De Arbeidsinspectie oordeelt dat de universiteiten sinds 2020 slechts ‘marginaal’ actie hebben ondernomen tegen overmatige werkdruk en ongewenst gedrag. Ze moeten per 2025 verbetering laten zien, anders zal de inspectie gaan handhaven. Wat hebben de universiteiten gedaan en nagelaten en wat stelt de Arbeidsinspectie voor dat ze nu doen?
Stress, overwerk en wangedrag zijn nog steeds normaal in de wetenschap. Universiteiten doen er te weinig tegen, stelt de Arbeidsinspectie in het ‘Arbo in Bedrijf onderzoeksrapport Psychosociale Arbeidsbelasting universiteiten’ dat op dinsdag 14 mei is verschenen.
Namen van universiteiten noemt de inspectie niet, maar drie blijken ‘psychosociale arbeidsbelasting’ niet als risico te hebben onderkend. Daarmee voldoen ze niet aan de wet, stelt de inspectie. Negen van de veertien universiteiten hebben nog geen verdiepend onderzoek afgerond. De meeste universiteiten meten ook niet of hun aanpak succes heeft. Ze pakken meestal incidenten aan, niet de oorzaken.
Vrijwillige basis
De Arbeidsinspectie heeft de universiteiten in 2020 gevraagd plannen te maken om overmatige werkdruk en ongewenst gedrag te bestrijden. Nu heeft de inspectie gekeken of de universiteiten inderdaad aan de slag zijn gegaan. Dat blijkt ‘marginaal’ te zijn gebeurd.
Universiteiten nemen wel maatregelen, ‘maar werknemers zijn er beperkt bekend mee en maken er beperkt gebruik van’, staat in het rapport. Ook opvallend: “Deelname aan projecten tegen ongewenst gedrag gebeurt nog bijna altijd op vrijwillige basis.”
‘Dialoogtafels, task forces, expert groups en reflectiegroepen zetten geen zoden aan de dijk’
Er zijn, zoals de inspectie opmerkt, allerlei ‘dialoogtafels, actiegroepen, leertafels, task forces, werkgroepen, expert groups, stuurgroepen, commissies en reflectiegroepen’, maar die zetten geen zoden aan de dijk. Sommige respondenten van de enquête van de Arbeidsinspectie, die dik 9100 keer is ingevuld, spreken van ‘schijnzekerheid’: het lijkt alsof de universiteiten iets doen, terwijl het in de praktijk weinig voorstelt. De processen zijn ‘boterzacht’.
Maatregelen
Het valt de inspectie op dat er tegen werkdruk (113) veel meer maatregelen zijn genomen dan tegen ongewenst gedrag (31). Tegen werkdruk gaat het bijvoorbeeld om ‘stress-checks en werkdrukwijzers’, work-life balance coaches en programma’s om werkzaamheden en processen te digitaliseren, automatiseren of uniformeren. Ook noemt de inspectie het reduceren van (onderwijs)taken, het hergebruik van cursusmateriaal of het inzetten van administratieve ondersteuning.
Wat maatregelen tegen ongewenst gedrag betreft, signaleert de inspectie dat meerdere universiteiten gebruik hebben gemaakt van de theatervoorstelling Mindlab ‘om ongewenst gedrag aan te kaarten en bespreekbaar te maken’ en van trainingen die werknemers leren om ongewenst gedrag tegen te gaan. Verder ziet de inspectie ook dat alle universiteiten een of meerdere vertrouwenspersonen hebben, hoewel dat nog niet wettelijk verplicht is. Op slechts op vijf van de veertien universiteiten, hoorde de inspectie van henzelf, hebben de vertrouwenspersonen genoeg tijd en middelen.
Meldingen
De inspectie heeft ook gekeken naar hoeveel meldingen van ongewenst gedrag en hoge werkdruk op de universiteiten zijn gedaan. Zij heeft de respondenten van haar enquête vervolgens gevraagd of zij dit soort zaken hebben gemeld als ze ermee te maken hebben gehad. 57 procent deed dat niet. Redenen daarvoor liepen uiteen: velen wilden het simpelweg niet, anderen vonden het onveilig voelen of dachten dat het zinloos zou zijn.
Slechts op één punt heeft ‘aanwijsbare verbetering’ plaatsgevonden
Het aantal officiële klachten dat medewerkers van universiteiten indienen, staat volgens de inspectie ‘in contrast’ tot de aantallen uit haar eigen enquête. De inspectie concludeert daaruit dat klachtenprocedures er weliswaar zijn, maar niet goed functioneren. Dat zou deels te maken hebben met het hoge procedurele gehalte van de procedures, dat er geen oplossingen uit voort komen en nazorg ontbreekt.
