker onderzoek bij instellingen in het hoger onderwijs, ook in gevallen waarbij we niet op voorhand zeker weten dat er wanbeheer is. We kunnen niet zeggen bij hoeveel instellingen we onderzoek doen, want daarover communiceren we pas als er een rapport ligt. Maar voorheen was het echt een uitzondering, en nu niet.”
Herstelonderzoek
Elf maanden na het vernietigende rapport over sociale onveiligheid aan de TU is de Inspectie van het Onderwijs gestart met een herstelonderzoek. Doel is vast te stellen of de universiteit sindsdien voldoende stappen heeft gezet om de zorg voor medewerkers te verbeteren.
Volgens interim vice-rector magnificus Hans Hellendoorn worden sinds februari ongeveer honderd studenten en medewerkers geïnterviewd. In een overleg met de studentenraad op 9 april vertelde hij dat de Inspectie vooral wil weten hoe betrokkenen de sociale veiligheid nu ervaren en welke verbeteringen zij zien.
Het veldwerk duurt tot eind april. De publicatie van het eindrapport wordt rond december verwacht.
Bij de TU Delft zijn de problemen misschien zichtbaar, maar elders spelen soortgelijke dingen. Er is altijd wel een hoogleraar die opeens een tiran blijkt of een bestuurder die geen tegenspraak duldt.
“Er zijn andere instellingen waar ook veel signalen over zijn binnengekomen, waar onderzoeken lopen. Je kunt de problemen niet veralgemeniseren, maar je kunt wel zeggen dat er in de academische wereld risicoverhogende omstandigheden zijn. Het gaat dan om een combinatie van hiërarchische afhankelijkheden en een enorme werkdruk in een competitieve omgeving. Daardoor komen mensen gemakkelijk in grensoverschrijdende situaties terecht. Maar eigenlijk is dat het terrein van de Arbeidsinspectie.”
Jullie gaan niet over sociale veiligheid?
“Wel als wanbeheer de oorzaak is. Verder is het voor ons van belang of zulke omstandigheden de kwaliteit van het onderwijs raken.”
En zelfs als de kwaliteit van het onderwijs in het geding lijkt, kunnen jullie dus niet altijd ingrijpen.
“Daarom pleiten we voor een dekkend stelsel. Het maakt ons niet uit wie de verantwoordelijkheid krijgt, als die maar ergens ligt.”
HOP, Bas Belleman
Wat waren ook alweer de bevindingen van de inspectie?
De Inspectie van het Onderwijs heeft van december 2022 tot november 2023 onderzoek gedaan naar grensoverschrijdend gedrag aan de TU Delft. In het rapport dat daarvan het resultaat is, spreken de onderzoekers onder meer van intimidatie, racisme, seksisme, pesten, uitsluiting, roddelen en sociale onveiligheid als gevolg van gebrek aan leiderschap.
De effecten bij TU-medewerkers die zich bij de inspectie hebben gemeld zijn vaak langdurig en belemmerend. De inspectie spreekt van psychologische en fysieke gezondheidsklachten, uitval en een algemeen gevoel van onveiligheid. Ook stress, burn-out, depressie en PTSS (posttraumatische stressstoornis), huilbuien en gespannen thuissituaties komen voor, net als ziekte, overgeven op het werk, paniekaanvallen en hartkloppingen.
Bij het universiteitsbestuur is er volgens inspecteurs veel informatie aanwezig over wat er speelt op het vlak van sociale veiligheid, maar deze ‘verzuimt’ om ‘de optelsom te maken om tot een volledig beeld te komen’. Ook ‘stuurt het bestuur onvoldoende op passende maatregelen’. Om deze reden is er sprake van wanbeheer, aldus de inspectie.
In ons dossier lees je nieuws en achtergronden over het inspectierapport en alles wat ermee samenhangt.

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?
redactie@hogeronderwijspersbureau.nl
Comments are closed.