Opinie

Stemwijzer

De verkiezingen komen eraan. Voor mij vergt dat niet veel denkwerk. Ik stem namelijk al mijn hele leven op dezelfde partij. Of dat idealisme, opvoeding of luiheid is weet ik niet.

Maar twijfelen doe ik vrijwel nooit. Ik vind dat ook wel mooi: partijtrouw. Een echte voetbalsupporter laat zijn club ook niet in de steek als deze dreigt te degraderen.

Deze maand zag ik op televisie de presentatie van de nieuwe Stemwijzer. Het werkt als volgt: je beantwoordt een paar vragen op een website en het ding zegt welke partij bij je past. Bekende politici lieten zien dat het initiatief werkte % ze kwamen allemaal op hun eigen partij uit. Dat kan ik ook, dacht ik. Dus beantwoordde ik de dertig vragen over politieke issues. Over privacy en legitimatieplicht. Maar ook over spaarloonregeling, hypotheekrenteaftrek en onroerende-zaakbelasting. Soms wist ik iets van het onderwerp, meestal niet. Soms dacht ik even na over een vraag, meestal niet.

Met gezond verstand worstelde ik me er in een paar minuten doorheen. En als ik het echt niet meer wist vulde ik “Neutraal” in. Het resultaat was schokkend. Bovenaan mijn digitaal stemadvies stonden twee partijen waarop ik niet van plan was te stemmen. Mijn altijd-zo-geweest-partij kwam pas op de derde plaats. Wat bleek? Ik was het helemaal niet zo vaak met mijn partij eens. Ik ben namelijk tégen referenda, tegen twee gevangenen in één cel, en tegen bestaande wegen verbreden om de files aan te pakken. De groene balkjes van mijn twee nieuwe partijen waren bijna tweemaal zo groot als het balkje van mijn eigen partij.

De conclusie: ik stem al jaren niet op de partij waarop ik moet stemmen. En dus word ik in de Tweede Kamer vertegenwoordigd door iemand die mij helemaal niet zou moeten vertegenwoordigen. Het lijkt me niet ideaal. Nee, het verontrust me zelfs een beetje. Als ik % als hoger opgeleide en politiek geïnteresseerde % al niet eens stem wat ik zou moeten stemmen, hoe zit dat dan met mensen met een lagere opleiding en weinig politieke interesse? Waarschijnlijk behartigt een groot deel van de volksvertegenwoordiging niet de belangen van de mensen door wie ze gekozen zijn.

Daarom is het tijd voor een herziening van het kiessysteem. Het idee is eenvoudig: laat iedere kiezer onderaan zijn stembiljet een inhoudelijke motivatie schrijven. In tien regels moet hij aangeven waarom zijn keuze juist op deze partij is gevallen. Klopt de redenatie niet, dan wordt de stem afgekeurd. Zo blijven alleen de stemmen over van de mensen die werkelijk weten waar ze voor staan. “Ik vond Wouter Bos wel sympathiek overkomen toen hij in Kopspijkers met die hamer sloeg” wordt niet goedgekeurd. “Balkenende grinnikte zo schattig tegen Katja Schuurman” evenmin. Inhoud % daar draait het om in de politiek.

Een elitair systeem? Misschien. Maar waarom zouden we de stem meetellen van iemand die om de verkeerde redenen op een partij stemt? Dat is kiezersbedrog, al bedriegt de kiezer natuurlijk vooral zichzelf. Goed, nadelen heeft mijn systeem natuurlijk wel. Zijn er bijvoorbeeld wel voldoende leraren maatschappijleer en docenten politicologie om onze stembiljetten van een rode krul te voorzien? En laat de verkiezingsuitslag niet veel te lang op zich wachten? Ach, uiteindelijk zijn het maar kleinigheden. We moeten iets overhebben voor een échte volksvertegenwoordiging.

Rik Kuiper is freelance journalist. Hij studeerde technische bestuurskunde aan de TU Delft.

