Wetenschap

Wat hoorde minister Dijkgraaf van TU-pioniers in open science?

Demissionair minister Dijkgraaf zat vorige maand om tafel met TU’ers die betrokken zijn bij open science. De bijeenkomst was besloten en Delta sprak de deelnemers nadien.

Demissionair minister Robbert Dijkgraaf (in het midden van de tafel aan de overkant) ontmoette op 7 september de open science pioniers in de TU Delft Library. (Foto: TU Delft)

De universiteiten van Utrecht en Delft worden gezien als voorlopers op het gebied van open science in Nederland. Het was daarom geen toeval dat demissionair minister van onderwijs, cultuur en wetenschappen Robbert Dijkgraaf op 7 september naar Delft kwam, zegt programmaleider open science Frank van der Hoeven die bij de bijeenkomst aanwezig was.

Eerder was de minister al op de TU voor de start van het Regieorgaan Open Science NL. Dit is een NWO-onderdeel dat met een budget van 20 miljoen euro per jaar de transitie naar open science moet versnellen.

Hoge score
Ogenschijnlijk gaat het hartstikke goed met open wetenschapsbeoefening op de TU Delft. Zo was dit jaar 98 procent van de publicaties van de TU Delft vrij toegankelijk. Open access publicatie is de nieuwe standaard geworden.

Onderzoekers tekenen in hun arbeidsovereenkomst dat ze daarmee akkoord gaan. Daarnaast heeft een aanpassing van het auteursrecht geholpen om naar bijna volledig open access te komen. Het ‘amendement van Taverne’ bepaalt dat een Nederlandse wetenschappelijke publicatie zes maanden na verschijning openbaar toegankelijk wordt in de repository van de universiteitsbibliotheek.

  • Open access, open data, open science – zie de kaders onderin voor wat er inmiddels allemaal onder open science valt, en welke soorten van open access er bestaan.

Frustratie
De open science-beweging begon in Nederland omstreeks 2010 vanuit frustratie, vertelt Van der Hoeven. Bibliotheken hadden moeite om abonnementen te blijven betalen voor dure tijdschriften terwijl onderzoekers wel gratis hun diensten verleenden aan de uitgevers in de vorm van beoordeling van artikelen (peer review).

Daarnaast kwam er een schandaal aan het licht van een hoogleraar die onderzoeksdata verzonnen had. Beide ontwikkelingen riepen om meer openheid in de wetenschap: vrije toegang tot wetenschappelijke publicaties en onderzoeksgegevens.

Open science kentallen (Infographic: TU Delft OPEN)

Hoe staat het zo’n dertien jaar later met de vrije toegang tot wetenschappelijke publicaties en onderzoeksdata? Minister Dijkgraaf sprak daarover met vijf onderzoekers die een actieve rol vervullen in de open science-beweging. Wat kan en moet er anders en beter? Delta belde hen naderhand om hun inbreng te horen.

Open science is proper science
Dr. Junzi Sun, onderzoeker luchtverkeersmanagement, is een betrokken lid van de open science-community van de TU Delft. Hij is één van de mensen die stelt dat ‘Open science is proper science’ of omgekeerd. Daarmee onderstrepen ze het belang van openheid en transparantie voor een betrouwbare wetenschapspraktijk.

Hoe voorkom je dat je kennis weggeeft waar anderen misbruik van kunnen maken?

Het gesprek met Dijkgraaf was in het Nederlands. Dit belette Sun om aandacht te vragen voor wat hij noemt ‘het gevecht met de uitgevers’ over de soms exorbitante bedragen die auteurs moeten betalen om hun artikel openbaar toegankelijk te maken (zie kader Open access). Als alternatief zette Sun, samen met een netwerk van experts en TU Delft Open publishing, het open access-tijdschrift Journal of Open Aviation Science op.

Verder zou Sun meer aandacht willen voor de spanning tussen enerzijds open access publiceren als standaard en het handhaven van kennisveiligheid anderzijds. Hoe voorkom je dat je kennis weggeeft waar anderen militair of commercieel misbruik van kunnen maken terwijl je toch de openheid behoudt? Dat had Sun nog graag besproken met de minister.

