Twee op de drie TU-studenten maken seksueel grensoverschrijdend gedrag mee tijdens hun studietijd. Dat blijkt uit onderzoek van Delta.
Van de studenten die afgelopen maand deze enquête van Delta invulden, zeggen twee op de drie weleens seksueel grensoverschrijdende ervaringen te hebben gehad sinds ze aan de TU Delft studeren. Bij een derde van die studenten was dat gedrag afkomstig van iemand die aan de universiteit verbonden is, meestal als student, maar in een paar gevallen ook als docent (grafiek).
- Het Centrum voor Seksueel Geweld biedt hulp aan iedereen die een ongewenste seksuele ervaring heeft meegemaakt. Je kunt gratis en anoniem chatten of bellen met 0800-0188.
- De universiteit heeft vertrouwenspersonen voor medewerkers en studenten waar je ongewenst gedrag kunt melden. Zij luisteren naar je verhaal en kunnen je helpen en doorverwijzen. Daarnaast is er een klachtenregeling ongewenst gedrag (zie hoofdstuk 10).
11 procent
Studenten hebben verschillende seksueel grensoverschrijdende ervaringen. Het gaat over penetratie (11 procent, allen vrouw) of orale seks tegen hun wil (5 procent), ongewenst aangeraakt (51 procent) of gezoend worden (18 procent), verbaal seksueel grensoverschrijdend gedrag zoals nageroepen worden op straat en seksueel getinte grappen of opmerkingen (50 procent) of digitale vormen zoals seksueel getinte grappen en opmerkingen via sociale media en dickpics (15 procent).
Vergelijkbaar onderzoek van Amnesty International onder alle studenten in Nederland toonde gelijke cijfers. Ook uit die enquête kwam naar voren dat een op de tien vrouwelijke studenten tijdens de studententijd seks heeft gehad tegen haar wil. Verkrachting overkwam ook 1 procent van de mannelijke studenten, aldus Amnesty. Uit het onderzoek van Delta blijkt dat geen van de mannelijke respondenten een dergelijke ervaring heeft.
Fysiek grensoverschrijdend gedrag in de vorm van ongewenst aanraken of zoenen vindt vooral plaats op studentenverenigingen en in uitgaansgelegenheden (grafiek). Ongewenste penetratie en ongewenste orale seks spelen zich juist af in studentenhuizen. Verbaal grensoverschrijdend gedrag gebeurt overwegend op straat (catcalling) en in uitgaansgelegenheden.
Weinig meldingen
Hoewel ruim twee derde van de ondervraagde studenten zegt seksueel grensoverschrijdend gedrag mee te maken tijdens de studietijd, melden studenten dit zelden bij de universiteit. Vertrouwenspersonen ontvingen in 2020 en 2021 samen vijf meldingen van seksuele intimidatie.
Ook uit de enquête van Delta blijkt dat maar een klein deel van de slachtoffers dit meldt bij een vertrouwenspersoon, studieadviseur, docent of andere medewerker van de universiteit. Van de studenten die tegen hun wil (orale) seks hadden, meldde meer dan 80 procent dit niet. Bij de andere vormen van seksueel grensoverschrijdend gedrag ligt dit percentage nog hoger: 95 procent.
Waarom zo weinig studenten melding maken, heeft verschillende redenen (grafiek). Sommige respondenten zeggen het gevoel te hebben zelf verantwoordelijk te zijn (‘Ik twijfelde aan mezelf, was het misschien mijn eigen schuld?’), schamen zich voor wat er is gebeurd, vinden het niet serieus genoeg om te melden (‘Ik dacht destijds dat dit ‘gewoon’ iets was wat je als meisje kan overkomen’) of hebben het idee dat melden geen nut heeft (‘Ik heb niet het gevoel dat er iets mee gedaan wordt, waardoor het mij meer frustreert dan helpt’).
Ook weten weinig studenten waar ze binnen de universiteit naartoe kunnen met hun meldingen van seksueel grensoverschrijdende ervaringen. Een op de drie studenten die de vragenlijst invulden weet een vertrouwenspersoon te vinden. Bijna de helft (46 procent) van de respondenten weet niet waar ze grensoverschrijdend gedrag kunnen melden of hoe zij op de universiteit een officiële klacht over grensoverschrijdend gedrag kunnen indienen (71 procent).