De verkiezingen komen eraan. Voor mij vergt dat niet veel denkwerk. Ik stem namelijk al mijn hele leven op dezelfde partij. Of dat idealisme, opvoeding of luiheid is weet ik niet. Maar twijfelen doe ik vrijwel nooit. Ik vind dat ook wel mooi: partijtrouw. Een echte voetbalsupporter laat zijn club ook niet in de steek als deze dreigt te degraderen.

Deze maand zag ik op televisie de presentatie van de nieuwe Stemwijzer. Het werkt als volgt: je beantwoordt een paar vragen op een website en het ding zegt welke partij bij je past. Bekende politici lieten zien dat het initiatief werkte % ze kwamen allemaal op hun eigen partij uit. Dat kan ik ook, dacht ik. Dus beantwoordde ik de dertig vragen over politieke issues. Over privacy en legitimatieplicht. Maar ook over spaarloonregeling, hypotheekrenteaftrek en onroerende-zaakbelasting. Soms wist ik iets van het onderwerp, meestal niet. Soms dacht ik even na over een vraag, meestal niet.

Met gezond verstand worstelde ik me er in een paar minuten doorheen. En als ik het echt niet meer wist vulde ik “Neutraal” in. Het resultaat was schokkend. Bovenaan mijn digitaal stemadvies stonden twee partijen waarop ik niet van plan was te stemmen. Mijn altijd-zo-geweest-partij kwam pas op de derde plaats. Wat bleek? Ik was het helemaal niet zo vaak met mijn partij eens. Ik ben namelijk tégen referenda, tegen twee gevangenen in één cel, en tegen bestaande wegen verbreden om de files aan te pakken. De groene balkjes van mijn twee nieuwe partijen waren bijna tweemaal zo groot als het balkje van mijn eigen partij.

De conclusie: ik stem al jaren niet op de partij waarop ik moet stemmen. En dus word ik in de Tweede Kamer vertegenwoordigd door iemand die mij helemaal niet zou moeten vertegenwoordigen. Het lijkt me niet ideaal. Nee, het verontrust me zelfs een beetje. Als ik % als hoger opgeleide en politiek geïnteresseerde % al niet eens stem wat ik zou moeten stemmen, hoe zit dat dan met mensen met een lagere opleiding en weinig politieke interesse? Waarschijnlijk behartigt een groot deel van de volksvertegenwoordiging niet de belangen van de mensen door wie ze gekozen zijn.

Daarom is het tijd voor een herziening van het kiessysteem. Het idee is eenvoudig: laat iedere kiezer onderaan zijn stembiljet een inhoudelijke motivatie schrijven. In tien regels moet hij aangeven waarom zijn keuze juist op deze partij is gevallen. Klopt de redenatie niet, dan wordt de stem afgekeurd. Zo blijven alleen de stemmen over van de mensen die werkelijk weten waar ze voor staan. “Ik vond Wouter Bos wel sympathiek overkomen toen hij in Kopspijkers met die hamer sloeg” wordt niet goedgekeurd. “Balkenende grinnikte zo schattig tegen Katja Schuurman” evenmin. Inhoud % daar draait het om in de politiek.

Een elitair systeem? Misschien. Maar waarom zouden we de stem meetellen van iemand die om de verkeerde redenen op een partij stemt? Dat is kiezersbedrog, al bedriegt de kiezer natuurlijk vooral zichzelf. Goed, nadelen heeft mijn systeem natuurlijk wel. Zijn er bijvoorbeeld wel voldoende leraren maatschappijleer en docenten politicologie om onze stembiljetten van een rode krul te voorzien? En laat de verkiezingsuitslag niet veel te lang op zich wachten? Ach, uiteindelijk zijn het maar kleinigheden. We moeten iets overhebben voor een échte volksvertegenwoordiging.

Rik Kuiper is freelance journalist. Hij studeerde technische bestuurskunde aan de TU Delft.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.