Opinie

Qwerty en de manager

Volgens Karl Marx was de wereld verdeeld in twee groepen: zichzelf verrijkende uitbuitende kapitalisten en arbeiders, die moesten werken tot ze er bijna dood bij neervielen.

De functie van manager kwam pas in beeld als de socialistische heilstaat was bereikt, en het zaak werd om namens de arbeiders het beheer van de productiemiddelen te gaan regelen.

Ruim honderd jaar na het verschijnen van ‘Das Kapital’ blijkt dat de socialistische heilstaat in veel opzichten minder utopisch is dan destijds werd gedacht. Het armoedeprobleem is, althans in Nederland, grotendeels opgelost. Dankzij de aandelenbeleggingen van de pensioenfondsen zijn de meeste gezinnen mede-eigenaar geworden van de productiemiddelen (ook al hebben we daarvoor de afgelopen drie jaar een flinke prijs moeten betalen), en ook de organisatie van het productieproces is ‘in de groep’ gegooid. Of beter gezegd een groep. Die van de managers.

Uit recente cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek blijkt dat het aantal leidinggevenden op hbo-niveau of hoger de afgelopen tien jaar bijna is verdubbeld. De status van de manager zit al meer dan honderd jaar in de lift, aldus Ben Ligteringen, die kort geleden over dit onderwerp een boek afleverde. Managers worden beter betaald (zeker als er ‘interim’ voor staat) dan de sufferds die het echte werk verzetten: onderwijzers, machinebankwerkers, chirurgen, politieagenten, rechters, stratenmakers, bouwkundigen, dtp’ers of toponderzoekers. Iedereen wil ‘anderen aansturen’, beleid bepalen, strategie uitstippelen % al gaat het maar om de product-marktpositionering van de postzegel of het managen van twee parttime medewerkers.

In het bedrijfsleven komt het weigeren van een managementfunctie neer op het plegen van carrièrezelfmoord. Wie vooruit wil, stort zich in de wereld die strategienota heet, of heisessie, managementteam, flip-over en communicatietraining. Een lucratieve vluchthaven voor degenen die in hun echte vak ondermaats presteren. Ideaal voor de tallozen die zich meer interesseren voor macht, aanzien en geld dan voor inhoud.

In de Volkskrant van 8 november voorspelde Berenschot-directeur Joep Bolweg een herwaardering van het echte productiepersoneel. Ik betwijfel het. De economische functie van de manager lijkt in veel opzichten op die van het qwerty-toetsenbord dat was bedacht in de tijd dat typmachines mechanisch waren. Met deze lettervolgorde werd de kans op het verstrikt raken van de armen geminimaliseerd. Maar nu dit toetsenbord er eenmaal is, komen we er nooit meer van af % ook al heeft het zijn technische functie verloren. Mensen zijn eraan gewend, het productieproces is erop ingesteld. Iets dergelijks geldt voor de uitdijende klasse der vergaderaars en papierschuivers.

Populaire cafetariastudies als bedrijfskunde, kunst- en cultuurbeleid, gezondheidsmanagement en technische bestuurskunde hebben het beroep van manager geïnstitutionaliseerd. De Delftse studievereniging van aankomend bestuurskundigen voerde enkele jaren geleden zelfs schaamteloos het credo ‘Wij worden de toekomstige bazen van de afgestudeerden bij de overige TU-vakken’. En de leidinggevende die in een reorganisatie de opdracht krijgt om vijf mensen te ontslaan, zal zichzelf nooit als eerste weg managen. Dat hoeft hij niet, want hij is de baas. En dat kan hij ook niet, vindt hij zelf. Want wie moet de andere vier pechvogels dan aanwijzen?

Drs. Brigitte Slot is econoom. Ze bereidt een proefschrift voor waarop ze in 2004 aan de TU Delft hoopt te promoveren.

Reacties: delta@tudelft.nl

Volgens Karl Marx was de wereld verdeeld in twee groepen: zichzelf verrijkende uitbuitende kapitalisten en arbeiders, die moesten werken tot ze er bijna dood bij neervielen. De functie van manager kwam pas in beeld als de socialistische heilstaat was bereikt, en het zaak werd om namens de arbeiders het beheer van de productiemiddelen te gaan regelen.

Ruim honderd jaar na het verschijnen van ‘Das Kapital’ blijkt dat de socialistische heilstaat in veel opzichten minder utopisch is dan destijds werd gedacht. Het armoedeprobleem is, althans in Nederland, grotendeels opgelost. Dankzij de aandelenbeleggingen van de pensioenfondsen zijn de meeste gezinnen mede-eigenaar geworden van de productiemiddelen (ook al hebben we daarvoor de afgelopen drie jaar een flinke prijs moeten betalen), en ook de organisatie van het productieproces is ‘in de groep’ gegooid. Of beter gezegd een groep. Die van de managers.

Uit recente cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek blijkt dat het aantal leidinggevenden op hbo-niveau of hoger de afgelopen tien jaar bijna is verdubbeld. De status van de manager zit al meer dan honderd jaar in de lift, aldus Ben Ligteringen, die kort geleden over dit onderwerp een boek afleverde. Managers worden beter betaald (zeker als er ‘interim’ voor staat) dan de sufferds die het echte werk verzetten: onderwijzers, machinebankwerkers, chirurgen, politieagenten, rechters, stratenmakers, bouwkundigen, dtp’ers of toponderzoekers. Iedereen wil ‘anderen aansturen’, beleid bepalen, strategie uitstippelen % al gaat het maar om de product-marktpositionering van de postzegel of het managen van twee parttime medewerkers.

In het bedrijfsleven komt het weigeren van een managementfunctie neer op het plegen van carrièrezelfmoord. Wie vooruit wil, stort zich in de wereld die strategienota heet, of heisessie, managementteam, flip-over en communicatietraining. Een lucratieve vluchthaven voor degenen die in hun echte vak ondermaats presteren. Ideaal voor de tallozen die zich meer interesseren voor macht, aanzien en geld dan voor inhoud.

In de Volkskrant van 8 november voorspelde Berenschot-directeur Joep Bolweg een herwaardering van het echte productiepersoneel. Ik betwijfel het. De economische functie van de manager lijkt in veel opzichten op die van het qwerty-toetsenbord dat was bedacht in de tijd dat typmachines mechanisch waren. Met deze lettervolgorde werd de kans op het verstrikt raken van de armen geminimaliseerd. Maar nu dit toetsenbord er eenmaal is, komen we er nooit meer van af % ook al heeft het zijn technische functie verloren. Mensen zijn eraan gewend, het productieproces is erop ingesteld. Iets dergelijks geldt voor de uitdijende klasse der vergaderaars en papierschuivers.

Populaire cafetariastudies als bedrijfskunde, kunst- en cultuurbeleid, gezondheidsmanagement en technische bestuurskunde hebben het beroep van manager geïnstitutionaliseerd. De Delftse studievereniging van aankomend bestuurskundigen voerde enkele jaren geleden zelfs schaamteloos het credo ‘Wij worden de toekomstige bazen van de afgestudeerden bij de overige TU-vakken’. En de leidinggevende die in een reorganisatie de opdracht krijgt om vijf mensen te ontslaan, zal zichzelf nooit als eerste weg managen. Dat hoeft hij niet, want hij is de baas. En dat kan hij ook niet, vindt hij zelf. Want wie moet de andere vier pechvogels dan aanwijzen?

Drs. Brigitte Slot is econoom. Ze bereidt een proefschrift voor waarop ze in 2004 aan de TU Delft hoopt te promoveren.

Reacties: delta@tudelft.nl

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.