Wetenschap

Promovendi uit China krijgen (iets) meer geld

Het China Scholarship Council en de Rijksuniversiteit Groningen verhogen vanaf 2023 de beurzen van Chinese beurspromovendi. De TU Delft doet dit niet.

In Delft promoveren momenteel 486 promovendi op een beurs van een externe partij. (Foto: Justyna Botor)

Beurspromovendi zijn promoverende onderzoekers die – in plaats van in dienst te zijn van hun universiteit en een salaris ontvangen – een beurs krijgen van een externe partij. Meestal is dat het land waar ze vandaan komen. Nederland telt ongeveer 4.200 promovendi (11 procent) van die beurspromovendi, blijkt uit cijfers van Universiteiten van Nederland die begin november zijn geactualiseerd.  Nederland telt in totaal zo’n 37 duizend promovendi. 

China is één van de landen die veel beurzen verstrekt aan promovendi. Via het China Scholarship Council (CSC) ontvangen de beurspromovendi die in Nederland werken zo’n 1350 euro per maand. Dat bedrag gaat omhoog. Vanaf september 2023 ontvangen CSC-promovendi tussen de 1500 en 1650 euro per maand, zei professor Harry Steinbusch van Maastricht University onlangs in een interview met Observant. Hij is de landelijke contactpersoon voor het China Scholarship Council.

Hoewel het bedrag nog niet op internetpagina’s van Nederlandse universiteiten bekend is gemaakt, wordt de verhoging wel bevestigd door promovendi waar Delta contact mee heeft gehad.

Onder het minimumloon
Universitaire journalistieke platforms schrijven geregeld over beurspromovendi, zoals Folia van de Universiteit van Amsterdam en landelijke media, zoals Follow the Money. De beurzen van deze categorie onderzoekers verschillen per verstrekker, maar doorgaans liggen ze onder het Nederlandse minimumloon (in 2022 lag dat op 1756 euro per maand). Ter vergelijking: een promovendus in loondienst verdient tussen de 2541 en 3247 euro bruto per maand. Maar liefst 51 procent van de promoverende onderzoekers in Nederland is als werknemer in dienst bij een universiteit. 17 procent van de onderzoekers zijn ‘extern gefinancierd’, wat doorgaans betekent dat ze worden gefinancierd door bedrijven. Bijna 5.900 (16 procent) onderzoekers zijn buitenpromovendi: zij promoveren op eigen kosten. De overige 5 procent is niet gecategoriseerd.

Ook de Rijksuniversiteit Groningen gaat het maandbedrag van beurspromovendi verhogen met 9,6 procent, al gaat het ditmaal om een inflatiecorrectie. De promovendi ontvingen eerder dit jaar nog 1850 euro per maand, vanaf 1 januari 2023 is dat 2092 netto. De UKrant, het onafhankelijk nieuwsplatform van de Rijksuniversiteit Groningen, schrijft dat de beslissing niet als een verrassing komt. ‘Eind september ontstond grote onrust onder beurspromovendi toen bleek dat ze niet – zoals in hun contract vermeld staat – een inflatiecorrectie kregen op hun beurs. In plaats daarvan bleek de universiteit de beurzen met 4 procent te hebben verhoogd, in lijn met de loonsverhoging van werknemers aan de universiteit die in de cao was overeengekomen’, aldus de UKrant.

Experiment stopt
Op dit moment zijn 923 beurspromovendi verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen. 376 van hen vallen onder het experiment met promotiestudenten dat meer dan zes jaar geleden begon. In juni werd bekend dat dit experiment stopt.

DUB, de onafhankelijke nieuwssite van de Universiteit Utrecht, maakte in november bekend dat de universiteit momenteel overweegt om de beurzen van beurspromovendi te verhogen. Daarvoor moet de universiteit een deal sluiten met de lokale belastingadviseur. Eerder heeft de universiteit dit ook al geprobeerd, maar toen bleek het niet mogelijk, laat een woordvoerder van universiteit Utrecht weten aan DUB. “Naar aanleiding van het artikel van Follow the Money gaan we opnieuw in overleg met de Utrechtse belastinginspecteur om te kijken of zo’n verhoging toch ook in Utrecht mogelijk is”, aldus de woordvoerder.

In Delft promoveren momenteel 486 beurspromovendi. 278 van hen ontvangen een beurs van het China Scholarship Council. De TU Delft vult de beurzen van beurspromovendi niet aan.

Nieuwsredacteur Annebelle de Bruijn

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

a.m.debruijn@tudelft.nl

Comments are closed.