Column: Dap Hartmann

Wanbeheer

De gang naar de rechter die de TU overweegt naar aanleiding van het rapport van de onderwijsinspectie, lijkt meer een poging om het eigen straatje schoon te vegen dan om iets te doen aan de onderliggende oorzaken van de meldingen. De goede naam van de TU Delft herstel je niet in de rechtbank, maar door je een uitmuntend werkgever te tonen, vindt Dap Hartmann.

(Foto: Sam Rentmeester)

(Foto: Sam Rentmeester)

Afgelopen vrijdag ontving iedereen een uitnodiging van het college van bestuur om twee uur later naar een ‘duiding’ te komen luisteren van het rapport van de onderwijsinspectie over de sociale veiligheid bij de TU Delft. Omdat dit rapport binnenkort openbaar zou worden, wilde men op stel en sprong een verklaring afleggen. Dat klonk als paniek in de tent.

In de bomvolle zaal nam de collegevoorzitter het woord: “De inspectie wijst ons erop dat we meer aandacht moeten hebben voor een sociaal veilige werkomgeving […] wij zijn het daar volledig mee eens.” De conclusies en de kwalificaties van het rapport verwierp hij echter in krachtige bewoordingen.

Wie geschoren wordt moet stilzitten, maar de TU Delft overweegt om naar de rechter te stappen. Er is advies ingewonnen bij onderzoeksbureau Verinorm dat het rapport op 75 (!!) punten bekritiseert. De voornaamste conclusie luidt: ‘Het onderzoek is […] niet meer dan een verzameling van een beperkt aantal anonieme meldingen en geanonimiseerde interviews met medewerkers’.

Wow! Dit lijkt toch meer een poging om het eigen straatje schoon te vegen dan om iets te doen aan de onderliggende oorzaken van de meldingen.

Later die dag maakte de TU Delft het rapport openbaar. Ik denk niet dat de onderwijsinspectie daar blij mee zal zijn, want de TU Delft kaapt zo de primeur van de publicatie van hun onderzoeksrapport. En dan ook nog een rechtszaak aanspannen tegen diezelfde onderwijsinspectie? Is het verdedigen van de goede naam van de TU Delft belangrijker dan het verbeteren van onze werkomgeving?

Kom alsjeblieft niet aanzetten met alle commissies, functionarissen, protocollen, meetinstrumenten, aanbevelingen en andere window dressing, maar doe eindelijk eens iets structureels. Je kunt wel compassievol zeggen ‘Wij danken de melders, want alleen door melders kunnen we actie ondernemen’, maar waarom nu pas?

Velen vrezen voor de consequenties als ze hun mond opendoen

Want ieder jaar komen dergelijke meldingen binnen bij de vertrouwenspersonen en via de driejaarlijkse Medewerkersmonitor waaruit de Onderwijsinspectie citeert: ‘23 procent van de medewerkers heeft één of meerdere gevallen van ongewenste persoonlijke bejegening […] meegemaakt.’ Holy crap! Dat is bijna één op de vier medewerkers! Ook die zijn anoniem want velen vrezen voor de consequenties als ze hun mond opendoen.

Dit alles weet het cvb allang. Maar er is onvoldoende gedaan om de situatie te verbeteren en dus krijgen ze een tik op hun vingers van de onderwijsinspectie.

Ook ik vind het rapport van de onderwijsinspectie teleurstellend, maar om een andere reden dan het cvb. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen incidenten en structurele misstanden. Zo wordt er melding gemaakt van ‘pesten’. Gaat dat over het verstoppen van de nietmachine van je collega, of het ‘per ongeluk’ afbreken van haar laboratoriumopstelling? Ik ken een aantal gevallen van laatstgenoemde ‘pesterij’ en als ik het al weet, hoe vaak gebeurt zoiets dan in werkelijkheid? Kent het cvb deze gevallen ook? Zo nee, dan weten ze niet wat er binnen de organisatie speelt, en dat is zorgelijk. Maar zo ja, waarom hebben ze het dan niet opgelost en gezorgd dat het niet nogmaals kan gebeuren?

Naast een aantal zeer ernstige incidentele misstanden, ken ik ook structurele misstanden die al bestaan zolang ik bij de TU Delft werk, en die door veel collega’s beaamd worden. Begin daar eens mee, zou ik zeggen. De goede naam van de TU Delft herstel je niet in de rechtbank, maar door je een uitmuntend werkgever te tonen.

Dap Hartmann is universitair hoofddocent innovatie en ondernemerschap bij het Delft Centre for Entrepreneurship (DCE) aan de faculteit Techniek, Bestuur en Management. In een vorig leven was hij astronoom en werkte onder andere bij het Harvard-Smithsonian Center for Astrophysics. Samen met dirigent en componist Reinbert de Leeuw schreef hij een boek over moderne (klassieke) muziek.

Columnist Dap Hartmann

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

l.hartmann@tudelft.nl

Comments are closed.