(Foto: Justyna Botor)

De TU Delft leeft de Arbowet niet na. Ze neemt wel maatregelen om hoge werkdruk en ongewenst gedrag tegen te gaan, maar die zijn vaak niet gebaseerd op probleemanalyses. Ook is er geen zicht op de effectiviteit. Intussen heeft 37 procent van de medewerkers een verhoogd risico op een burn-out. De tijd om dit structureel te verbeteren raakt op.

Dat staat in een deelrapport van de Arbeidsinspectie over beleid tegen werkdruk en ongewenst gedrag op de TU. Het hoofdrapport over alle veertien universiteiten kwam op 14 mei al naar buiten. Hoofdconclusie: medewerkers van universiteiten lijden massaal onder een hoge werkdruk en ongewenst gedrag en hun werkgevers doen al jarenlang veel te weinig om dat te verbeteren.

Het is nu aan de universiteiten zelf om te bepalen of hun deelrapporten ook openbaar worden. De TU liet op 14 mei al weten dat ze haar rapport openbaar zou maken, en stelde eerst een reactie op voordat ze het 30 mei op intranet zette. Over die reactie later meer.

Het deelrapport van de Arbeidsinspectie leest als een bevestiging van het rapport van de Onderwijsinspectie, die begin dit jaar wanbeheer vaststelde als het gaat om de zorg voor medewerkers.

Aanloop

Het grote verschil tussen beide zit in de aanloop. Waar de Onderwijsinspectie na meldingen in 2022 een onderzoek startte en in maart 2024 een rapport publiceerde, doet de Arbeidsinspectie al jaren onderzoek op de universiteiten.

Zo vroeg ze al in 2020 om een actieplan ‘na signalen en meldingen met betrekking tot psychosociale arbeidsbelasting’. In 2021 gaf de inspectie daarop een terugkoppeling met een reeks aandachtspunten. In 2023 bezochten de inspecteur en een onderzoeker de TU opnieuw. Daarop volgt het huidige rapport, met een overzicht van de aandachtspunten uit 2021 voor alle universiteiten en wat daar ten tijde van de inspectie in 2023 door de TU Delft wel of niet aan was verbeterd.

De inspectie baseert zich bij dat oordeel op door de TU verschafte documenten, interviews met onder andere medewerkers van HR, de ondernemingsraad en vertrouwenspersonen en een enquête onder wetenschappelijk personeel die door 890 mensen is ingevuld.

Tasten in het duister

Uit het overzicht stijgt een beeld op dat ook uit het hoofdrapport over alle universiteiten naar voren komt: beleid dat een hoge werkdruk en sociale onveiligheid moet tegengaan, is vaak gericht op individuen en niet op onderliggende problemen. Beleid blijkt vaak niet op probleemanalyses te berusten. De werking van het beleid wordt nauwelijks gemonitord. De inspectie schreef in 2021 al dat de universiteiten daarvoor een zogenoemde ‘plan, do, check, act-cyclus’ (PDCA) moeten doorlopen. Nu schrijft ze over de TU dat er ‘onvoldoende [is] aangetoond dat het arbobeleid een volledige PDCA-cyclus doorloopt’.

De inspectie raadt de TU aan om haar medewerkers bij het verbeterproces te betrekken

Dat maakt dat de TU in het duister tast over allerlei zaken: hoeveel uren medewerkers daadwerkelijk werken, of zij al iets merken van Erkennen en Waarderen read-more-closed , welke van de twaalf wettelijke discriminatiegronden een rol spelen, wat de oorzaken zijn van ongewenst gedrag, welke maatregelen daar dus op aan moeten sluiten, of het aantal vertrouwenspersonen afdoende is, welke nazorg er bestaat voor slachtoffers van ongewenst gedrag.

Plannen van aanpak

De Arbeidsinspectie constateert dat er allerlei documenten zijn – zoals plannen van aanpak op faculteiten, jaarverslagen van vertrouwenspersonen en de ombudsfunctionaris en een gedragscode – maar dat de samenhang ontbreekt. “Integratie van al deze onderdelen lijkt wenselijk.”

De enquête die de Arbeidsinspectie in het najaar van 2023 uitzette onder wetenschappelijke medewerkers bevestigt die conclusie. De inspectie zegt erbij dat zij al haar bevindingen ook van toepassing acht op het ondersteunend personeel.

