Nog niet zo lang geleden kon ik de deur van mijn kantoor openen en afsluiten met een sleutel. Dat is niet meer zo. De sloten op alle deuren in mijn faculteit zijn vervangen door kaartlezers die aan de hand van je campuskaart bepalen of je naar binnen mag of niet. Het voordeel hiervan ontgaat mij volledig.
Misschien dat nu geregistreerd wordt wie op welk tijdstip zijn kamer in dan wel uit gaat. Dat lijkt me een inbreuk op de privacy die, indien wettelijk toegestaan, in elk geval aan de medewerkers kenbaar zou moeten worden gemaakt. Dus een mededeling in de trend van ‘Vanaf heden worden al uw beweging minutieus vastgelegd. Wij zullen uw daadwerkelijke aanwezigheid regelmatig vergelijken met uw Outlook agenda, en toetsen aan uw tijdschrijven in TIM enterprises. Bij structurele discrepanties nodigen wij u uit voor een gesprek in kamer 101’.
Dit systeem heeft grote nadelen. Zo blijkt het noodzakelijk om je campuskaart ongeveer eens in de twee weken te activeren bij het Servicepunt. Dat wordt gemakkelijk vergeten, en zo gebeurt het regelmatig dat iemand aan het eind van de gang op de derde verdieping van de C-vleugel voor zijn kamer staat en ontdekt dat de deur niet opengaat. Kan hij weer helemaal terug naar het Servicepunt om zijn campuskaart te activeren. Waarom is dat? Waarom blijft die kaart niet actief zolang je in dienst bent van de TU Delft? Of wordt ons dienstverband in het kader van de herijking telkens met twee weken verlengd?
Nog niet zo lang gelden werd mijn kamer in mijn afwezigheid schoongemaakt. Ongeveer tweemaal per week zag ik, als ik ’s morgens binnenkwam, dat de prullenbak en de blauwe papierbak waren geleegd. Plakkerige vegen waren stille getuigen van het schoonmaken van mijn bureau. Dat is niet meer zo. Nu wordt er eens per week op mijn deur geklopt waarna, zonder de uitnodiging ‘binnen’ af te wachten, een schoonmaakster (waarom zijn het toch altijd vrouwen?) binnenkomt die onverwijld met haar werkzaamheden begint. Terwijl ik aan het werk ben! Ik kan moeilijk kwaad op haar worden, want ik weet dat zij ook maar gestuurd wordt. Ik moet het met haar baas opnemen. Of beter nog met de minkukel die hiervoor binnen de TU verantwoordelijk is.
Ik denk dat ik het antwoord al weet: bezuinigingen en overdag schoonmaken is goedkoper dan ’s avonds. Geef me dan een rol plastic zakken, wijs me waar de afvalcontainers staan, dan doe ik het zelf wel. Nu word ik verzocht mijn voeten op te tillen omdat er onder mijn bureau gestofzuigd moet worden! Vorige week was het toppunt. Midden in mijn jaarlijkse functioneringsgesprek – na onverdoofde castratie met twee bakstenen mijn minst favoriete bezigheid – kwam de schoonmaakster de kamer binnen en begon doodleuk met een klamme lap over het bureau te vegen. Niemand zei iets, verbouwereerd als we waren door wat we aanschouwden.
Hoe hebben we het zover kunnen laten komen? Soms denk ik dat het een uit de hand gelopen grap is van sadistische managers die kijken hoe ver ze kunnen gaan met ons sarren met nieuwe regeltjes en procedures. Maar dat is natuurlijk niet zo. Toch?
Dap Hartmann is astronoom. Hij werkt als onderzoeker bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management.
Comments are closed.