Op weg naar de Winterspelen: curler Tobias van den Hurk

Hoe ben je bij curling terechtgekomen?

“Ik ben opgegroeid in Zoetermeer, waar de enige echte curlingbaan van Nederland is. Toen ik 10 jaar was, zag ik een artikeltje in de krant van een open dag. Daar ben ik heen gegaan en het is blijven hangen. Sinds 2022 speel ik in de voltijd herenselectie.”

Wat is jouw rol? Moet jij gooien of vegen?

“Allebei! Dat is de standaardvraag op feestjes. In curling gooien alle vier de spelers om de beurt twee stenen. Ik ben als eerste, de lead. Terwijl een speler gooit, vegen er twee en staat er een aan de overkant, de skip. Die staat bij het huis, waar de stenen heen moeten. Hij zegt hoe je moet gooien. Traditioneel gooit de skip als laatste. Hij heeft bepaald waar iedereen moet gooien, en mag het zelf afmaken.
De skip veegt niet, en dat kun je vaak zien. In een team heb je drie ‘goedgebouwde’ spelers, de skip kan wat slanker zijn. Die moet vooral nadenken.”

Wat vind je leuk aan curling?

“Het is heel afwisselend. Ik gooi nu lead, maar heb vroeger ook op andere posities gespeeld. Ik gooi niet alleen, maar veeg ook. Daarnaast moet je nadenken, inschatten waar de steen komt en communiceren met je mede-veger en de skip. Dus heel veel dingen tegelijkertijd.”

We willen het er makkelijk laten uitzien, terwijl het eigenlijk heel moeilijk is

Hoe trainen jullie?

“Het gooien kun je op jezelf trainen, met je team oefen je meer hoe het in de wedstrijd gaat. We doen ook veel conditie- en krachttraining, in de sportschool. Voor curling train je echt het hele lichaam. Je hebt veel balans nodig, maar ook kracht, en precisie en controle voor je sliding. Voor het vegen doen we weer andere oefeningen.
We willen het er makkelijk laten uitzien, terwijl het eigenlijk heel moeilijk is. Bij vegen denken mensen ‘ohja, gewoon een beetje bezemen’, maar dat is hartstikke moeilijk en daar staan we ook heel veel voor in de fitnessruimte.”

Veeg je eigenlijk met een gewone bezem?

“Vroeger wel, toen gebruikten ze bezems van riet maar tegenwoordig zijn ze heel geavanceerd. Een paar jaar geleden kwam er een heel harde bezem op de markt, waarmee je de stenen enorm kon beïnvloeden. Daar had de maker een patent op aangevraagd. Wij hebben lang een nadeel gehad ten opzichte van teams die die bezem gebruikten, tot ons merk ook hardere bezems ging maken. Vorig seizoen kwamen er nog hardere bezems, maar toen heeft de World Curling Federation gezegd: alles moet wat zachter. Dus nu zijn er regels en zou iedereen ongeveer dezelfde bezem moeten hebben. Je wilt dat de vaardigheid van de spelers de grootste invloed heeft, niet hoe goed hun bezems zijn.”

Hoe ziet je leven er momenteel uit?

“Mijn leven bestaat nu vooral uit curling en studie, maar gelukkig heb ik ook nog een beetje tijd voor hobby’s. Ik heb mijn master op tweederde van de normale werklast gedaan en werk nu aan mijn masterscriptie. Dat  is flexibel te plannen maar ik moet erop letten dat ik wat vrije tijd overhoud. Elke twee weken heb ik een meeting met mijn scriptiebegeleiders, waarin ik realistische doelen probeer te stellen voor hoeveel tijd ik er dan in ga steken. Dan gaat dat vanzelf goed.”

Hoe zijn je kansen op een kwalificatie?

“Dat is lastig te zeggen. Er zijn veel goede teams en eigenlijk te weinig plekken. Er zullen dus altijd goede landen buiten de boot vallen. Maar het seizoen gaat redelijk goed, dus het ziet er veelbelovend uit.”

Dat zou de eerste keer zijn dat een Nederlands curlingteam zich kwalificeert voor de Olympische Spelen, hoe voelt dat?

“Ja, spannend, maar ik probeer niet zo veel over dat soort dingen na te denken. Ik houd me bezig met de dingen waar ik invloed op heb.”