Meer dan een artikel
Wanneer dr. Dimitra Dodou publiceert over haar onderzoek naar de interactie tussen mens en robot levert ze meer dan een artikel. Ze doet er ook een bijlage bij met alle data, scripts (computerprogramma’s, red.), protocollen voor de experimenten, en demo-video’s als registratie van de experimenten. “Dus als iemand het experiment wil doen, dan kunnen ze onze methode gebruiken om te repliceren”, legt ze uit.

‘Corrigeren is alleen maar goed’

De keerzijde van die openheid is kwetsbaarheid. Iemand kan een fout ontdekken in je onderzoeksdata of in de verwerking ervan. “Natuurlijk is dat niet leuk,” geeft Dodou toe, “maar je kunt leren van je fouten en corrigeren is alleen maar goed.”

Open omgang met onderzoeksgegevens is ook wel een generatiedingetje, zegt Dodou. Promovendi leren tegenwoordig van datamanagers hoe ze hun onderzoeksgegevens geschikt kunnen maken voor publicatie. Veel van de oudere hoogleraren vinden dat niet zo nodig.

Extra werk
Ook dr. Anneke Zuiderwijk, universitair hoofddocent aan de faculteit Techniek, Bestuur & Management, is voorstander van het delen van onderzoeksgegevens middels open data. Ze publiceerde dit jaar nog een artikel over het belang van het delen van data om samenwerking tussen verschillende sectoren mogelijk te maken.

‘Bereid je voor de start van een onderzoek al voor op openbaarmaking’

Eenvoudig is dat overigens niet. Onderzoekers moeten gegevensrisico’s beperken, ze moeten voldoen aan de wetgeving voor gegevensbescherming én zorgen voor een verantwoord gebruik van gegevens. Dat is veel werk waar nauwelijks prioriteit aan wordt gegeven.

Dat moet veranderen, vindt Zuiderwijk, anders komt openstelling van onderzoeksdata niet van de grond. Dat kan door het beschikbaar maken van data te erkennen als deel van je werk als onderzoeker. “Bijvoorbeeld door dat aan te kaarten in een functioneringsgesprek”, stelt Zuiderwijk voor. “Je kunt het extra werk grotendeels ondervangen door je voor de start van een onderzoek al voor te bereiden op openbaarmaking van de gegevens.”  Eerder blikte ze op de TBM-website terug op de bijeenkomst.

Publicatie als software
Er voltrekt zich een paradigmaverandering, zegt concertpianiste en computerwetenschapper Cynthia Liem (faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica). In plaats van een klassiek artikel heeft ze het liever over een ‘kennisartifact’. Want hoewel veel online gepubliceerd wordt, is het denken over publicaties nog gebaseerd op een gedrukt artikel in een tijdschrift.

Liem zou graag zien dat het reviewproces, dat nu erg gefocust is op een artikel bij een tijdschrift of conferentie, in kleinere stappen zou gebeuren, met een bredere focus dan alleen de tekst. “Ik zou graag meer met dit paradigma willen experimenteren”, zegt ze, “maar ik zie dat veel mensen er nog niet klaar voor zijn.”

‘In open source kijkt iedereen mee’

Het schrijven van een artikel zou meer moeten lijken op open source-softwareontwikkeling, stelt ze in een publicatie in IEEE xplore. Ze introduceert er de term kennisartifact voor een artikel in wording, waarbij de inspanning van velen in stapjes, maar gericht en open, wordt meegenomen.

“In de meeste software zitten bugs maar in open source kijkt iedereen mee. Dit voorkomt dat je releases van supergammele programma’s krijgt, en gebruikers kunnen vanuit eigen expertise actief bijdragen aan updates en verbeteringen. Het lijkt me mooi om ook in de wetenschap zo te kunnen werken.”

Bouwtekening
IO-alumnus Jerry de Vos won twee jaar geleden de James Dyson Award duurzaamheidsprijs voor de plastic scanner die hij in zijn afstudeerproject bij Integrated Product Design (faculteit Industrieel Ontwerpen) had ontwikkeld. De handscanner onderscheidt verschillende soorten plastic zodat de gebruiker kan zien wat wel of niet geschikt is voor hergebruik.

Zijn Plastic Scanner staat nu op de Open Hardware website met een pagina over de verdere ontwikkeling. Tijdens de ontmoeting met Dijkgraaf heeft De Vos zijn vinding gedemonstreerd.