Daarnaast hebben lang niet alle studenten vertrouwen in een zorgvuldige afhandeling van een melding bij de universiteit. 53 procent van de studenten is positief, 40 procent heeft geen vertrouwen en 7 procent weet het niet (grafiek). Studenten met seksueel grensoverschrijdende ervaringen hebben nog minder vertrouwen (49 procent) in een goede afhandeling.
Trainingen over consent
Als het gaat over ongewenste aanrakingen of catcalling, het naroepen op straat, merken de respondenten veelvuldig op dat het ‘erbij hoort’. “Ongewenst aanraken gebeurt heel vaak tijdens het uitgaan. Hoe zielig en kut het ook is, je kunt er weinig aan doen”, schrijft een student. “Op de TU, waar het merendeel van de studenten man is, worden regelmatig seksueel getinte opmerkingen gemaakt over vrouwen”, zegt een ander.
61 procent van de respondenten zou daarom graag zien dat de universiteit studenten bewust maakt van gezonde seksuele omgangsvormen, 24 procent staat daar neutraal in en 15 procent verwacht hierin niets van de TU (grafiek).
Bijna alle studenten (86 procent) vinden dat de universiteit ervaringen van TU-studenten met seksueel grensoverschrijdend gedrag moet onderzoeken. 90 procent van de studenten vindt dat de universiteit straffen moet uitdelen als een student of medewerker seksueel grensoverschrijdend gedrag vertoont.
Daarnaast wil ruim veertig procent van de studenten dat de TU trainingen aanbiedt over consent, bijvoorbeeld over hoe je instemming voor seksuele handelingen kunt geven en instemming kunt vragen.
“Praten over consent lijkt niet aantrekkelijk”, laat een respondent weten. “Maar ik denk dat het onderwerp meer aandacht moet krijgen. Verschillende verenigingen hebben samen met de TU een intentieverklaring ondertekend, maar ik ben zelf geen lid van een vereniging. Daarbuiten moet er ook aandacht voor zijn.”
Psychische klachten
De gevolgen voor de studenten die seksueel grensoverschrijdend gedrag hebben meegemaakt, zijn groot. Vooral studenten die ongewenste penetratie meemaakten, houden daar achteraf vaak last van. Een op de drie hield er psychische klachten aan over en een op de vijf kreeg seksuele problemen (grafiek). “Ik vond het in mijn nieuwe relatie erg moeilijk om te ontspannen tijdens de seks, terwijl mijn huidige partner wel mijn grenzen respecteert en juist heel begripvol is”, schrijft een respondent. Een ander zegt bang te zijn geworden voor mannen en zegt dat ze sindsdien geen mannelijke vrienden meer heeft.
Maar ook ongewenste opmerkingen laten sporen na. Zo kreeg een respondent last van angstklachten nadat ze op straat werd nageroepen. “Het duurde maanden voordat ik realiseerde dat het niet mijn fout was en ik mezelf kon vergeven dat ik niet durfde te reageren.” Een andere student zette tijdens de coronatijd haar Zoom-camera aan waarna ze appjes met grensoverschrijdende opmerkingen ontving. “Ik durfde daarna niet meer mee te doen aan de les.”
Reactie college van bestuur
In reactie op het onderzoek zegt vice rector magnificus Rob Mudde: “De resultaten van deze enquête passen vrijwel naadloos in de uitkomsten van het onderzoek dat Amnesty Nederland vorig jaar publiceerde. Je schrikt je te pletter, maar de cijfers verbazen ons in dat opzicht niet. Wel maken we ons grote zorgen om de huidige studentencultuur.”