Handelingsperspectief
Nadat de inspectie in 2020 concludeerde dat de universiteiten vele steken lieten vallen op het gebied van werkdruk en sociale veiligheid, moesten zij plannen van aanpak opstellen. Een jaar later stuurde de inspectie de instellingen een lijst van zeventien aandachtspunten. Zestien daarvan onderzocht de inspectie nu opnieuw en wat blijkt: slechts op één punt heeft ‘aanwijsbare verbetering plaatsgevonden’. Het gaat dan om het hebben van vertrouwenspersonen en ombudsfunctionarissen en de bekendheid van beide onder medewerkers.
Dat moet toch beter kunnen, meent de inspectie. In een ‘Handelingsperspectief’ draagt zij de colleges van bestuur op om het voortouw te nemen bij het verbeteren van alle problemen die de inspectie constateert. Ze beveelt de cvb’s aan om de achterliggende oorzaken van werkdruk en ongewenst gedrag systematisch in kaart te brengen. Ook geeft zij de besturen zes mogelijke opdrachten mee:
- Zorg dat centraal HR-beleid op decentraal niveau wordt doorgevoerd en geëvalueerd, en creëer afstemming en eigenaarschap over het opstellen en uitvoeren van PSA-beleid. (PSA staat voor psychosociale arbeidsbelasting)
- Ga na of er, vooruitlopend op eventuele aanpassingen in de financiering, mogelijkheden zijn om binnen de eigen instelling de fluctuerende studentenaantallen op te kunnen vangen.
- Zorg dat functie/beloning en taaklast in overeenstemming zijn met de in de CAO vastgelegde functieprofielen. Onderzoek ook of de eisen voor selectieprocedures en/of interne promoties in lijn zijn met UFO-profielen.
- Draag dit actief uit en werk aan een adequate aanpak van ongewenst gedrag die transparant, duidelijk en structureel van aard is.
- Onderzoek hoe de informele meldprocedures beter kunnen aansluiten op de behoeften van medewerkers met klachten over werkdruk en ongewenst gedrag. Bezie of andere, meer laagdrempelige, doch onafhankelijke en veilige, manieren effectiever zijn om het meldingssysteem beter te laten functioneren.
- Ga verder met de ontwikkeling van kwalitatief hoogwaardig leiderschap en zorg dat dit niet vrijblijvend is.
De Arbeidsinspectie geeft de universiteiten tot 2025 om zich zo te verbeteren dat zij zich als werkgevers aan hun wettelijke verplichten houden. In dat jaar komt er een vervolgonderzoek. Als dat weer geen verbeteringen laat zien, volgen ‘een eis tot naleving en mogelijk daarna een boete’.
Vakbond
Vakbond FNV noemt de uitkomsten van het onderzoek van de Arbeidsinspectie schokkend. “Dit kan zo niet langer”, zegt bestuurder Bernard Koekoek. “Het wetenschappelijk onderwijs schreeuwt om oplossingen.”
De inspectie heeft de colleges van bestuur rapporten over hun eigen universiteit gestuurd. FNV vindt dat ze die lokale rapporten openbaar moeten maken, zodat er per universiteit over de problemen gesproken kan worden. De TU Delft heeft dit al toegezegd.
Delta, Saskia Bonger/HOP, Bas Belleman
Wat zei de Onderwijsinspectie ook alweer over de TU Delft?
De Inspectie van het Onderwijs heeft van december 2022 tot november 2023 onderzoek gedaan naar grensoverschrijdend gedrag aan de TU Delft. In het rapport dat daarvan het resultaat is, spreken de onderzoekers onder meer van intimidatie, racisme, seksisme, pesten, uitsluiting, roddelen en sociale onveiligheid als gevolg van gebrek aan leiderschap.
De effecten bij TU-medewerkers die zich bij de inspectie hebben gemeld zijn vaak langdurig en belemmerend. De inspectie spreekt van psychologische en fysieke gezondheidsklachten, uitval en een algemeen gevoel van onveiligheid. Ook stress, burn-out, depressie en PTSS, huilbuien en gespannen thuissituaties komen voor, net als ziekte, overgeven op het werk, paniekaanvallen en hartkloppingen.
Bij het universiteitsbestuur is er volgens inspecteurs veel informatie aanwezig over wat er speelt op het vlak van sociale veiligheid, maar deze ‘verzuimt’ om ‘de optelsom te maken om tot een volledig beeld te komen’. Ook ‘stuurt het bestuur onvoldoende op passende maatregelen’. Om deze reden is er sprake van wanbeheer, aldus de inspectie.
In ons dossier lees je nieuws en achtergrondartikelen over het inspectierapport.
Comments are closed.