Opinie

Vier oproepen aan de TU Delft

De Nederlandse wetenschapper moet ondernemender worden, en de Nederlandse student exacter. Staatssecretaris Karien van Gennip van economische zaken deed tijdens de Technologiedag, afgelopen zaterdag, vier oproepen aan de TU Delft.

/strong>

Vorige maand brachten de minister van economische zaken en ik de Innovatiebrief uit. Daarin beschrijven we wat nodig is om de komende jaren te komen tot een kennisklimaat waarin lef en ondernemerszin worden gewaardeerd. Met internationale aantrekkingskracht en publiek-private samenwerking.

Dit vraagt ook van de TU Delft een inzet. Als iemand weet wat innoveren is, dan bent u het: als Delftse student, als Delftse wetenschapper, als Delfts ingenieur. Neem uw verantwoordelijkheid en innoveer!

Ik zie vier terreinen waarop de TU Delft haar inspanningen kan intensiveren. Allereerst, werken aan een beter imago van techniek en technici. U klaagt over het teruglopende aantal studenten. Terecht. Als ik mijn eigen studie als voorbeeld mag nemen: in mijn eerste jaar technische natuurkunde had ik 220 medestudenten. Nu is dat het landelijke aantal eerstejaars. Dat is zorgwekkend, want mensen met een hoogwaardige, technische opleiding zijn een belangrijke grondstof voor onze kenniseconomie. Maar alleen klagen helpt niet.

Hiervoor heb ik bij McKinsey gewerkt. Als daar de verkoop van een product terugliep, riepen we niet dat dat aan de markt lag. Dan pasten we het product aan, stelden een marketingplan op en gingen aan de slag. Dat zou de TU Delft ook moeten doen. Actief werken aan imagoverbetering en nog eens goed naar de producten kijken.

Bovendien is het nodig te laten zien wat techniek voor de maatschappij kan betekenen. Een artikel in ‘De Ingenieur’ is prima, maar het is wel voor eigen publiek. Via ‘de Volkskrant’ of ‘NRC Handelsblad’ bereik je een veel breder publiek. U als TU Delft hebt genoeg aansprekende vindingen.

Biervat

Neem de strips op de pakken van onze schaatskernploeg. Hier ontwikkeld. In opdracht van NOC-NSF en gebaseerd op een principe uit de luchtvaart. Of misschien hebben studenten meer affiniteit met een lichtgewicht, flexibel biervat? Afgeleid van de kunststof brandstoftanks van raketten. Op basis van ruimtevaartkennis aan de TU ontwikkeld, met subsidie van EZ. Dan is er natuurlijk de Delftse zonnewagen, de Nuna-II. Daarin zijn zonnecellen en accu’s gebruikt die aanvankelijk ontwikkeld zijn voor de ruimtevaart.

Deze voorbeelden laten zien dat de TU Delft genoeg redenen heeft om trots te zijn. Draag dat uit en zorg voor de bijbehorende public relations. Laat zien dat techniek leuk is. Dan zal ook het aantal eerstejaars aantrekken.

Daarnaast heeft Delft een verantwoordelijkheid om kennis niet op de plank te laten verstoffen. Wetenschappers moeten veel meer oog hebben voor de maatschappelijke en commerciële toepasbaarheid van hun vindingen. Tot voor enige jaren voerde u een actief en gedurfdbeleid op het gebied van kennisexploitatie en octrooien. U heeft van alle universiteiten de meeste octrooien op uw naam staan. Maar de overdracht daarvan naar het bedrijfsleven blijft achter. Dus leiden goede vindingen van de TU Delft tot onvoldoende innovatieve producten.

Ik heb gehoord dat u grote plannen heeft om de kennisexploitatie met hernieuwde kracht op te pakken. Ik moedig u aan om dit samen te doen met EZ.

Ten derde moet de TU Delft zorgen voor meer technostarters. Op dit terrein valt in vergelijking met andere universiteiten veel te winnen. Wanneer we het aantal spin-offs relateren aan de omvang van uw universiteit, komt u na Twente en Eindhoven. Het lijkt mij voor u een mooie uitdaging om studenten te interesseren en ook voor te bereiden op een carrière als ondernemer.

Daarmee levert u ook een bijdrage aan het wegwerken van de achterstand op het buitenland. De Nederlandse kennisinstellingen lopen met gezamenlijk honderd spin-offs per jaar namelijk zo’n dertig tot veertig procent achter ten opzichte van andere Europese universiteiten.

En tenslotte wil ik u oproepen tot meer samenwerking. Binnen de TU, maar zeker ook daarbuiten. De samenwerking met Twente en Eindhoven is al een grote sprong voorwaarts. De eerste ideeën voor onderwijssamenwerking heb ik gezien. Die voor onderzoek nog niet. Ik ben benieuwd. Ik las overigens in Delta dat de TU’s weer gas terugnemen. En dat u het wilt houden bij virtuele samenwerking. Ik hoop dat u de moed kunt opbrengen een grote stap verder te doen.

De auteur studeerde technische natuurkunde aan de TU Delft en is staatssecretaris van Economische Zaken. Haar toespraak is door de redactie voor publicatie bekort en bewerkt.