“Voor alles dat onder de vlag van onderwijs op de campus gebeurt, zijn wij als universiteit verantwoordelijk. Voor wat er gebeurt in de privésfeer, zoals in studentenhuizen of op verenigingen, niet. Maar als een student in die privésfeer te maken krijgt met seksueel grensoverschrijdend gedrag zijn er wel enorme repercussies. Bijvoorbeeld voor hun studie. Daarin kunnen we het als universiteit beter doen. Zo blijkt uit dit onderzoek dat de hulplijnen lastig te vinden zijn. Inmiddels zijn wij volop bezig met het verbeteren van de vindbaarheid van vertrouwenspersonen en studieadviseurs op de website.” (lees verder)
Verantwoording
214 studenten vulden onze uitgebreide vragenlijst in tussen 21 april en 1 juni 2022. De respondenten zijn verdeeld over alle faculteiten. 42 procent is masterstudent, 58 is bachelorstudent. 12 procent van de respondenten is een internationale student. Het aandeel internationale studenten is in verhouding minder dan het huidige percentage TU-studenten (24 procent, peildatum 14 juni 2022).
De verhouding tussen mannelijke en vrouwelijke studenten is vrijwel gelijk. 50 procent van de respondenten is man, 49 procent is vrouw en 1 procent identificeert zich met geen van beide geslachten. Op basis van het huidige percentage vrouwelijke TU-studenten (31 procent, peildatum 14 juni 2022) zijn zij in dit onderzoek oververtegenwoordigd. Wil je meer weten over de aanpak van het onderzoek? Lees dan deze uitgebreide verantwoording.
- We zijn dankbaar voor de openheid van alle respondenten die de tijd genomen de vragenlijst in te vullen. Dit leverde veel verschillende resultaten op die we niet allemaal in een artikel kunnen behandelen. Inmiddels hebben wij met meerdere respondenten – die hun contactgegevens achterlieten – verder gesproken. Aan deze en alle andere verhalen besteden we in volgende artikelen aandacht. In verband met de zomervakantie publiceren we de vervolgartikelen aan het begin van het nieuwe collegejaar.
Dit onderzoek is tot stand gekomen dankzij de hulp van redacteuren Tim Ficheroux en Feba Sukmana van Erasmus Magazine en de wetenschappers van het Erasmus Love Lab. Lees hier meer over de uitkomsten van Rotterdams onderzoek.
Waar kun je terecht voor hulp?
- Heb jij een ongewenste seksuele ervaring meegemaakt en wil je daarover praten? Neem dan contact op met Centrum Seksueel Geweld, daar staan specialisten voor je klaar. Je kunt gratis en anoniem chatten of bellen met 0800-0188.
- Het kan ook fijn zijn om met mensen om je heen te praten.
- Ook de TU Delft biedt ondersteuning. Je eerste aanspreekpunt is hiervoor altijd je studieadviseur.
- Die brengt je, als jij dat wilt, in contact met de afdeling Integrale Veiligheid. Zij begeleiden studenten bij het doen van aangifte wanneer zij slachtoffer zijn van seksueel grensoverschrijdend gedrag.
- De studieadviseur kan je doorverwijzen naar de studentpsychologen. Zij bieden kortdurende begeleiding aan van maximaal drie gesprekken. Is er behoefte aan langdurige hulp, dan verwijzen zij je door naar de huisarts of een psycholoog buiten de TU. Je mag ook altijd op eigen initiatief contact opnemen met de studentpsychologen als je daar behoeft aan hebt.
- Je kunt altijd met je eigen huisarts of de Studentengezondheidszorg (SGZ) contact opnemen. Mocht de huisarts in het weekend niet aanwezig zijn, dan kun je (in Delft) contact opnemen met de huisartsenpost via 015-2511930. Meer informatie kun je vinden op de website.
- Het kan goed zijn om contact op te nemen met een vertrouwenspersoon. Meer informatie vind je hier.
- Omdat een op de tien studenten te maken krijgt met seksuele intimidatie is de kans groot dat jij misschien iemand een luisterend oor biedt. In dat geval is het fijn om te weten hoe je het beste kunt reageren. Het belangrijkste is dat je kalm blijft. Als jij de rust bewaart kan de ander zijn of haar verhaal doen. Meer gesprekstechnieken vind je in de #metoo gespreksetiquette.
Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?
m.vanderveldt@tudelft.nl
Comments are closed.