Columnist Bob van Vliet bepaalt liever zelf wat software en interfaces kunnen, in plaats van zich te voegen naar wat de techgiganten hebben bedacht. Hij blijkt niet de enige.
In mijn vorige column maakte ik een zijdelingse opmerking over mijn ergernis aan de beperkte mogelijkheden met de projectieschermen in onderwijszalen. Prompt kreeg ik een mail van de mensen die daar verantwoordelijk voor zijn. Wat zou ik dan willen dat er mogelijk was? Het bleek dat ze toevallig net aan uitbreiding van de interface aan het werken waren. Een week of twee later kreeg ik bericht dat alle functies die ik wilde hebben inmiddels beschikbaar zijn.
Hulde! En een mooi voorbeeld van waar ik vorige maand over schreef: hoe fijn het is wanneer we zelf onze ruimtes en gereedschap vormgeven. Het maakt ons onafhankelijk. Zelfstandig. ‘Resilient’, in de corporate-speak van onze recente Dies Natalis.
Nog een voorbeeld. (Ik realiseerde me dat ik die in mijn eerdere columns hierover nauwelijks gaf…) Vorig jaar wilde ik peer review inzetten in een van mijn vakken. Ik knapte af op bugs, vreemde ontwerpkeuzes, en slechte ondersteuning bij het commerciële product dat de TU daarvoor in licentie heeft. Ik week uit naar een Deens platform dat wel alles deed dat ik wilde. Maar in de zomer bleek dat zij hun product zo gingen ombouwen dat het voor mij onbruikbaar werd. Toen ik daarover sprak met een collega, wees zij me op peer.tudelft.nl, dat intern bij de faculteit EWI ontwikkeld wordt. Het was bijna alles waar ik behoefte aan had. En drie e-mails later was de extra functionaliteit die ik wilde hebben er ook in geprogrammeerd, net zoals eerder de wensen van mijn collega vlot, effectief, en in goed overleg doorgevoerd waren.
‘Ondersteun eigen initiatief structureel’
Ook op kleinere schaal is het fijn om gereedschap in eigen beheer te hebben. Jaren terug vond ik een briljant klein programmaatje: een tekstverwerker zonder de mogelijkheid om wat je typte nog aan te passen. Perfect om een eerste ruwe versie van een tekst op het scherm te krijgen, zonder vast te lopen in eindeloos opnieuw verwoorden of komma’s verschuiven in een tekst die later toch nog grondig op de schop gaat. Er waren een paar dingen die ik er niet fijn aan vond, dus als hobbyproject knutselde ik mijn eigen versie. Het origineel is inmiddels al jaren offline. Maar mijn kopie doet het nog. Ik schrijf er vaak de opzet van mijn columns mee. En als ik niet tevreden ben met hoe het werkt, dan pas ik het aan.
Het contrast kan haast niet groter met een overleg dat ik laatst had over de opzet van een reeks colleges en presentaties in Teams. Dat was eerder een exercitie in hoe wij onze plannen aan het systeem konden aanpassen dan andersom. Want ja, verzoekjes naar Microsoft mailen zet toch minder zoden aan de dijk dan drie keer heen-en-weer naar EWI.
Daar bij EWI zit trouwens maar een klein clubje. Voor de ontwikkeling van die nieuwe features voor Peer zijn ze afhankelijk van een student-assistent. Dat is dan weer niet heel resilient.
Ik zou het goed vinden als de TU dit soort initiatieven structureel en met een visie op de lange termijn zou gaan ondersteunen, uitbouwen, en vrij beschikbaar stellen voor mensen buiten Delft.
Bob van Vliet is docent bij de faculteit 3mE en gespecialiseerd in ontwerponderwijs. Reacties zijn welkom via B.vanVliet@tudelft.nl
Bob van Vliet / Columnist
Comments are closed.