Topprestaties lever je in teamverband

Het is, net als bij Ajax in zijn goede jaren, het team dat voor de prestatie zorgt.

In de afgelopen maanden stonden er in Delta nogal wat artikelen over de benoeming van hoogleraren, de kwaliteit van de hoogleraren en de ambitie van de TU om tot de vijf beste van de wereld te behoren. Bij mij bestaat de indruk dat gedacht wordt dat de TU met alleen ’top’-hoogleraren de top vijf van de wereld denkt te halen.

Als eenvoudige TU-medewerker gaat me dit toch even te ver. Van de bijna vierduizend medewerkers zijn er ongeveer tweehonderd hoogleraren, ieder met z’n eigen kwaliteiten. In het artikel van Alfred Kleinknecht (Delta 38), hoogleraar economie van innovatie van de faculteit TBM, wordt de vergelijking met Ajax gemaakt. Ajax kan geen genoegen nemen met de status van ‘beste club van Noord-Holland’ als je de begroting ziet.

Ajax behoorde een aantal jaren geleden tot de ’top’ van de wereld, niet wat begroting betreft maar vanwege de kwaliteit. Het was echter niet de individuele kwaliteit van de spelers maar de kwaliteit van het ’team’ dat voor de prestatie zorgde. Louis van Gaal als coach maakte er een eenheid van. Echte toppers zaten er (nog) niet bij. Toppers halen kon niet, met de salarissen die in het buitenland (lees: bedrijfsleven) werden betaald kon Ajax niet concurreren.

Van Gaal heeft er de tijd voor genomen (en gekregen) om spelers uit eigen kweek beter te maken. Hij leidde jonge mensen zelf op, bracht ze het besef bij dat uitsluitend in teamverband prestaties zijn te behalen, liet ze (kritisch) mee praten over het concept en gaf ze daarmee verantwoordelijkheidsgevoel. Na een aantal jaren heeft hij zijn doelstelling bereikt, ‘de top’. Behaald met spelers met verschillende kwaliteiten. Verdedigers, middenvelders en aanvallers van wie de één het technisch vermogen had, de ander het tactisch vermogen en de waterdragers die voor het evenwicht zorgden. Maar allemaal bereid om voor elkaar door het vuur te gaan en met dezelfde doelstelling: ‘de top’.

Weer terug naar de TU. De afgelopen jaren wordt er voortdurend geroepen: ‘we willen naar de top’. Natuurlijk willen we naar de top, ik ga er vanuit dat iedereen die bij de TU werkzaam is, het beste uit zichzelf wil halen. Het is echter niet alleen de kwaliteit van de hoogleraar die dat bepaalt, het is het ’team’ dat het moet doen. Met het team van de TU bedoel ik: college van bestuur, hoogleraren, decanen, directeuren, wetenschappers, ondersteunend personeel, maar ook studenten. De één kan niet zonder de ander, de hoogleraar kan niet zowel aanvaller, middenvelder als verdediger zijn. Louis van Gaal heeft de tijd genomen om aan een team te werken (net als Co Adriaanse nu). Het bestuur van Ajax (lees: college van bestuur) heeft hem (lees: decanen, directeuren) het vertrouwen en de faciliteiten gegeven om te bouwen aan een team. Wellicht dat we daar als TU lering uit kunnen trekken.

Pierre van Zinnen

Medewerker bij het Onderzoeksinstituut OTB

Wordt de top 5 universiteiten van de wereld alleen bepaald door de kwaliteit van de hoogleraar? Nee, vindt OTB-medewerker Pierre van Zinnen. Het is, net als bij Ajax in zijn goede jaren, het team dat voor de prestatie zorgt.

In de afgelopen maanden stonden er in Delta nogal wat artikelen over de benoeming van hoogleraren, de kwaliteit van de hoogleraren en de ambitie van de TU om tot de vijf beste van de wereld te behoren. Bij mij bestaat de indruk dat gedacht wordt dat de TU met alleen ’top’-hoogleraren de top vijf van de wereld denkt te halen.

Als eenvoudige TU-medewerker gaat me dit toch even te ver. Van de bijna vierduizend medewerkers zijn er ongeveer tweehonderd hoogleraren, ieder met z’n eigen kwaliteiten. In het artikel van Alfred Kleinknecht (Delta 38), hoogleraar economie van innovatie van de faculteit TBM, wordt de vergelijking met Ajax gemaakt. Ajax kan geen genoegen nemen met de status van ‘beste club van Noord-Holland’ als je de begroting ziet.

Ajax behoorde een aantal jaren geleden tot de ’top’ van de wereld, niet wat begroting betreft maar vanwege de kwaliteit. Het was echter niet de individuele kwaliteit van de spelers maar de kwaliteit van het ’team’ dat voor de prestatie zorgde. Louis van Gaal als coach maakte er een eenheid van. Echte toppers zaten er (nog) niet bij. Toppers halen kon niet, met de salarissen die in het buitenland (lees: bedrijfsleven) werden betaald kon Ajax niet concurreren.

Van Gaal heeft er de tijd voor genomen (en gekregen) om spelers uit eigen kweek beter te maken. Hij leidde jonge mensen zelf op, bracht ze het besef bij dat uitsluitend in teamverband prestaties zijn te behalen, liet ze (kritisch) mee praten over het concept en gaf ze daarmee verantwoordelijkheidsgevoel. Na een aantal jaren heeft hij zijn doelstelling bereikt, ‘de top’. Behaald met spelers met verschillende kwaliteiten. Verdedigers, middenvelders en aanvallers van wie de één het technisch vermogen had, de ander het tactisch vermogen en de waterdragers die voor het evenwicht zorgden. Maar allemaal bereid om voor elkaar door het vuur te gaan en met dezelfde doelstelling: ‘de top’.

Weer terug naar de TU. De afgelopen jaren wordt er voortdurend geroepen: ‘we willen naar de top’. Natuurlijk willen we naar de top, ik ga er vanuit dat iedereen die bij de TU werkzaam is, het beste uit zichzelf wil halen. Het is echter niet alleen de kwaliteit van de hoogleraar die dat bepaalt, het is het ’team’ dat het moet doen. Met het team van de TU bedoel ik: college van bestuur, hoogleraren, decanen, directeuren, wetenschappers, ondersteunend personeel, maar ook studenten. De één kan niet zonder de ander, de hoogleraar kan niet zowel aanvaller, middenvelder als verdediger zijn. Louis van Gaal heeft de tijd genomen om aan een team te werken (net als Co Adriaanse nu). Het bestuur van Ajax (lees: college van bestuur) heeft hem (lees: decanen, directeuren) het vertrouwen en de faciliteiten gegeven om te bouwen aan een team. Wellicht dat we daar als TU lering uit kunnen trekken.

Pierre van Zinnen

Medewerker bij het Onderzoeksinstituut OTB