Bob van Vliet geeft het liefst les in ruimtes waar hij zelf de tafels mag verschuiven. Hetzelfde geldt voor online lesgeven, maar dat is lastig met Zoom en Teams.
De Canadese ingenieur en activist Ursula Franklin definieerde technologie ooit als ‘the way things are done around here’. Techniek is praktijk. En daarmee ook cultuur. Onze machines, ons meubilair en onze software zijn onlosmakelijk verbonden met gewoontes, idealen, en machtsverhoudingen. Er is techniek die ons vrij en zelfstandig maakt, en er is techniek waar we ons aan over moeten geven.
Het liefst geef ik les in ruimtes die ik naar eigen inzicht kan inrichten. Ik haat het als je niet kunt of mag schuiven met tafels. En ik erger me dood aan zalen waar de vele mooie schermen en projectoren zó star zijn ingeregeld dat je nauwelijks kunt aanpassen wat waar getoond wordt, en wat niet.
Hetzelfde geldt voor online. Vorig jaar schrok ik ervan hoe snel en kritiekloos we ons en masse overgaven aan commerciële en gesloten software zoals Zoom en Teams. ‘We worden hoe dan ook gevormd door ons gereedschap’, schreef ik toen. ‘Dus kunnen we maar beter kiezen voor gereedschap dat we zelf vorm kunnen geven.’ Op een publieke instelling als de onze zouden we vol moeten inzetten op openbare alternatieven. Niet omdat open source goedkoper is – het ontwikkelen, onderhouden, en ondersteunen van goede software kost geld – maar omdat het ons de vrijheid geeft om zelf de digitale tafels te verschuiven, in plaats van dat dit ergens in Amerika gebeurt.
Als enkeling is het lastig ontsnappen aan zo’n collectief gebruik
Toch kon ik mijn collega’s die sprint naar private platforms moeilijk kwalijk nemen. Er waren immers maar mondjesmaat alternatieven beschikbaar. Bij paniek grijp je het gereedschap dat voorhanden is. Maar inmiddels zijn we bijna een jaar verder en is het delen van een Zoom-link uitgegroeid tot ‘the way things are done around here’.
Als enkeling is het lastig ontsnappen aan zo’n collectief gebruik. Toen er in december plots weer van alles op afstand moest, heb ook ik mijn meetings via Zoom gedaan. Dát is immers wat studenten gewend waren. En ze niet last minute vragen om die ene meeting of presentatie in een voor hun onbekend systeem te doen.
Ook komend kwartaal moet ik er waarschijnlijk aan geloven. Voor een groot bachelorvak waarvoor ik één van de docenten ben, moeten alle tussenpresentaties nu weer online. De verantwoordelijke docent heeft het te druk om veel tijd vrij te maken voor mijn geëmmer over veiligheid, privacy, en didactisch betere alternatieven. Hij is gewend aan presentaties in Zoom. Het komende vak op de voor hem bekende manier inrichten is voor hem de logische optie. Wederom kan ik hem dat moeilijk kwalijk nemen.
Techniek is cultuur. Dus gerichte verandering ervan vergt collectieve organisatie.
Al vóórdat het rampjaar 2020 losbarstte, waarschuwden de rectoren van de Nederlandse universiteiten in een gezamenlijk opiniestuk voor onze toenemende afhankelijkheid van private platforms. ‘Dit kan grote consequenties hebben’, schreven ze. ‘[Het onderwijs wordt] afhankelijk van bedrijven die de architectuur van platformen bepalen en aanpassen, zonder dat instellingen hier invloed op kunnen uitoefenen. Dit doet afbreuk aan de onafhankelijkheid van onderwijs en wetenschap.’ Ze kondigden aan dat de onderwijssector zelf gaat werken aan ‘een veilige en verantwoorde digitale omgeving’.
Goed plan. Snel uit de la halen waar het blijkbaar in terechtgekomen is.
Bob van Vliet is docent bij de faculteit 3mE en gespecialiseerd in ontwerponderwijs. Reacties zijn welkom via B.vanVliet@tudelft.nl
Bob van Vliet / Columnist
Comments are closed.