In een crisis grijp je het eerste gereedschap dat voorhanden is. Bob van Vliet ziet met lede ogen aan hoe enthousiast iedereen de software omarmt van datahongerige bedrijven.
‘We shape our tools, and thereafter our tools shape us’, luidt een populaire samenvatting van Marshall McLuhan. Die ‘we’ en ‘us’ zijn echter zelden dezelfde mensen. Meestal vallen wij hier in Delft duidelijk in de eerste categorie. Maar in de grote sprint naar afstandsonderwijs schikken velen zich in de tweede, passieve rol. Zonde. En onnodig.
Over online onderwijs worden al jaren grootse beloftes gedaan. Maar nu we het massaal in het echt aan het uitproberen zijn, blijkt afstandsonderwijs toch vooral gewoon heel afstandelijk te zijn.
Daarnaast komt de online universiteit in de praktijk neer op heel veel Zoom. Of Skype. Of Teams. Same same. Ik vind het treurig om te zien hoe enthousiast iedereen de gesloten systemen van private, winstgerichte, en datahongerige bedrijven binnen stapt. Zo wordt ons onderwijs vormgegeven door gereedschap dat vormgegeven is door mensen met heel andere belangen dan wij. Studenten worden gedwongen privacy en veiligheid op te geven. En het harde werk van improviserende docenten verdwijnt gemakkelijk achter slot en grendel.
Het doet me denken aan recent onderzoek met zelfrijdende auto’s. Ook daarvan wordt voorspeld dat ze ons een fantastische toekomst zullen brengen. En ook in die vergezichten geven we ons geld uit aan wat grote bedrijven ons voorschotelen, in plaats van dat we aan een publiek alternatief werken. De auto-industrie heeft immers meer geld dan de NS; de marketing van Tesla zal altijd flitsender zijn dan die van de HTM.
‘Laten we investeren in vrije, open software’
Ook deze fantasie is kort geleden in het echt getest. Onderzoekers gaven een groep proefpersonen een robotauto uit de toekomst, nagebootst door er gewoon een chauffeur in te zetten. Het gevolg? Mensen stuurden hun auto voor van alles overal heen. Terug naar huis omdat er bij het werk geen plek was om te parkeren, autonoom bestellingen ophalen bij de supermarkt, de puber naar vrienden rijden als je daar zelf geen tijd voor hebt, etcetera. Die ‘slimme’ auto’s reden veel meer kilometers dan hun domme voorgangers en zouden daardoor zomaar een ramp voor onze mobiliteit kunnen zijn, én voor het klimaat. Niets geen gouden toekomst. Nou ja, wél voor de auto-industrie. De proefpersonen kozen minder vaak voor openbaar vervoer. En zodra ze gewend waren aan het gemak van hun wonderauto’s, wilden mensen die niet meer afstaan.
Het wordt oppassen dat we niet, net als bij die auto’s, binnen no-time gewend zijn aan al die gelikte software uit Amerika, inclusief de grote nadelen ervan, en daarna niet meer verder kijken.
In een crisis grijp je natuurlijk het eerste gereedschap dat voorhanden is. Maar zodra de acute nood over is, zouden we als publieke instelling onze schouders moeten zetten onder publieke voorzieningen. Laten we investeren in vrije, open software voor het opnemen en bewerken van onze video’s. De TU kan hosting opzetten voor H5P, Jitsi, en BigBlueButton. Projecten zoals Zesje kunnen we uitbouwen tot een openbare infrastructuur voor collega-onderwijsinstellingen.
We worden hoe dan ook gevormd door ons gereedschap. Dus kunnen we maar beter kiezen voor gereedschap dat we zelf vorm kunnen geven.
Bob van Vliet is docent op de faculteit 3mE, na eerder bij Industrieel Ontwerpen en Bouwkunde les te hebben gegeven.
Bob van Vliet / Columnist
Comments are closed.