Waarden zijn geen wisselgeld

Gezien de toenemende financiële druk heeft het college van bestuur (cvb) van de TU Delft alle faculteiten opgedragen om individuele routekaarten aan te leveren om hun jaarlijkse uitgaven met 10 procent te verminderen.

De Delft Young Academy (DYA) steunt veel van de strategieën om geld te besparen die momenteel worden besproken. Maar we maken ons ook zorgen over sommige voorgestelde maatregelen. Wij vinden dat de TU Delft een bijzondere verantwoordelijkheid heeft om het welzijn van haar jonge academici (Early Career Academics, ECA’s) te waarborgen. Hun vertrouwen in en identificatie met de universiteit zal het ecosysteem van de TU Delft in de komende jaren mede vormgeven.

Gezien de hoge werkdruk die ECA’s ervaren en hun kwetsbare positie (zie het debat over het ius promovendi), is het bijzonder zorgwekkend dat veel faculteiten direct hun aandacht op het onderwijs hebben gericht — wat deze groep waarschijnlijk onevenredig zal treffen. Deze focus kan ook de lopende inspanningen om het ideaal van Erkennen & Waarderen te realiseren ernstig ondermijnen.

Om financiële maatregelen duurzaam te maken — zonder de idealen van Erkennen & Waarderen aan te tasten, werkdruk onevenredig te verhogen, of competitie en stress te verergeren — doen wij, met bijzondere aandacht voor de zorgen van ECA’s, onderstaande aanbevelingen. Als we ons als instelling op een inclusieve en sociaal veilige manier willen ontwikkelen, dan achten wij het van groot belang dat met de volgende punten rekening wordt gehouden.

Onderwijslast moet eerlijk worden verdeeld.

De onderwijstaken van vertrekkende medewerkers moeten gelijkmatig worden verdeeld onder de overblijvende stafleden — zowel junior als senior academici. Veel manieren om het onderwijs efficiënter te maken kunnen negatieve gevolgen hebben voor zowel docenten als studenten, wat gebalanceerd moet worden (zie ook de suggesties hieronder).

Er bestaat geen universele oplossing die past bij de diverse programma’s

Wij waarschuwen dat sommige maatregelen degenen kunnen treffen die nu al veel onderwijs verzorgen. Bijvoorbeeld: het verminderen van voorbereidingstijd voor vakken leidt tot een onevenredige verhoging van de werkdruk voor medewerkers die bij meerdere vakken betrokken zijn, zoals onderwijsgedreven academic career trackers en docenten.

Docenten zijn het best in staat om onderwijshervormingen en innovaties te beoordelen en oplossingen af te stemmen op hun eigen behoeften en die van studenten.

Er bestaat geen universele oplossing die past bij de diverse programma’s. Docenten moeten de autonomie krijgen om de impact van veranderingen op hun vakken te evalueren en actief betrokken worden bij de besluitvorming.

In sommige gevallen is het effectiever om het aantal vakken te verminderen (zoals verouderde of weinig gekozen keuzemodules) in plaats van het vergroten van de groepsgrootte bij werkgroepen. Werkgroepen bieden essentiële momenten van sociale interactie en maken vaak meer persoonlijk onderwijs mogelijk.

Reizen is voor sommigen belangrijker dan voor anderen.

Het is in het belang van huidige en toekomstige generaties om internationaal reizen te beperken. Junior onderzoekers zijn echter, meer dan hun senior collega’s, genoodzaakt om een internationaal netwerk op te bouwen.

De oproep om reisuitgaven uit de eerste geldstroom te beperken, moet daarom specifiek gericht worden op senior academici. Zij dragen bovendien de verantwoordelijkheid om junior onderzoekers toegang te geven tot hun bestaande netwerken. Daarnaast is het raadzaam om externe kosten, zoals die van reisbureaus, te verminderen.

Verlaag de prestatiedruk op andere terreinen.

De toenemende onderwijseisen — zelfs als ze eerlijk verdeeld worden — leggen extra druk op ECA’s, van wie de mentale gezondheid al onder druk staat. Om die toenemende druk te compenseren, moet de TU Delft haar verwachtingen bijstellen op andere prestatiegebieden, zoals onderzoeksoutput en subsidieaanvragen. Leidinggevenden moeten expliciet maken dat zij niet verwachten dat de productiviteit op hetzelfde niveau blijft.

Versterk de veerkracht.

Ondanks deze uitdagingen zien wij kansen om de toekomstige veerkracht van de TU Delft te versterken. Dit is een gelegenheid om samen een positieve toekomstvisie voor de universiteit te formuleren. De Delft Young Academy draagt hier graag aan bij met workshops, wereldcafés, backcasting of andere samenwerkingsgerichte vormen van strategische toekomstverkenning, om zo de veerkracht van de instelling te vergroten en een positieve visie voor onze toekomst te ontwikkelen.