Kan het nieuws over grensoverschrijdend gedrag bij The Voice of Holland een cultuuromslag betekenen op de TU Delft? Deze studenten hopen van wel.
In hoeverre kan het nieuws over grensoverschrijdend gedrag bij televisietalentenjacht The Voice of Holland een cultuurverandering binnen de TU Delft-community teweegbrengen? Delta sprak erover met drie TU-studenten en Amnesty-activisten: Fenna Timsi, Angelina de Leur en Susanna Stam.
Vertrouwenspersoon Sandra van der Hor vertelde in 2020 drie meldingen te hebben ontvangen van seksuele intimidatie. Komt dat volgens jullie overeen met de mate waarin seksueel overschrijdend gedrag voorkomt op de TU?
Fenna Timsi: “Uit onderzoek van Amnesty blijkt dat seksuele intimidatie 1 op de 10 vrouwelijke en 1 op de 100 mannelijke studenten overkomt. Het is lastig inschatten hoe vaak dat gemeld wordt, omdat een groot deel van het probleem zit in de fase vóórdat iemand een melding maakt. Studenten durven niet aan de bel te trekken. En als ze dat wél doen is het maken van een melding vaak een groter deel van het trauma dan wat hen is aangedaan. Ze krijgen te maken met victim blaming of worden niet serieus genomen. Eerlijk gezegd gaat het niet om het aantal meldingen, maar om wat er daarvóór gebeurt. Pas als we dat stigma tegengaan kun je iets zeggen over aantallen.”
‘Beleidsmatig valt er op de TU nog zoveel te winnen’
In hoeverre helpt het nieuws over The Voice daarbij?
Angelina de Leur: “Dankzij deze storm komt het gesprek op gang. Maar het is jammer dat er pas over wordt gesproken ná zo’n storm. Dat er geen cultuur heerst waar je iemand mag aanspreken op diens gedrag of waar je iets als vervelend mag ervaren.”
Timsi: “Tijdens de Let’s Talk About Yes-actieweek was daar volop aandacht voor en spraken we met TU-studenten over seks en instemming. Sindsdien merken we een verandering in de publieke opinie van studenten. Tijdens de actieweek organiseerden we een buitenbioscoop waar we de documentaire The Hunting Ground – over verkrachtingen op Amerikaanse campussen – toonden. Na afloop praatten we verder over het onderwerp. Tijdens het evenement kwam een groep jongens met een krat bier bij ons zitten. Na afloop hoorde ik hen zeggen dat ze blij waren dat ze waren gekomen en dat ze zich wilden inzetten voor een veilige omgeving voor iedereen. Studenten realiseren zich na zoiets pas wat er al langere tijd onder hun ogen gebeurde. Daar zie je een kleine cultuurverandering, maar beleidsmatig valt er op de TU nog zoveel te winnen.”
De buitenbioscoop tijdens de Let’s Talk About Yes actieweek. (Foto: Amnesty Delft)
Daarover gesproken, de TU heeft het Amnesty Manifest nooit ondertekend, maar stuurde begin deze week wel een algemene mail naar studenten en medewerkers met als onderwerp ‘TU Delft dient een veilige plek te zijn’. Wat vinden jullie daarvan?
Timsi: “Er is progressie, dat is een goed teken. Maar er is nog steeds geen focus op het probleem aanpakken bij de daders. Er moet iets veranderen in hoe wij met elkaar omgaan. Zonder dat aspect kun je geen cultuuromslag maken. In de mail verklaart de universiteit solidariteit, maar uiteindelijk gaat het om acties, niet om woorden.”
Wat voor acties kan de TU nemen?
Timsi: “Het zou fijn als de TU workshops over bijvoorbeeld seksuele intimidatie aanbiedt, dat zou veel impact hebben. Het is belangrijk dat goede omgangsvormen actief worden uitgedragen. Bij John de Mol/Talpa werd duidelijk dat de aanwezigheid van loketten alleen niet helpt. De vrouwen gaven zichzelf de schuld en meldden zich niet. Je moet het onderwerp bespreken en voorleven. Het cvb moet laten zien dat ze dit serieus oppikken. Tijdens de actieweek organiseerden we bijvoorbeeld een online workshop. In een uur tijd kreeg je handige tools die je direct kon toepassen.”
De TU sprak zich uit tegen het organiseren van workshops. Rob Mudde noemde ze “niet praktisch uitvoerbaar en niet effectief”. Liever bereiken ze studenten via studentenverenigingen. Gebeurt dat al?
