Opinion

[Column] Sadistisch universum

Nog niet zo lang geleden kon ik de deur van mijn kantoor openen en afsluiten met een sleutel. Dat is niet meer zo. De sloten op alle deuren in mijn faculteit zijn vervangen door kaartlezers die aan de hand van je campuskaart bepalen of je naar binnen mag of niet. Het voordeel hiervan ontgaat mij volledig.

A large sheet of paper that could be folded so small to easily fit in a pocket doesn’t seem so exciting. However, if that piece of paper is unfolded a couple of times and turns into a lightweight cell phone, things start getting much more interesting. And if one can then unfold it even more until it becomes the size of an iPad on which one could watch movies, it’s now a fascinating invention. 

While this still sounds like science fiction, this is what the exciting future of the e-paper holds, according to researchers. The first step in this direction is the development of an e-paper telephone. This week the PaperPhone was introduced by researchers at Canada’s Queens University’s Human Media Lab(Canada) and Arizona State University’s Motivational Environments Research Group. Over the next five years the researchers will develop the PaperPhone.

“I’m not surprised they made a phone out of e-paper,” says Kees Beenakker, scientific director of the Delft Institute of Microsystems and Nanoelectronics (Dimes). “New technologies make it possible to create circuits that have the same performance as conventional transistors but could for example be made at a low temperature on foil.”

Beenakker’s group is also developing e-paper. “The kind of paper we’re working on is different from the PaperPhone,” says Dimes associate professor, Dr Ryoichi Ishihara. “This phone is still rigid on one side, where the battery and the electronics are located. The other side is flexible and has an electronic display. We’re currently working on paper that has all the electronics integrated and has no boundaries.” 

He is therefore not impressed with the hardware of the new phone, but adds: “I am however impressed with the interface. The phone has a sensor that senses how the paper is bent and adjusts the screen and information accordingly. When one folds the paper in half, the screen changes. That’s an additional added-value of the flexible paper.”

Another big issue is the phone’s reliability Ishihara says. “It’s a challenge to make the paper flexible and very strong at the same time. It should not mechanically break nor be deformed when someone drops it or bends it too roughly. This issue is not yet solved. But it should be, otherwise a paper phone will not have a future.”

The PaperPhone is already facing a lot of competition. Some years ago a Dutch company, Polymer Vision, created a phone with a rollable display. Samsung, Toshiba and Philips are also developing foldable phones. “At the moment the phones can only show black and white texts. However, when they can display colour, and after that movies, foldable phones will probably take over the smartphone market.”

But this will only happen when the concept cracks the toughest nuts, Beenakker emphasizes. “We’re proving that the e-paper phone could be made,” he says. “However, the technology must still be proven on a larger, industrial scale. It has many advantages, because it’s lightweight and thin, but making it a success all boils down to price and the ability to produce it on a large scale.” 

Ishihara is optimistic: “I believe that within ten years there is a really big chance that most people will be using e-paper phones instead of smartphones and tablets.” 

Misschien dat nu geregistreerd wordt wie op welk tijdstip zijn kamer in dan wel uit gaat. Dat lijkt me een inbreuk op de privacy die, indien wettelijk toegestaan, in elk geval aan de medewerkers kenbaar zou moeten worden gemaakt. Dus een mededeling in de trend van ‘Vanaf heden worden al uw beweging minutieus vastgelegd. Wij zullen uw daadwerkelijke aanwezigheid regelmatig vergelijken met uw Outlook agenda, en toetsen aan uw tijdschrijven in TIM enterprises. Bij structurele discrepanties nodigen wij u uit voor een gesprek in kamer 101’.


Dit systeem heeft grote nadelen. Zo blijkt het noodzakelijk om je campuskaart ongeveer eens in de twee weken te activeren bij het Servicepunt. Dat wordt gemakkelijk vergeten, en zo gebeurt het regelmatig dat iemand aan het eind van de gang op de derde verdieping van de C-vleugel voor zijn kamer staat en ontdekt dat de deur niet opengaat. Kan hij weer helemaal terug naar het Servicepunt om zijn campuskaart te activeren. Waarom is dat? Waarom blijft die kaart niet actief zolang je in dienst bent van de TU Delft? Of wordt ons dienstverband in het kader van de herijking telkens met twee weken verlengd?


Nog niet zo lang gelden werd mijn kamer in mijn afwezigheid schoongemaakt. Ongeveer tweemaal per week zag ik, als ik ’s morgens binnenkwam, dat de prullenbak en de blauwe papierbak waren geleegd. Plakkerige vegen waren stille getuigen van het schoonmaken van mijn bureau. Dat is niet meer zo. Nu wordt er eens per week op mijn deur geklopt waarna, zonder de uitnodiging ‘binnen’ af te wachten, een schoonmaakster (waarom zijn het toch altijd vrouwen?) binnenkomt die onverwijld met haar werkzaamheden begint. Terwijl ik aan het werk ben! Ik kan moeilijk kwaad op haar worden, want ik weet dat zij ook maar gestuurd wordt. Ik moet het met haar baas opnemen. Of beter nog met de minkukel die hiervoor binnen de TU verantwoordelijk is.


Ik denk dat ik het antwoord al weet: bezuinigingen en overdag schoonmaken is goedkoper dan ’s avonds. Geef me dan een rol plastic zakken, wijs me waar de afvalcontainers staan, dan doe ik het zelf wel. Nu word ik verzocht mijn voeten op te tillen omdat er onder mijn bureau gestofzuigd moet worden! Vorige week was het toppunt. Midden in mijn jaarlijkse functioneringsgesprek – na onverdoofde castratie met twee bakstenen mijn minst favoriete bezigheid – kwam de schoonmaakster de kamer binnen en begon doodleuk met een klamme lap over het bureau te vegen. Niemand zei iets, verbouwereerd als we waren door wat we aanschouwden.


Hoe hebben we het zover kunnen laten komen? Soms denk ik dat het een uit de hand gelopen grap is van sadistische managers die kijken hoe ver ze kunnen gaan met ons sarren met nieuwe regeltjes en procedures. Maar dat is natuurlijk niet zo. Toch?


Dap Hartmann is astronoom. Hij werkt als onderzoeker bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management.

Columnist Dap Hartmann

Do you have a question or comment about this article?

l.hartmann@tudelft.nl

Comments are closed.