Braaf De faculteit Bouwkunde schreeuwt van de daken dat ze helemaal geen ‘gele kaart’ heeft gekregen voor haar slechte onderwijs. Onzin, meent Deltaredacteur Kees Versluis. Maar de faculteit heeft gelijk dat de Onderwijsinspectie hopeloos achter de feiten aanloopt.
br />
Het begint zo langzaamaan traditie te worden. Universitaire en hbo-opleidingen wier onderwijs door de Onderwijsinspectie getrakteerd wordt op de kwalificatie ‘ernstige tekortkomingen’, roepen ieder jaar weer om het hardst dat ze van niets weten, dat ze onterecht worden zwart gemaakt, dat de pers leugens verkondigt.
Dit jaar was het niet anders. Volgens een bericht begin november van het Hoger Onderwijs Persbureau (het ‘ANP’ van de Nederlandse universiteitskranten) was bouwkunde één van de zes universitaire opleidingen die van de Onderwijsinspectie dit jaar het predikaat ‘ernstige tekortkomingen’ kreeg uitgedeeld, ofwel een ‘gele kaart’ in journalistieke termen.
De betreffende opleidingen kropen direct in de hoogste boom: het was niet waar, het was oud nieuws. Delft ging zelfs bijzonder hard tekeer. Het college van bestuur zond een boze brief naar de Onderwijsinspectie. En bouwkundedecaan Beunderman opende faculteitsblad B-Nieuws met een betoog over de onzin die Delta had verkondigd. De inspecteur heeft ons in december 2000 nog een brief gestuurd, waarin hij zijn vertrouwen in bouwkunde uitsprak, is een van de argumenten. Zo er ooit sprake was van een ‘gele kaart’, dan is die een jaar geleden dus al ingetrokken.
Maar: het vertrouwen van de inspecteur betekent niet automatisch dat zijn zorgen voorbij zijn. In het onderwijsverslag van april 2001 valt nergens te lezen dat de inspectie geheel gerustgesteld is. Letterlijk staat er: ‘Op basis van de bevindingen van de visitatiecommissies sociologie, tandheelkunde, bouwkunde en farmacie heeft de inspectie in de eerste helft van 2000 bij zes van de zestien opleidingen ernstige tekortkomingen geconstateerd. In de evaluatie van de bestuurlijke hantering zal de inspectie beoordelen of de (voorgenomen) maatregelen effect gesorteerd hebben en de ernstige tekortkomingen zijn opgeheven.’ Ofwel: die gele kaart is nog lang niet ingetrokken.
Dat het Hoger Onderwijs Persbureau pas onlangs publiceerde welke opleidingen precies zo’n gele kaart gekregen hebben, heeft vooral te maken met de vaagheid van de Inspectie. In het onderwijsverslag worden man en paard niet genoemd. Om daar toch achter te komen, moet de journalistiek eerst een formeel beroep doen op de Wet Openbaarheid Bestuur. Dat kost enige tijd.
Traagheid en vaagheid zijn overigens wezenlijk voor de Onderwijsinspectie. Want Bouwkunde heeft wel groot gelijk dat de oordelen van de inspecteur hopeloos achter de feiten aanlopen.
De gele kaart voor bouwkunde in het onderwijsverslag van dit jaar is grotendeels gebaseerd op het visitatierapport van vorig jaar. En dat op zijn beurt beschrijft ook voornamelijk de recentegeschiedenis van de opleiding. Al met al heeft die gele kaart dus vooral betrekking op het slechte onderwijs bij bouwkunde een aantal jaren geleden. Dat de studie inmiddels flink op de schop genomen is, dat dringt waarschijnlijk pas over enige jaren door in de rapporten van de inspecteur. Overigens erkent de Inspectie dit zelf ook. ,,Er is sprake van verouderde gegevens. Daardoor kan het dat het oordeel niet meer helemaal strookt met de werkelijke situatie”, aldus een woordvoerder onlangs in Delta.
De traagheid en het braaf aanhobbelen achter de Vsnu-visitatie roept de vraag op of de Inspectie niet beter kan stoppen met het uitdelen van gele kaarten. Er is een goede kans dat dat op korte termijn ook gebeurt. Volgend jaar wordt een nieuw ‘accreditatieorgaan’ verantwoordelijk voor de erkenning van de bachelor- en masteropleidingen. De rol van de Inspectie lijkt dan uitgespeeld.
