Column: Mirte Brouwer

Hospiteren is niet het probleem

Duwo kondigt nieuw beleid rond hospiteren aan, maar volgens Mirte Brouwer is niet hospiteren, maar het gebrek aan kamers in studentenhuizen het probleem. Bovendien dreigt het plan de doodsteek te worden voor verenigingshuizen van Duwo.

Mirte Brouwer zit op een bankje

(Foto: Sam Rentmeester)

‘Een plek, een plek, wie weet een plek voor Pluk! Ik vraag niet al te veel; geen paleis of een kasteel, geen bungalows geen villa, en ook geen boerderij – gewoon een heel klein kamertje, wie heeft er plek voor mij?’ Zo zingt Pluk van de Petteflet in de film naar het gelijknamige boek van Annie M.G. Schmidt. De woorden hadden evengoed uit de mond van een kamerzoekende student kunnen komen. Want wie een kamer zoekt, vraagt meestal ook niet veel: vier muren, een deur, en een plek om een fiets kwijt te kunnen. Maar vaak is het antwoord: er is helaas geen plek voor jou.

Er zijn nu landelijk 21 duizend kamers te weinig en de verwachting is dat dit tekort voorlopig alleen maar oploopt. Bovendien worden vooral studio’s bijgebouwd, terwijl de meeste studenten liever met huisgenoten wonen en dit niet alleen gezelliger is, maar ook beter voor hun welzijn. De schaarse kamers met gedeelde voorzieningen zijn populair en helaas lukt het lang niet iedereen om een ervan te bemachtigen.

Duwo wil “meer gelijke kansen op een kamer met gedeelde voorzieningen” bieden door het hospiteerbeleid aan te passen. Nieuwe plannen hiervoor werden voor de zomer bekendgemaakt. Alle kamers zouden via room.nl moeten worden aangeboden, daarna volgt een preselectie uit de reacties, en pas daarna mogen de zittende huurders iemand kiezen. ‘Wij vinden het belangrijk dat elke student gelijke kansen krijgt op een fijne woonplek, ongeacht afkomst, achtergrond of wie je kent’, staat in de aankondiging. Dat is een mooi streven, maar daarbij moet ook oog blijven voor het woonplezier en de autonomie van de bewoners.

Verenigingshuizen hebben een belangrijke sociale functie

Hospiteren wordt hier gepresenteerd als het probleem, maar in de praktijk is het juist begrijpelijk dat bewoners inspraak willen in wie er bij hen intrekt. Je huisgenoten zijn de mensen die je het vaakst ziet, met wie je samen eet, de wasmachine repareert en steggelt over de huisrekening. Studenten willen niet wonen met iemand die toevallig lang genoeg op de wachtlijst staat, maar met iemand waarbij ze zich comfortabel voelen en die ze vertrouwen. Een Leidse student verwoordde het treffend: ‘Ik wil zelf bepalen wiens haar ik uit het doucheputje haal.’

Het treurigste is dat dit beleid de doodsteek zou zijn voor veel verenigingshuizen. Deze huizen hebben een belangrijke sociale functie. Je kunt lekker met je huisgenoten naar de borrel, je hebt een vergelijkbaar ritme doordat iedereen dezelfde momenten van huis is voor verenigingsactiviteiten en het komt de verenigingssfeer ten goede doordat mensen van verschillende lichtingen en studies bij elkaar wonen. Bovendien vormen verenigingshuizen voor verenigingen zonder eigen pand een belangrijke ontmoetingsplek. Maar als een huisgenoot een vereniging over de vloer heeft waar je zelf niets mee hebt, zie je vooral het ongemak dat zo’n borrel oplevert. Om elkaar niet tot last te zijn, organiseer je maar liever niets. Dat is vervelend voor de vereniging en jammer voor jou. Verenigingshuizen zijn niet ontstaan om sommige mensen minder kans te geven op een kamer, maar omdat samenwonen daar écht iets toevoegt.

Uiteindelijk lost dit beleid het echte probleem niet op: er zijn nog steeds te weinig kamers en er zullen nog steeds evenveel studenten buiten de boot vallen. De oplossing is niet knutselen aan het hospiteerproces, maar bouwen. Meer kamers, meer studentenhuizen in plaats van studio’s, meer plekken waar je samen kunt wonen en het studentenleven kunt delen. Zodat er voor elke student een plek is.

Mirte Brouwer is masterstudent bij Industrieel Ontwerpen aan de TU Delft en masterstudent Nederlandse letterkunde aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

Columnist Mirte Brouwer

Mirte Brouwer is masterstudent bij Industrieel Ontwerpen aan de TU Delft en masterstudent Nederlandse letterkunde aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

m.c.brouwer@student.tudelft.nl

Comments are closed.