Er is een prachtige anekdote over de Ierse schrijver James Joyce. Op een dag kwam een vriend bij hem langs en die trof hem aan als hoopje treurnis achter zijn bureau.
“Is het het werk?” vroeg de vriend.
“Het is altijd het werk”, antwoordde Joyce.
“Hoeveel woorden heb je dan geschreven vandaag?”
“Zeven.”
“Maar dat is toch best goed, voor jouw doen?”
En Joyce vol teleurstelling: “Maar ik weet nog niet in welke volgorde ze moeten!”
Deze anekdote – die is opgetekend door Stephen King in zijn boek On writing – beschrijft een gevoel dat veel scriptieschrijvers zullen herkennen. Na een dag staren naar je laptopscherm ben je niet heel veel verder gekomen. Je hebt misschien een paar woorden en zinnen bedacht, maar het gaat nog niet echt richting een verhaal. Misschien ging het onderzoeksdeel van je proces je nog wel goed af, maar het schrijven…
Het is het verhaal van veel studenten dat naar het Writing Centre komt, waar ik als peer-tutor werk. Wij geven individuele schrijfcoaching aan studenten – veel over scripties, maar ook papers, verslagen of motivatiebrieven – en organiseren thesis boosts, waar studenten een dag lang aan hun scriptie kunnen werken onder begeleiding van een schrijfcoach. Daarnaast heb ik collega’s die promovendi coachen en PhD writing days organiseren.
Schrijven leer je alleen door te oefenen
Ik doe dit werk inmiddels twee jaar en heb in die tijd veel verschillende scriptieschrijvers gesproken. Dezelfde problemen komen steeds terug; veel studenten weten inhoudelijk wel wat ze willen zeggen, maar het lukt hen niet het duidelijk op papier te krijgen. Wat meespeelt is dat voor velen de masterscriptie hun eerste grote individuele schrijfopdracht is.
Ter illustratie: tijdens mijn eigen master strategic product design heb ik zelfstandig slechts twee teksten geschreven, een essay van 2000 woorden en een paper van 3500 woorden. Schrijven leer je alleen door te oefenen, en als je zo weinig oefent, is het niet vreemd dat studenten vastlopen. Gelukkig kunnen ze nu nog bij ons terecht, maar met de bezuinigingen is de toekomst van het Writing Centre onzeker.
Je zou kunnen zeggen: lezen en schrijven leer je al op de middelbare school. Maar met diezelfde logica kunnen we alle wiskundevakken op de TU schrappen, want dat is ook een vast onderdeel van het vakkenpakket. Op de TU Delft oefen je integraalsommen tot je erbij neervalt, waarom zouden we schrijven op eindexamenniveau laten steken? Of je zegt: tegenwoordig kun je schrijven aan AI uitbesteden. Maar dat is net als rekenen afschaffen omdat er rekenmachines bestaan. Bovendien kun je alleen beoordelen of een AI-tekst goed is als je zelf verstand hebt van schrijven.
Wat heb je aan briljante inzichten als je ze niet helder kunt opschrijven?
Wat heb je aan briljante inzichten als je ze niet helder kunt opschrijven? Hoe kun je publiceren, overtuigen of bijdragen aan maatschappelijke vraagstukken als je er niet goed over kan communiceren? Schrijven is niet iets dat studenten ook nog moeten leren. Het is de kern. Zonder schrijven geen wetenschap. En het is hoog tijd dat we het ook zo behandelen. Dus niet hier en daar een college of een keuzevak, maar een plek in het hart van het curriculum. Tegen de tijd dat studenten aan hun masterscriptie toe zijn, zijn ze dan in staat een goede tekst neer te zetten.
Tot die tijd moeten we zorgen dat het huidige schrijfonderwijs niet sneuvelt door de bezuinigingen, want juist dáár leren studenten hun gedachten te ordenen, hun verhaal helder te maken en hun scriptie af te krijgen. En hoe ze de woorden in de juiste volgorde kunnen krijgen.
Comments are closed.