De Nederlandse wetenschapper moet ondernemender worden, en de Nederlandse student exacter. Staatssecretaris Karien van Gennip van economische zaken deed tijdens de Technologiedag, afgelopen zaterdag, vier oproepen aan de TU Delft.

Vorige maand brachten de minister van economische zaken en ik de Innovatiebrief uit. Daarin beschrijven we wat nodig is om de komende jaren te komen tot een kennisklimaat waarin lef en ondernemerszin worden gewaardeerd. Met internationale aantrekkingskracht en publiek-private samenwerking.

Dit vraagt ook van de TU Delft een inzet. Als iemand weet wat innoveren is, dan bent u het: als Delftse student, als Delftse wetenschapper, als Delfts ingenieur. Neem uw verantwoordelijkheid en innoveer!

Ik zie vier terreinen waarop de TU Delft haar inspanningen kan intensiveren. Allereerst, werken aan een beter imago van techniek en technici. U klaagt over het teruglopende aantal studenten. Terecht. Als ik mijn eigen studie als voorbeeld mag nemen: in mijn eerste jaar technische natuurkunde had ik 220 medestudenten. Nu is dat het landelijke aantal eerstejaars. Dat is zorgwekkend, want mensen met een hoogwaardige, technische opleiding zijn een belangrijke grondstof voor onze kenniseconomie. Maar alleen klagen helpt niet.

Hiervoor heb ik bij McKinsey gewerkt. Als daar de verkoop van een product terugliep, riepen we niet dat dat aan de markt lag. Dan pasten we het product aan, stelden een marketingplan op en gingen aan de slag. Dat zou de TU Delft ook moeten doen. Actief werken aan imagoverbetering en nog eens goed naar de producten kijken.

Bovendien is het nodig te laten zien wat techniek voor de maatschappij kan betekenen. Een artikel in ‘De Ingenieur’ is prima, maar het is wel voor eigen publiek. Via ‘de Volkskrant’ of ‘NRC Handelsblad’ bereik je een veel breder publiek. U als TU Delft hebt genoeg aansprekende vindingen.

Biervat

Neem de strips op de pakken van onze schaatskernploeg. Hier ontwikkeld. In opdracht van NOC-NSF en gebaseerd op een principe uit de luchtvaart. Of misschien hebben studenten meer affiniteit met een lichtgewicht, flexibel biervat? Afgeleid van de kunststof brandstoftanks van raketten. Op basis van ruimtevaartkennis aan de TU ontwikkeld, met subsidie van EZ. Dan is er natuurlijk de Delftse zonnewagen, de Nuna-II. Daarin zijn zonnecellen en accu’s gebruikt die aanvankelijk ontwikkeld zijn voor de ruimtevaart.

Deze voorbeelden laten zien dat de TU Delft genoeg redenen heeft om trots te zijn. Draag dat uit en zorg voor de bijbehorende public relations. Laat zien dat techniek leuk is. Dan zal ook het aantal eerstejaars aantrekken.

Daarnaast heeft Delft een verantwoordelijkheid om kennis niet op de plank te laten verstoffen. Wetenschappers moeten veel meer oog hebben voor de maatschappelijke en commerciële toepasbaarheid van hun vindingen. Tot voor enige jaren voerde u een actief en gedurfdbeleid op het gebied van kennisexploitatie en octrooien. U heeft van alle universiteiten de meeste octrooien op uw naam staan. Maar de overdracht daarvan naar het bedrijfsleven blijft achter. Dus leiden goede vindingen van de TU Delft tot onvoldoende innovatieve producten.

Ik heb gehoord dat u grote plannen heeft om de kennisexploitatie met hernieuwde kracht op te pakken. Ik moedig u aan om dit samen te doen met EZ.

Ten derde moet de TU Delft zorgen voor meer technostarters. Op dit terrein valt in vergelijking met andere universiteiten veel te winnen. Wanneer we het aantal spin-offs relateren aan de omvang van uw universiteit, komt u na Twente en Eindhoven. Het lijkt mij voor u een mooie uitdaging om studenten te interesseren en ook voor te bereiden op een carrière als ondernemer.

Daarmee levert u ook een bijdrage aan het wegwerken van de achterstand op het buitenland. De Nederlandse kennisinstellingen lopen met gezamenlijk honderd spin-offs per jaar namelijk zo’n dertig tot veertig procent achter ten opzichte van andere Europese universiteiten.

En tenslotte wil ik u oproepen tot meer samenwerking. Binnen de TU, maar zeker ook daarbuiten. De samenwerking met Twente en Eindhoven is al een grote sprong voorwaarts. De eerste ideeën voor onderwijssamenwerking heb ik gezien. Die voor onderzoek nog niet. Ik ben benieuwd. Ik las overigens in Delta dat de TU’s weer gas terugnemen. En dat u het wilt houden bij virtuele samenwerking. Ik hoop dat u de moed kunt opbrengen een grote stap verder te doen.

De auteur studeerde technische natuurkunde aan de TU Delft en is staatssecretaris van Economische Zaken. Haar toespraak is door de redactie voor publicatie bekort en bewerkt.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.