Opinie

UD of niet UD

Al jarenlang klaag ik over het gebrek aan behoorlijke banen bij de universiteit. De ongenadige inkrimping van de technisch-natuurwetenschappelijke staf wint het makkelijk van de vergrijzing.

Het onderzoekende gedeelte van mijn generatie flext daardoor van postdoc- naar postdocpositie. Tegen de tijd dat er een huis gekocht moet worden kan dat niet meer en kiest men voor een niet-universitaire, maar wel vaste baan.

Het was voor mij dan ook een grote verrassing dat ik ineens de kans kreeg universitair docent (UD) te worden. Daar lag het voor het oprapen. Mijn gebeden waren verhoord. Eindelijk kon ik toetreden tot de happy few die voor de rest van hun leven gebeiteld zitten op de universiteit. Mijn werkzame toekomst lag als een gespreid bedje op me te wachten. Ik hoefde maar te tekenen.

Ik heb mij natuurlijk afgevraagd of zo’n positie eigenlijk wel een verbetering is ten opzichte van mijn huidige baan. Nu ben ik fulltime onderzoeker. Met alle apparatuur om mij heen voel ik mij soms een kind in een speeltuin. Kunnen we in de rasterelektronenmicroscoop niet goed zien waarom een laagje loslaat van zijn substraat, dan snijden we met de focused ion beam nog even een preparaatje uit voor de transmissie-elektronenmicroscoop. Dan nog wat Röntgendiffractiemetingen en een elementanalyse en dan weten we al een stuk meer.

Een UD geeft onderwijs, werft fondsen, begeleidt promovendi en ontwikkelt een eigen onderzoeksprogramma. Om mij heen zie ik ze ook andere dingen doen. Ze schrijven businessplannen, toekomstvisies en hoogleraarprofielen. Zulke documenten verdwijnen na een jaar of twee in een lade die niemand meer opendoet. Wat een verschil met wetenschappelijke publicaties die een aanwinst voor de eeuwigheid kunnen zijn. Komt een UD naast deze bureaucratische taken, zijn onderwijs en zijn fondsenwerverij nog wel toe aan onderzoek? Vaak niet denk ik. Van het kind in de speeltuin ben je ineens de schoolmeester die alles in goede banen moet leiden.

Ik had wat moeite met bedenken of ik wel aan die rol van schoolmeester toe was. Waar ik normaal gesproken, naar goed Delfts gebruik, eerst een standpunt kies en dan pas de argumenten erbij zoek, vond ik dat ik in dit geval toch even van te voren de voors en tegens op een rij moest zetten. Dat bleek een heilloos pad. Hoe langer ik erover nadacht hoe moeilijker de beslissing leek te worden.

Als de stemmen staken geeft een kleinigheid de doorslag. Mijn beslissing viel op het voetbalveld. In de topper tegen Dsvp stond niet alleen de eer, maar ook mijn toekomst op het spel. Dsvp won. In deze toestand kon ik mijn team niet achterlaten. Geen verhuizing, geen UD-positie. Als onze spits iets zuiniger met zijn kansen was omgesprongen dan had mijn toekomst er heel anders uitgezien.

Jan-Dirk Kamminga is fellow aan het Netherlands Institute for Metals research. Hij onderzoekt oppervlakteharding van staal bij de afdeling technische materiaalwetenschappen.

Al jarenlang klaag ik over het gebrek aan behoorlijke banen bij de universiteit. De ongenadige inkrimping van de technisch-natuurwetenschappelijke staf wint het makkelijk van de vergrijzing. Het onderzoekende gedeelte van mijn generatie flext daardoor van postdoc- naar postdocpositie. Tegen de tijd dat er een huis gekocht moet worden kan dat niet meer en kiest men voor een niet-universitaire, maar wel vaste baan.

Het was voor mij dan ook een grote verrassing dat ik ineens de kans kreeg universitair docent (UD) te worden. Daar lag het voor het oprapen. Mijn gebeden waren verhoord. Eindelijk kon ik toetreden tot de happy few die voor de rest van hun leven gebeiteld zitten op de universiteit. Mijn werkzame toekomst lag als een gespreid bedje op me te wachten. Ik hoefde maar te tekenen.

Ik heb mij natuurlijk afgevraagd of zo’n positie eigenlijk wel een verbetering is ten opzichte van mijn huidige baan. Nu ben ik fulltime onderzoeker. Met alle apparatuur om mij heen voel ik mij soms een kind in een speeltuin. Kunnen we in de rasterelektronenmicroscoop niet goed zien waarom een laagje loslaat van zijn substraat, dan snijden we met de focused ion beam nog even een preparaatje uit voor de transmissie-elektronenmicroscoop. Dan nog wat Röntgendiffractiemetingen en een elementanalyse en dan weten we al een stuk meer.

Een UD geeft onderwijs, werft fondsen, begeleidt promovendi en ontwikkelt een eigen onderzoeksprogramma. Om mij heen zie ik ze ook andere dingen doen. Ze schrijven businessplannen, toekomstvisies en hoogleraarprofielen. Zulke documenten verdwijnen na een jaar of twee in een lade die niemand meer opendoet. Wat een verschil met wetenschappelijke publicaties die een aanwinst voor de eeuwigheid kunnen zijn. Komt een UD naast deze bureaucratische taken, zijn onderwijs en zijn fondsenwerverij nog wel toe aan onderzoek? Vaak niet denk ik. Van het kind in de speeltuin ben je ineens de schoolmeester die alles in goede banen moet leiden.

Ik had wat moeite met bedenken of ik wel aan die rol van schoolmeester toe was. Waar ik normaal gesproken, naar goed Delfts gebruik, eerst een standpunt kies en dan pas de argumenten erbij zoek, vond ik dat ik in dit geval toch even van te voren de voors en tegens op een rij moest zetten. Dat bleek een heilloos pad. Hoe langer ik erover nadacht hoe moeilijker de beslissing leek te worden.

Als de stemmen staken geeft een kleinigheid de doorslag. Mijn beslissing viel op het voetbalveld. In de topper tegen Dsvp stond niet alleen de eer, maar ook mijn toekomst op het spel. Dsvp won. In deze toestand kon ik mijn team niet achterlaten. Geen verhuizing, geen UD-positie. Als onze spits iets zuiniger met zijn kansen was omgesprongen dan had mijn toekomst er heel anders uitgezien.

Jan-Dirk Kamminga is fellow aan het Netherlands Institute for Metals research. Hij onderzoekt oppervlakteharding van staal bij de afdeling technische materiaalwetenschappen.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.