Birgit van Driel heeft haar mening gegeven over de protesten op de campus tegen de medeplichtigheid van de universiteit aan genocide, apartheid, en onderdrukking van Palestijnen. In onze reactie zullen we eerst de status van onze onderhandelingen met het college van bestuur toelichten en daarna reageren op haar tactische suggesties.
Ten eerste geloven wij niet, zoals Birgit aanneemt, dat de discussies met het college van bestuur constructief waren of dat onze argumenten eerlijk zijn aangehoord. In onze beleving was het bestuur meer geïnteresseerd in het wegwuiven van onze zorgen in plaats van die naar behoren te overwegen. We hebben bijvoorbeeld laten zien hoe Israël de F-35 gebruikt om oorlogsmisdaden te plegen, wat de TU Delft medeplichtig maakt bij het blijven helpen ontwikkelen ervan. Het bestuur verwierp dit en herhaalde zijn intentie met de NAVO en de EU samen te werken voor onze veiligheid. Samenwerken met de NAVO stelt bedrijven niet vrij van het internationaal humanitair recht.
Dit is een moedwillige misinterpretatie van de reden achter de academische boycot
Daarnaast verduidelijkten wij hoe alle Israëlische universiteiten medeplichtig zijn aan Israëls misdaden, citerend: Towers of Ivory and Steel: How Israeli Universities Deny Palestinian Freedom geschreven door de Joods-Israëlische geleerde dr. Maya Wind. Het bestuur antwoordde: “Wij vinden het belangrijk om kritische Israëlische wetenschappers niet te isoleren, net zo goed als dat wij er sterk aan hechten onze Palestijnse collega’s te steunen.” Dit is een moedwillige misinterpretatie van de reden achter de academische boycot, namelijk om institutionele, niet interpersoonlijke banden te verbreken. Bovendien, het zijn Israëlische universiteiten die kritische stemmen isoleren door academici en studenten te schorsen. En ten slotte, hoe kan het bestuur “er sterk aan hechten onze Palestijnse collega’s te steunen” en tegelijkertijd helpen met het bombarderen van Palestijnse academici?
Het college van bestuur zei een moreel beraad te willen organiseren zodat in alle samenwerkingen de internationale wetgeving gerespecteerd wordt. Twee weken later sprak de rector dit tegen met de uitspraak dat de universiteit nooit banden met Israëlische instituten zal verbreken, tenzij de overheid sancties oplegt. Hij beweerde dat dit de academische vrijheid beschermt, maar die kan niet bestaan zonder eerst het internationale humanitaire recht te handhaven. Er moet verantwoording kunnen worden afgelegd.
Bovenstaand zijn voorbeelden van reacties van het college van bestuur, ter illustratie van hun afwijzende en misleidende benadering van de zorgen van de demonstranten.
Wij moedigen studenten en werknemers altijd aan om met ons te praten
Ten tweede: Birgit geeft tactische suggesties als “het aandragen van nieuwe argumenten” en “het sluiten van compromissen”. Al staan wij altijd open voor nieuwe perspectieven, wij zullen geen concessies doen aan onze fundamentele eis: de universiteit moet zich houden aan internationale humanitaire wetgeving. Daartoe hebben wij eisen voor de korte en lange termijn gepresenteerd die zowel betrekking hebben op de huidige aanhoudende genocide in Gaza als op het bredere probleem van Israëls langdurige bezetting en onderdrukking van Palestijnen.
Sinds het begin van onze beweging zijn wij “op zoek gegaan naar bondgenoten”, zoals Birgit suggereert. Wij organiseren wekelijks discussies op verschillende plekken op de campus waar studenten ons vragen kunnen stellen. Wij moedigen studenten en werknemers altijd aan om met ons te praten bij het kampement, vooral als zij niet dezelfde mening delen. Actieve deelname is vanaf dag één een leidend principe geweest in onze beweging.
Wat de strategieën betreft, wij hebben onze acties voortdurend aangepast in reactie op de continue afwijzing vanuit het bestuur. Te beginnen acht maanden geleden met teach-ins en petities, gevolgd door het kampement, het benoemen van de olifant in de kamer bij ME en, meest recent, de bezettingen van de ME-gebouwen en de Aula. Wij volgen het historisch precedent van onze universiteiten in 1969, toen de roep om democratisering van de universiteiten geen gehoord vond en studenten het Maagdenhuis bezetten. Deze bezetting heeft geleid tot een veel democratischer structuur op de Nederlandse universiteiten en luidde een tijdperk in van ongekend politiek bewustzijn onder studenten en medewerkers. Dit hopen wij terug te brengen.
Ten slotte bedanken wij Birgit voor de tijd die zij heeft genomen om over onze beweging na te denken en te schrijven. Haar antwoord bevestigt dat activisme cruciaal is om belangrijke kwesties op de agenda te krijgen; als we ons ME en de Aula niet opnieuw hadden toegeëigend, hadden we in plaats daarvan een column over een demissionaire minister gehad. Wij hopen hier een aantal belangrijke punten verduidelijkt te hebben over de onderhandelingen, onze doelstellingen en onze strategieën. In een tijd waarin ernstige onrechtvaardigheden en misdaden in stand worden gehouden, is het onze plicht om in actie te komen. Wij zullen niet toegeven.
Ir. Mayank Gupta werkt als onderzoeker bij de afdeling Process & Energy van de faculteit Mechanical Engineering.
Comments are closed.