Opinie

Twee miljard nodig voor fundamenteel onderzoek

Het idee om van Nederland een smart centre te maken dat zich onderscheidt met een fantastisch kennisreservoir, spreekt mij aan. Ik bewonder ook de volharding waarmee een kleine groep ambtenaren deze boodschap uitdraagt.

Het resultaat zijn twaalf kennisprojecten waarin dit kabinet 115 miljoen gulden per jaar investeert.

Maar zetten wij zo genoeg stappen naar de kennismaatschappij van de komende eeuw? Helaas moet ik dat betwijfelen. Het accent in de ICES-projecten ligt op kennisoverdracht en strategische samenwerking. Begrijpelijk, maar het betekent dat er aan fundamenteel onderzoek slechts rond de veertig miljoen gulden per jaar wordt besteed. Dat is gering vergeleken met bijvoorbeeld de vele miljarden die dit kabinet investeert in wegen, tunnels en andere fysieke infrastructuur. En het is ook te weinig om de voortgaande daling van de overheidsuitgaven voor onderzoek tot staan te brengen.

Ik wil de nuchtere feiten tonen. Volgens de cijfers die vier jaar geleden bekend waren, kon het vorige kabinet nog met recht prioriteit geven aan stimulering van onderzoek door bedrijven. Maar nu zijn de rollen omgekeerd. De bedrijven presteren netjes op het Europese gemiddelde van ruim één procent van het bruto binnenlands product. De overheid raakt met haar investeringen in onderzoek echter steeds verder achter op omringende landen. Om de overheidsuitgaven terug te brengen naar het relatieve niveau van 1990 zou twee miljard gulden per jaar nodig zijn. Dan is veertig miljoen erg bescheiden.

Er is dus nog geen sprake van een majeure investering in de fundamentele kennisvoorraad. Toch is daar alle reden toe. De Nederlandse universiteit van 1999 is productief en marktgericht. Maar ik overdrijf niet als ik zeg dat wij onze grenzen tarten. De kennisvoorraad dreigt te slinken. Dat bedreigt ook ons succes bij het werven van toponderzoekers.
Potverteerders

Ik besef dat wij voor dit probleem primair minister Hermans moeten aanspreken. Maar de marges voor een onderwijsminister zijn smal. Hij is een van de grootste potverteerders van het kabinet. Hij heeft al extra geld nodig voor leraren en kleinere klassen, en wie neemt hem serieus als hij ook nog een of twee miljard gulden vraagt voor het onderzoek? Wil de overheid werkelijk gaan investeren in kennis, dan moet dat door het hele kabinet en dus de coalitie gedragen worden. En ik ben realist genoeg om te weten dat het morgen nog niet zo ver zal zijn.

Dat is eeuwig zonde. Want uit een recent rapport van het Centraal Planbureau blijkt nog eens dat weinig overheidsinvesteringen effectiever zijn dan die in onderzoek. Uitbreiding van de kennisvoorraad werkt als een krachtige multiplier voor innovatie, en voor het voorkomen en oplossen van maatschappelijke problemen. In plaats van een miljard te steken in nog meer vervoersinfrastructuur, kan men dus beter tien miljoen besteden aan fundamenteel onderzoek naar beteremobiliteit.

Dat de politiek toch vaak kiest voor dat dure miljard, komt door die hang naar snelle tastbare resultaten waar het Rand-Instituut in de voorbereiding van het project ‘investeren in kennis’ al op gewezen heeft. Het is te prijzen dat dit kabinet nu althans in een aantal projecten van die politieke gewoonte afwijkt, en durft te investeren in kennis voor creatieve oplossingen.

Ik hoop dat deze projecten het maatschappelijk draagvlak voor werkelijk ongebonden, fundamenteel onderzoek versterken. Zodat de minister van onderwijs de universiteiten in de toekomst minder hoeft op te jagen, en ze de ruimte en voorwaarden kan geven om hun werk goed te doen.

De universiteit wil graag midden in de samenleving staan. Zij wil een groot deel van haar onderzoek richten op thema’s die voor die samenleving van belang zijn. Binnen die thema’s moet zij grote bewegingsvrijheid hebben. Alleen op die manier kan de samenleving ook op lange termijn blijven profiteren van een rijke kennisvoorraad.

Bovenstaande is een deel van de ‘Technology Lecture’ die collegevoorzitter De Voogd gisteren hield op een congres van het ministerie van Economische Zaken.

