De uitbreiding van TU Delft naar Rotterdam stuit op gemengde reacties, blijkt uit een enquête. Maaike Kleinsmann en Han Derkx van het programmateam Campus Rotterdam vertellen over de plannen voor de nieuwe bachelor health and technology, de samenwerking met de gemeente Rotterdam en de financiering.
TU Delft, Erasmus MC en Erasmus Universiteit werken samen aan de opzet van onderwijs, onderzoek en valorisatie voor de nieuwe bachelor Health & Technology, die in 2027 van start moet gaan. (Foto: Marcel Smit / Pixabay)
Medewerkers en studenten zijn verdeeld over de plannen voor Campus Rotterdam, blijkt uit de Participatieve Waarde Evaluatie (PWE) die dit voorjaar is gehouden. 35 procent van de respondenten is tegen, 27 procent voor en 38 procent is alleen ‘onder voorwaarden’ voor een campus in Rotterdam.
De laatste groep vindt dat de uitbreiding financieel verantwoord moet zijn. In een tijd van bezuinigingen mag de TU geen onverantwoorde risico’s nemen. Daarnaast moet de Rotterdamse campus een aantoonbare meerwaarde bieden voor onderwijs en onderzoek en mag de uitbreiding niet ten koste gaan van de campus in Delft.
Dat klinkt niet meteen als een stevige basis om op voort te bouwen. Toch werkt het programmateam gestaag door. Zo moet in 2027 in samenwerking met het Erasmus MC en de Erasmus Universiteit de bachelor health & technology van start gaan. “Maar zonder financiering zetten we geen stap”, benadrukken voorzitter Maaike Kleinsmann en vicevoorzitter Han Derkx van het programmateam.
Waren jullie verrast door de uitkomsten van de Participatieve Waarde Evaluatie (PWE)?
Maaike Kleinsmann: “Nee, we hadden deze geluiden al gehoord. De PWE bevestigt dat en geeft ons nuttige inzichten. Vooral uit het ‘ja, maar’-kamp kwamen concrete suggesties waar we iets mee kunnen.”

Met welke suggesties gaan jullie aan de slag?
Kleinsmann: “We gebruiken de feedback om de koers te verfijnen. Respondenten zien de inhoud als belangrijkste criterium en ze vinden de samenwerking met Rotterdam een meerwaarde. Dat geeft ons nog meer motivatie om met onze Rotterdamse partners inhoudelijke doelen en ambities te definiëren. Het is een bevestiging van de koers die we varen.”
Derkx: “Samen met onze partners in Rotterdam bepalen we hoe het onderwijs, onderzoek en de praktische toepassing van kennis, valorisatie, eruit gaan zien. Daarnaast hebben we extra inzet gepleegd op het financiële vlak: we werken actief aan realistische businesscases die het programma betaalbaar maken. Voor de nieuwe bachelor health & technology werken we bijvoorbeeld al samen met teams van het Erasmus MC en de Erasmus Universiteit aan de invulling van onderwijs, onderzoek en valorisatie.”
Hoe verhouden deze inzichten zich tot de zorgen van tegenstanders die bang zijn voor financiële risico’s en te snelle groei?
Kleinsmann: “Veel zorgen zijn gekoppeld aan de bredere context: bezuinigingen en onzekerheid. Dat kunnen we niet los zien van dit project.”
Han Derkx: “De grote bedragen voor de lange termijn kunnen afschrikken. Daarom splitsen we de uitbreiding naar Rotterdam op in kleine, inhoudelijke stappen.”
‘We starten geen opleiding zonder financiering’
Toch hebben sommige respondenten het idee dat er al onomkeerbare stappen zijn gezet.
Kleinsmann: “Dat snap ik. Het feit dat we doorwerken aan onderwijsontwikkeling kan de indruk wekken dat alles al beslist is. Maar we starten geen opleiding zonder financiering.”
Is de gemeente Rotterdam de grootste investeerder?
Kleinsmann: “Waarschijnlijk wel. Maar er zijn meer potentiële investeerders. We hebben niet één vis in de vijver. We doen dit samen met meerdere publieke en private partijen.”
In 2026 zijn er gemeenteraadsverkiezingen. Wat gebeurt er met Campus Rotterdam als een nieuwe coalitie de gemeentelijke steun intrekt?
Kleinsmann: “Dat vind ik een onwaarschijnlijk scenario. Er is brede steun binnen de Rotterdamse politiek. We hebben goede relaties met het ambtelijk apparaat. Maar, je kunt het niet voorspellen.”
Wat is de rol van het nieuwe strategic board en wie heeft daarin een plek?
Kleinsmann: “Het strategic board is de aanjager van de gezamenlijke ambitie om Rotterdam koploper te maken op gebied van maatschappelijke transities. Dat doen we door kennis te bundelen én door mensen op te leiden die deze veranderingen kunnen vormgeven. De TU speelt hierin een belangrijke rol. Het board staat onder leiding van burgemeester Carola Schouten. Andere betrokken partijen zijn onder meer de Erasmus Universiteit, Erasmus MC, mbo- en hbo-instellingen, het Havenbedrijf en uiteraard de TU Delft.”
‘Wij brengen onze eigen kwaliteiten en identiteit mee, die verliezen we niet’