‘Je moet heel duidelijke documentatie schrijven’

Ook De Vos kwam erachter dat het beschikbaar stellen van zijn ontwerp veel extra werk met zich meebrengt. “Je moet heel duidelijke documentatie schrijven waar mensen makkelijk mee aan de slag kunnen. Een ander ding is ook wel duidelijk communiceren en gefocust blijven op het oorspronkelijke probleem.”

De Vos denkt dat studenten die idealistisch gedreven zijn om iets goeds te doen voor de samenleving het meerwerk voor lief nemen. Voor hen biedt open hardware mogelijkheden om “samen een probleem op te lossen, kennis te delen over hardware en software en zo snel mogelijk verder komen.”

Reviewstaking
“Aan het begin van de open science-beweging wilden we transparanter en eerlijker werken in wetenschap. Dat is grotendeels gelukt”, constateert programmaleider Frank Van der Hoeven. “Maar het is niet gelukt om de kosten te beheersen. Ieder jaar zijn we meer kwijt aan de uitgevers. Dat zijn machtige bedrijven die niet gauw toegeven. De review, die onderzoekers gratis en vaak in hun eigen tijd doen, is de Achilleshiel van de uitgevers. Daarmee hebben we een machtig wapen in handen. Ik vind dat we eigenlijk naar een reviewstaking moeten gaan om uitgevers te dwingen hun tarieven te matigen.”

Armere landen toegang bieden tot de wetenschappelijke podia

Van der Hoeven wil daarmee niet alleen de kosten verminderen voor rijkere universiteiten, maar vooral ook armere landen toegang bieden tot de wetenschappelijke podia. “Ik was dit voorjaar in Rwanda en Oeganda. Als je ziet hoe die universiteiten eraan toe zijn. Die kunnen niet even 2.000 euro vrijmaken voor article processing costs en ze kunnen ook geen deal sluiten met grote uitgevers om tijdschriften toegankelijk te maken voor hun staf.”

Van der Hoeven is daarom voorstander van Diamond Open access (zie kader) waarbij je niet betaalt om te lezen, en ook niet om te publiceren. Daartussen zit dan een uitgever zoals MIT press die zich richt op het zo kostenefficiënt mogelijk delen van de kennis.

Bibliotheken hadden moeite om abonnementen te blijven betalen voor dure tijdschriften terwijl onderzoekers wel gratis hun diensten verleenden aan de uitgevers in de vorm van beoordeling van artikelen. (Foto: Delta-archief)
Open science-programma

Het nieuwe open science programma aan de TU Delft omvat vijf projecten:

  • Open education – gratis toegang van onderwijsprogramma’s geïnspireerd op open courseware en MOOCs.
  • Open publishing – dienstverlening om de drempel voor open publicaties te verlagen.
  • FAIR data & software – dienstverlening om gebruik van software en data transparanter te maken. FAIR staat voor Findable, Accessible, Interoperable, Reuseable.
  • Civic engagement – inzet van wetenschapscommunicatie om lagere en middelbare scholen meer te betrekken bij technisch-wetenschappelijk onderzoek (in ontwikkeling).
  • Open hardware – volledige documentatie online waarmee anderen een apparaat kunnen maken zoals een plastic scanner of een luchtkwaliteitssensor.
De TU Delft Library speelt een centrale rol in de open science-beweging. (Foto: Tomas Zwart)
Open access in vijf kleuren

De overeenkomst tussen verschillende vormen van open access is kosteloze toegang tot wetenschappelijke publicaties. De manier waarop dat bereikt wordt verschilt nogal.

  • Diamond open access – Noch de lezer, noch de auteur betaalt voor de publicatie. Dat kan alleen omdat het medium verzorgd wordt door academici en andere vrijwilligers die daar tijd voor vrijmaken. (Ook wel: Platinum open access)
  • Gold open access – Biedt directe toegang tot gepubliceerde artikelen. De manier waarop de kosten verrekend worden verschillen.
  • Green open access – Open publicatie van een artikel in willekeurig welk tijdschrift via de repository, meestal na verloop na een embargo-periode. Het Taverne-amendement gaat uit van zes maanden.
  • Hybrid open access – Een gesloten tijdschrift geeft open toegang tot een bepaald artikel als de auteur daarvoor betaalt. De kosten van zo’n Article Processing Charge (APC) kan uiteenlopen van twee- tot tienduizend euro.
Wetenschapsredacteur Jos Wassink

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

j.w.wassink@tudelft.nl

Comments are closed.