Het idee om van Nederland een smart centre te maken dat zich onderscheidt met een fantastisch kennisreservoir, spreekt mij aan. Ik bewonder ook de volharding waarmee een kleine groep ambtenaren deze boodschap uitdraagt. Het resultaat zijn twaalf kennisprojecten waarin dit kabinet 115 miljoen gulden per jaar investeert.

Maar zetten wij zo genoeg stappen naar de kennismaatschappij van de komende eeuw? Helaas moet ik dat betwijfelen. Het accent in de ICES-projecten ligt op kennisoverdracht en strategische samenwerking. Begrijpelijk, maar het betekent dat er aan fundamenteel onderzoek slechts rond de veertig miljoen gulden per jaar wordt besteed. Dat is gering vergeleken met bijvoorbeeld de vele miljarden die dit kabinet investeert in wegen, tunnels en andere fysieke infrastructuur. En het is ook te weinig om de voortgaande daling van de overheidsuitgaven voor onderzoek tot staan te brengen.

Ik wil de nuchtere feiten tonen. Volgens de cijfers die vier jaar geleden bekend waren, kon het vorige kabinet nog met recht prioriteit geven aan stimulering van onderzoek door bedrijven. Maar nu zijn de rollen omgekeerd. De bedrijven presteren netjes op het Europese gemiddelde van ruim één procent van het bruto binnenlands product. De overheid raakt met haar investeringen in onderzoek echter steeds verder achter op omringende landen. Om de overheidsuitgaven terug te brengen naar het relatieve niveau van 1990 zou twee miljard gulden per jaar nodig zijn. Dan is veertig miljoen erg bescheiden.

Er is dus nog geen sprake van een majeure investering in de fundamentele kennisvoorraad. Toch is daar alle reden toe. De Nederlandse universiteit van 1999 is productief en marktgericht. Maar ik overdrijf niet als ik zeg dat wij onze grenzen tarten. De kennisvoorraad dreigt te slinken. Dat bedreigt ook ons succes bij het werven van toponderzoekers.
Potverteerders

Ik besef dat wij voor dit probleem primair minister Hermans moeten aanspreken. Maar de marges voor een onderwijsminister zijn smal. Hij is een van de grootste potverteerders van het kabinet. Hij heeft al extra geld nodig voor leraren en kleinere klassen, en wie neemt hem serieus als hij ook nog een of twee miljard gulden vraagt voor het onderzoek? Wil de overheid werkelijk gaan investeren in kennis, dan moet dat door het hele kabinet en dus de coalitie gedragen worden. En ik ben realist genoeg om te weten dat het morgen nog niet zo ver zal zijn.

Dat is eeuwig zonde. Want uit een recent rapport van het Centraal Planbureau blijkt nog eens dat weinig overheidsinvesteringen effectiever zijn dan die in onderzoek. Uitbreiding van de kennisvoorraad werkt als een krachtige multiplier voor innovatie, en voor het voorkomen en oplossen van maatschappelijke problemen. In plaats van een miljard te steken in nog meer vervoersinfrastructuur, kan men dus beter tien miljoen besteden aan fundamenteel onderzoek naar beteremobiliteit.

Dat de politiek toch vaak kiest voor dat dure miljard, komt door die hang naar snelle tastbare resultaten waar het Rand-Instituut in de voorbereiding van het project ‘investeren in kennis’ al op gewezen heeft. Het is te prijzen dat dit kabinet nu althans in een aantal projecten van die politieke gewoonte afwijkt, en durft te investeren in kennis voor creatieve oplossingen.

Ik hoop dat deze projecten het maatschappelijk draagvlak voor werkelijk ongebonden, fundamenteel onderzoek versterken. Zodat de minister van onderwijs de universiteiten in de toekomst minder hoeft op te jagen, en ze de ruimte en voorwaarden kan geven om hun werk goed te doen.

De universiteit wil graag midden in de samenleving staan. Zij wil een groot deel van haar onderzoek richten op thema’s die voor die samenleving van belang zijn. Binnen die thema’s moet zij grote bewegingsvrijheid hebben. Alleen op die manier kan de samenleving ook op lange termijn blijven profiteren van een rijke kennisvoorraad.

Bovenstaande is een deel van de ‘Technology Lecture’ die collegevoorzitter De Voogd gisteren hield op een congres van het ministerie van Economische Zaken.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.