Campus

TU ondertekent Amnesty-manifest niet. Wat doet ze wel tegen seksueel geweld?

De VU Amsterdam ondertekent als eerste het Amnesty-manifest tegen seksueel geweld onder studenten. De TU Delft neemt andere stappen. De studentenraad is kritisch.

(Foto: Dalia Madi)

Uit onderzoek van Amnesty Nederland bleek in juni dat verkrachting relatief vaak voorkomt onder studenten. Een op de tien vrouwen en één procent van de mannen wordt tijdens hun studietijd verkracht. Ook werd duidelijk dat de meeste studenten niet weten hoe zij binnen hun instelling hulp kunnen krijgen na seksueel geweld, of een klacht kunnen indienen.

Amnesty heeft alle universiteiten en hogescholen opgeroepen om een manifest te ondertekenen, waarin ze beloven hun studenten meer bescherming te bieden. Het manifest wil bijdragen aan preventie en betere hulp aan slachtoffers.

Workshop voor studenten
Het bestuur en de studentenraad van de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam zijn de eersten die hun handtekening hebben gezet. “We vinden het belangrijk dat studenten ons bij problemen weten te vinden”, zei VU-rector Vinod Subramaniam gisteren. “Dat geldt ook voor problemen die zich buiten de muren van de universiteit afspelen.” Hij hoopt op een cultuurverandering.

Ook de TU Delft hoopt op zo’n cultuurverandering, zei vice rector magnificus Rob Mudde afgelopen week in een overleg met de studentenraad, maar de universiteit heeft het manifest niet ondertekend. “Er staan zaken in die we niet willen, bijvoorbeeld een workshop voor alle studenten”, laat hij via een woordvoerder weten. “Dat is niet praktisch uitvoerbaar en helemaal niet effectief. We kunnen studenten immers niet dwingen deel te nemen.”

‘Ik vind het ontzettend ingewikkeld’

Wel onderneemt de universiteit andere stappen, antwoordde hij de studentenraad op vragen van Marijn Roelvink (Lijst Bèta). Zo heeft Mudde voor de zomervakantie een gesprek gehad met onder meer integrity officer Sabine Roeser en een Delftse studentvertegenwoordiger van Amnesty.
Op basis van dat gesprek heeft de universiteit besloten om contact te zoeken met studentenverenigingen. “Daar staat het onderwerp al op de agenda en zo bereiken we studenten sneller dan via de universiteit zelf”, aldus Mudde.
Hij wil een postercampagne starten over omgangsvormen en seksualiteit en heeft hij Studium Generale gevraagd om aandacht te besteden aan het thema. Daarnaast wil de universiteit de website waar hulp wordt aangeboden verbeteren. Volgens studenten zijn hulp en de route er naartoe namelijk moeilijk te vinden.

Buitenlandse universiteiten
Studentenraadslid Roelvink betwijfelt of deze aanpak toereikend is. “Niet iedereen is lid van een studentenvereniging.” Ze ziet meer heil in voorlichting aan eerstejaars studenten, bijvoorbeeld via de universiteit zelf. Mudde: “Ik vind het ontzettend ingewikkeld wat je dan moet doen en hoe je dat moet aanpakken.”

Roelvink stelde voor dat de universiteit bij hoger onderwijsinstellingen in het buitenland gaat navragen hoe zij het onderwerp aanpakken. “In het buitenland is al heel veel gedaan door universiteiten zelf. Op onderzoek uitgaan lijkt mij een betere houding dan zeggen: het is ingewikkeld dus doen we niets.”

(HOP / Delta)

HOP Hoger Onderwijs Persbureau

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

redactie@hogeronderwijspersbureau.nl

Comments are closed.