Wie beslist bij conflicterende belangen, bijvoorbeeld als de TU iets anders wil dan de gemeente?
Derkx: “Niemand wordt gedwongen mee te doen aan iets waar hij niet achter staat. Die opzet is vergelijkbaar met samenwerkingen als de convergentie (de wetenschappelijke samenwerking tussen de TU Delft, Erasmus MC en de Erasmus Universiteit, red.) en het Leiden-Delft-Erasmus-verband.”
Is Campus Rotterdam nog wel een TU-project?
Kleinsmann: “TU Delft Campus Rotterdam is en blijft een gezamenlijk programma. Wij brengen onze eigen kwaliteiten en identiteit mee, die verliezen we niet.”
Wat is de meerwaarde van een aparte campus?
Kleinsmann: “Convergentie is een mooie samenwerking op onderzoek. Campus Rotterdam voegt daar iets aan toe. Onderzoek en onderwijs moeten uiteindelijk in elkaar grijpen en verbinding maken. Zo hebben we voor de bachelor health and technology, die mogelijk in 2027 van start gaat, huisvesting gevonden bij het Erasmus MC. Studenten krijgen les in hun collegezalen en gebruiken bestaande labs. Zo ontstaat synergie tussen studenten én docenten. Daarnaast kunnen we de kosten laag houden.”
‘We willen geen statement maken van ‘Rotterdam is de oplossing voor ombuigingsproblemen’. Dit is geen herplaatsingsproject’
Hoe zit het met de financiering en looptijd van huurcontracten?
Kleinsmann: “We sluiten we geen langlopende huurcontracten af; we hanteren een pay-per-use-model. Dat betekent dat we flexibel huren en kunnen stoppen als het financieel niet haalbaar blijkt.”
Rector magnificus en collegevoorzitter Tim van der Hagen noemde Campus Rotterdam een lifeline in tijden van bezuinigingen. Rotterdam zou wat hem betreft een rol kunnen spelen bij eventuele boventalligheid in Delft. Hoe zien jullie dat?
Kleinsmann: “Campus Rotterdam is geen directe oplossing voor het ombuigingsprobleem. Misschien ontstaan er kansen, vooral in ondersteunende diensten, maar dat is niet de insteek. Bovendien is de kans klein dat als er activiteiten in Delft worden gestopt deze goed aansluiten bij wat we in Rotterdam opbouwen.”
Derkx: “We willen geen verwachtingen wekken. Dit is geen herplaatsingsproject. Op macroniveau ontstaat er misschien werkgelegenheid, maar of dat aansluit op microniveau, dus op individuele functies, moet onderzocht worden. Er ontstaan mogelijkheden, maar we willen geen statement maken van ‘Rotterdam is de oplossing voor ombuigingsproblemen’, want dat is niet de insteek.”
Wanneer komt er duidelijkheid over aanvullende financiering?
Derkx: “In 2026 is het programmabudget van maximaal 8 miljoen euro op, dus vóór die tijd moet er nieuwe financiering zijn, met onze partners. Daar werken we nu intensief aan.”
En als die er niet is? Stopt het programma dan?
Derkx: “Dat zou de uiterste uitkomst kunnen zijn, maar uitstel is ook een optie. Maar voor dat stuk moet dan ook wel (externe) financiering zijn, ook al is die beperkt.”
- Volg het laatste nieuws over Campus Rotterdam in ons dossier.
Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?
m.vanderveldt@tudelft.nl

Comments are closed.