Een aantal uitkomsten over de TU Delft op een rij:
  • 40 procent van de respondenten is het eens met de stelling ‘er wordt van mij gevraagd om een extreme hoeveelheid werk te doen’.
  • 37 procent heeft een hoog tot zeer hoog risico op burn-out gezien de uitputting die zij ervaren.
  • Universitair docenten 2 vervullen gemiddeld 9 taken buiten én boven hun profiel.
  • 39 procent heeft de afgelopen twee jaar zelf te maken gehad met pesten en 33 procent met discriminatie.
  • 58 procent is er de afgelopen twee jaar getuige van geweest dat een collega werd gepest, en 52 procent zag hoe collega’s werden gediscrimineerd. Het meest ging het dan om nationaliteit of geslacht.
  • 52 procent ziet ‘machtsverschillen en afhankelijkheden’ als oorzaak van ongewenst gedrag, 40 procent wijt het aan het ‘ontbreken van leiderschapskwaliteiten bij managers’, 33 procent aan het ‘ontbreken van sancties voor personen die ongewenst gedrag vertonen’ (respondenten konden meerdere oorzaken aanvinken).
  • Van de maatregelen tegen werkdruk en ongewenst gedrag zijn velen niet op de hoogte. Slechts 2 van de 27 uitgevraagde maatregelen zijn bij meer dan de helft bekend: ‘vergaderluwe en emailluwe weken’ (55 procent), ‘mentoren voor PhD’s’ (53 procent).
  • De meeste van de 27 genoemde maatregelen zijn bij minder dan 20 procent bekend. Voorbeelden van de laagste percentages (beide 4 procent) zijn ‘verkleinen van commissies’ en ‘taakvermindering bij nieuwe taken’.
  • 27 procent heeft melding gedaan van te hoge werkdruk, 16 procent van ongewenst gedrag.
  • 49 procent van deze respondenten beoordeelt de afhandeling van de melding als voldoende tot heel goed, 51 als matig of slecht.

De uitkomsten zijn in lijn met die op andere universiteiten. Omdat zij al jaren geen blijk geven van verbetering, is de maat voor de Arbeidsinspectie bijna vol. Daarom kondigt zij voor 2025 zogenoemde handhavende inspecties aan, die ‘zijn gericht op de tekortkomingen in het arbobeleid van universiteiten’. De inspectie zal daarbij opnieuw aandachtspunten benoemen en kennis delen ‘zodat werkgevers makkelijker preventieve maatregelen kunnen nemen’.

Die werkwijze is niet vrijblijvend, zegt de inspectie erbij. Als de TU Delft en de andere universiteiten in 2025 geen verbetering laten zien kan de inspectie handhaven met een zogenoemde ‘eis tot naleving’ en daarna mogelijk een boete. De inspectie raadt de TU aan om haar medewerkers bij het verbeterproces te betrekken.

Reactie college van bestuur

Op intranet zegt het college van bestuur onder meer de bevindingen van de arbeidsinspectie ‘ter harte’ te nemen en dat de benodigde verbeteringen onderdeel worden van het zogenoemde veranderplan dat het half mei bij de Onderwijsinspectie heeft ingediend en dat moet leiden tot meer sociale veiligheid. Voor werkdruk komt een apart plan van aanpak. Ook speelt dat thema een rol binnen de huidige CAO. Daarin is afgesproken dat de TU een zogenoemd ‘werkplan werkdruk’ zal opstellen.

Wat zei de Inspectie van het Onderwijs ook alweer over de TU Delft?

De Inspectie van het Onderwijs heeft van december 2022 tot november 2023 onderzoek gedaan naar grensoverschrijdend gedrag aan de TU Delft. In het rapport dat daarvan het resultaat is, spreken de onderzoekers onder meer van intimidatie, racisme, seksisme, pesten, uitsluiting, roddelen en sociale onveiligheid als gevolg van gebrek aan leiderschap.

De effecten bij TU-medewerkers die zich bij de inspectie hebben gemeld zijn vaak langdurig en belemmerend. De inspectie spreekt van psychologische en fysieke gezondheidsklachten, uitval en een algemeen gevoel van onveiligheid. Ook stress, burn-out, depressie en PTSS, huilbuien en gespannen thuissituaties komen voor, net als ziekte, overgeven op het werk, paniekaanvallen en hartkloppingen.

Bij het universiteitsbestuur is er volgens inspecteurs veel informatie aanwezig over wat er speelt op het vlak van sociale veiligheid, maar deze ‘verzuimt’ om ‘de optelsom te maken om tot een volledig beeld te komen’. Ook ‘stuurt het bestuur onvoldoende op passende maatregelen’. Om deze reden is er sprake van wanbeheer, aldus de inspectie.

In ons dossier lees je nieuws en achtergrondartikelen over het inspectierapport.

Hoofdredacteur Saskia Bonger

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

s.m.bonger@tudelft.nl

Comments are closed.