De auteur is hoofdredacteur van Delta
De faculteit Bouwkunde schreeuwt van de daken dat ze helemaal geen ‘gele kaart’ heeft gekregen voor haar slechte onderwijs. Onzin, meent Deltaredacteur Kees Versluis. Maar de faculteit heeft gelijk dat de Onderwijsinspectie hopeloos achter de feiten aanloopt.
Het begint zo langzaamaan traditie te worden. Universitaire en hbo-opleidingen wier onderwijs door de Onderwijsinspectie getrakteerd wordt op de kwalificatie ‘ernstige tekortkomingen’, roepen ieder jaar weer om het hardst dat ze van niets weten, dat ze onterecht worden zwart gemaakt, dat de pers leugens verkondigt.
Dit jaar was het niet anders. Volgens een bericht begin november van het Hoger Onderwijs Persbureau (het ‘ANP’ van de Nederlandse universiteitskranten) was bouwkunde één van de zes universitaire opleidingen die van de Onderwijsinspectie dit jaar het predikaat ‘ernstige tekortkomingen’ kreeg uitgedeeld, ofwel een ‘gele kaart’ in journalistieke termen.
De betreffende opleidingen kropen direct in de hoogste boom: het was niet waar, het was oud nieuws. Delft ging zelfs bijzonder hard tekeer. Het college van bestuur zond een boze brief naar de Onderwijsinspectie. En bouwkundedecaan Beunderman opende faculteitsblad B-Nieuws met een betoog over de onzin die Delta had verkondigd. De inspecteur heeft ons in december 2000 nog een brief gestuurd, waarin hij zijn vertrouwen in bouwkunde uitsprak, is een van de argumenten. Zo er ooit sprake was van een ‘gele kaart’, dan is die een jaar geleden dus al ingetrokken.
Maar: het vertrouwen van de inspecteur betekent niet automatisch dat zijn zorgen voorbij zijn. In het onderwijsverslag van april 2001 valt nergens te lezen dat de inspectie geheel gerustgesteld is. Letterlijk staat er: ‘Op basis van de bevindingen van de visitatiecommissies sociologie, tandheelkunde, bouwkunde en farmacie heeft de inspectie in de eerste helft van 2000 bij zes van de zestien opleidingen ernstige tekortkomingen geconstateerd. In de evaluatie van de bestuurlijke hantering zal de inspectie beoordelen of de (voorgenomen) maatregelen effect gesorteerd hebben en de ernstige tekortkomingen zijn opgeheven.’ Ofwel: die gele kaart is nog lang niet ingetrokken.
Dat het Hoger Onderwijs Persbureau pas onlangs publiceerde welke opleidingen precies zo’n gele kaart gekregen hebben, heeft vooral te maken met de vaagheid van de Inspectie. In het onderwijsverslag worden man en paard niet genoemd. Om daar toch achter te komen, moet de journalistiek eerst een formeel beroep doen op de Wet Openbaarheid Bestuur. Dat kost enige tijd.
Traagheid en vaagheid zijn overigens wezenlijk voor de Onderwijsinspectie. Want Bouwkunde heeft wel groot gelijk dat de oordelen van de inspecteur hopeloos achter de feiten aanlopen.
De gele kaart voor bouwkunde in het onderwijsverslag van dit jaar is grotendeels gebaseerd op het visitatierapport van vorig jaar. En dat op zijn beurt beschrijft ook voornamelijk de recentegeschiedenis van de opleiding. Al met al heeft die gele kaart dus vooral betrekking op het slechte onderwijs bij bouwkunde een aantal jaren geleden. Dat de studie inmiddels flink op de schop genomen is, dat dringt waarschijnlijk pas over enige jaren door in de rapporten van de inspecteur. Overigens erkent de Inspectie dit zelf ook. ,,Er is sprake van verouderde gegevens. Daardoor kan het dat het oordeel niet meer helemaal strookt met de werkelijke situatie”, aldus een woordvoerder onlangs in Delta.
De traagheid en het braaf aanhobbelen achter de Vsnu-visitatie roept de vraag op of de Inspectie niet beter kan stoppen met het uitdelen van gele kaarten. Er is een goede kans dat dat op korte termijn ook gebeurt. Volgend jaar wordt een nieuw ‘accreditatieorgaan’ verantwoordelijk voor de erkenning van de bachelor- en masteropleidingen. De rol van de Inspectie lijkt dan uitgespeeld.
De auteur is hoofdredacteur van Delta
Comments are closed.