De Leur: “Ja, wij hebben Virgiel bijvoorbeeld geholpen met zo’n training voor hun eerstejaars. Ook andere verenigingen pakken het voortvarend op, maar het probleem is dat niet alle TU-studenten lid zijn van een vereniging. Je bereikt een heel grote groep niet.”
Timsi: “Daarnaast zijn bestuurders van verenigingen studenten. Het zijn geen professionals die medestudenten kunnen ondersteunen bij traumaverwerking of de juiste kennis hebben over het onderwijzen over seksueel geweld.”
‘Machtsverhoudingen zijn overal, tussen professor en student, tussen student-assistent en student’
Daar hebben verenigingen toch vertrouwenspersonen voor?
De Leur: “Dat zijn ook studenten! Het is heel fijn dat ze er zijn, maar verenigingen moeten hier ieder jaar nieuwe leden voor werven en trainen. Het is veel efficiënter als de universiteit zoiets centraal regelt. Een vast contactpersoon voor alle studenten, wel of geen lid van een vereniging. Een persoon die aan iedereen dezelfde kwaliteit van zorg verleent.”
Timsi: “Zo’n taak bij studentenverenigingen neerleggen is ook niet terecht, want studenten ontmoeten elkaar nog steeds via de universiteit. Dat is de gemeenschappelijke deler. Een veilige omgeving zou voor iedereen moeten zijn. Andere universiteiten hebben het manifest wel ondertekend en denken nu na over een centrale aanpak. Gelukkig gaan wij binnenkort opnieuw in gesprek met de TU en andere overkoepelende studentenorganen, dus er is hoop.”
Susanna Stam: “Dan kunnen ze laten zien dat wat in de e-mail staat geen loze belofte is.”
Wat kan de TU-community volgens jullie leren als het gaat over machtsmisbruik?
Stam: “Ik hoop dat men inziet dat er machtsverhoudingen bestaan. Want die zijn overal, tussen professor en student, tussen student-assistent en student. Iedere student wil het vak halen, waardoor elke niet-student een bepaalde machtsverhouding heeft ten opzichte van de student. Wees je bewust dat die verhouding er is.”
Timsi: “Er is nog steeds een ongelijke machtsverhouding tussen mannen en vrouwen. Vooral in een studentenstad als Delft waar overwegend meer mannelijke studenten zijn. In onze maatschappij wordt een cultuur die seksueel geweld normaliseert in stand gehouden, waardoor daders geen verantwoording hoeven af te leggen. Zo ontstaat victim blaming. Het is daarom belangrijk dat iedereen meewerkt aan deze cultuurverandering: ook als je het gevoel hebt dat je niet direct iets fout doet.”
Studenten die slachtoffer zijn van grensoverschrijdend gedrag kunnen (net als medewerkers) contact opnemen met vertrouwenspersonen. Zijn zij hiervoor de aangewezen personen?
De Leur: “Wellicht als de structuur wordt aangepast. Lange tijd waren er maar een paar vertrouwenspersonen van wie het merendeel zich bezighield met wetenschappelijke integriteit. Daar ben ik van geschrokken, want dan zoek je als student niet snel contact. Je bagatelliseert eerder: moet ik voor zoiets ‘kleins’ contact opnemen met een externe vertrouwenspersoon? Pak het kleinschaliger aan en installeer op iedere faculteit een vertrouwenspersoon. Zo verlaag je de drempel voor studenten.”
Stam: “En het is belangrijk dat zo’n persoon weet hoe te reageren als een student melding maakt van dergelijk gedrag.”
- Heb jij een ongewenste seksuele ervaring meegemaakt en wil je daarover praten? Neem dan contact op met Centrum Seksueel Geweld, daar staan specialisten voor je klaar. Het kan ook fijn zijn om met mensen om je heen te praten.
- Omdat een op de tien studenten te maken krijgt met seksuele intimidatie is de kans groot dat jij misschien iemand een luisterend oor biedt. In dat geval is het fijn om te weten hoe je het beste kunt reageren. Het belangrijkste is dat je kalm blijft. Als jij de rust bewaart kan de ander zijn of haar verhaal doen. Meer gesprekstechnieken vind je in de #metoo gespreksetiquette.
- Inmiddels is het team vertrouwenspersonen op de TU uitgebreid. Zo zijn er vier lokale vertrouwenspersonen op de faculteiten die zich onder meer bezighouden met meldingen over grensoverschrijdend gedrag. Meer informatie vind je hier.
Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?
m.vanderveldt@tudelft.nl
Comments are closed.