Lesgeven via een ‘social gaming platform’

Het eerste jaar dat Ellerbroek en De Croon het vak Programming and Scientific Computing in Python (AE1205) gaven, zullen ze niet snel vergeten. Door de uitbraak van het coronavirus werden ze gedwongen het vak van luchtvaart- en ruimtevaarttechniek, dat door vijfhonderd studenten wordt gevolgd, online te organiseren.

Al snel bleken de door de TU Delft aangereikte middelen onvoldoende. “Dat overviel ons”, vertelt Ellerbroek. “Tijdens het eerste college merkten we dat slechts tweehonderd studenten het college konden volgen. De vanuit de TU beschikbare platforms Bongo YouSeeU en Cisco WebEx hebben een beperkte capaciteit.” Binnen twee dagen zochten de twee docenten, bijgestaan door zestien student-assistenten naar een alternatief. “Dat werd YouTube. Hier kunnen eindeloos veel mensen tegelijkertijd kijken en het is heel toegankelijk. Binnen no time heb je een live stream opgezet en video’s zijn na de uitzending beschikbaar om terug te kijken.”

Discord
Het vak, dat in twee groepen van 250 studenten wordt gegeven, is overwegend interactief. “Programmeren leer je door te doen. Studenten maken tijdens de les opdrachten en docenten zijn beschikbaar voor uitleg.” Maar, hoe organiseer je dat online?

“Via een collega hoorde ik over Discord. Een platform dat voor de coronacrisis vooral werd gebruikt door online gamers en zich uitstekend leent voor communicatie in grote groepen gebruikers. Via het platform hebben we twee servers opgezet, voor elke groep één. Binnen deze servers zijn verschillende `kanalen’ beschikbaar voor onder andere vragen, opdrachten en mededelingen. Maar het leukste aan Discord vind ik dat je bots kunt programmeren in Python. De taal die studenten tijdens het vak leren.”

‘Op een gegeven moment stonden er wel 150 studenten in de wachtrij’

Met bots bedoelt Ellerbroek een soort virtuele gebruiker die luistert en reageert op commando’s die menselijke gebruikers geven. “Studenten kunnen bijvoorbeeld extra opdrachten maken en daarmee uiteindelijk een halve bonuspunt verdienen. Om te controleren of ze hun ingeleverde code goed begrijpen vragen we in een gesprek om een korte toelichting. Studenten kunnen zich hiervoor aanmelden door aan de bot te laten weten dat ze klaar zijn om hun opdracht te bespreken. De bot plaatst de student vervolgens in een wachtrij. Zodra er een docent vrij is, wordt de eerst wachtende via een ander scherm aan de docent gekoppeld. Studenten vinden het fantastisch want op een gegeven moment stonden er wel 150 in de wachtrij.”

Uitval
Opdrachten van vijfhonderd studenten nakijken, ga er maar aan staan. Toch valt het volgens Ellerbroek mee. “We werken met een groot team en je hebt vrij snel door of een student de stof begrijpt of niet.” Coulanter in hun beoordeling zijn de docenten deze periode niet, “maar als we zien dat een student zijn best heeft gedaan, dan geven we een paar aanwijzingen tot verbetering en vinken we de opdracht af. Ook dat motiveert. Het devies voor dit vak is om het te doen, programmeren is vooral veel oefenen.”

Wat dat betreft vindt Ellerbroek het lastig om zijn studenten niet te zien. “Op de groep studenten die moeite heeft met programmeren, hebben wij nu minder goed zicht. In een collegezaal loop je voortdurend rond en kijk je mee op schermen, dan valt het op als een student niet verder komt dan het openen van Facebook.” Toch voorziet hij minimale uitval. “Uiteindelijk heeft 70 procent van de studenten alle benodigde opdrachten voor een bonuspunt ingeleverd, dat geeft goede hoop.”   

Verschillende tijdzones
Het vak is opgedeeld in veertien lessen van vier uur. Best lang, vooral nu studenten al het onderwijs online volgen. “Dit werd tijdens de feedbackronde van studievereniging VSV “Leonardo Da Vinci” ook opgemerkt. Studenten kampen met motivatieproblemen. Om deze reden hebben wij bewust vastgehouden aan live colleges. Zo bied je studenten een zekere structuur.”

Die vaste tijdstippen waren voor een aantal studenten een flinke uitdaging. “Een handvol studenten volgde het vak vanuit een andere tijdszone. We zijn ze tegemoet gekomen door bijvoorbeeld deadlines te versoepelen. Daarnaast was ik zo druk met het vak dat ik eigenlijk altijd wel online was. Dan hielp ik ze buiten de vaste momenten.”

Feedback
Als Ellerbroek volgend jaar weer fysiek voor de klas staat hoopt hij een aantal online tools te blijven gebruiken. “De wachtrij via Discord wil ik graag aanhouden. Ben je aan de beurt, dan krijg je het verzoek je te melden bij de tafel van de beschikbare docent bijvoorbeeld.”

Hoewel Discord om privacy redenen niet officieel is goedgekeurd door de TU, krijgt Ellerbroek overwegend positieve reacties. “Studenten zien het echt als een soort community en de studievereniging noemde dit vak dankzij Discord ‘het best georganiseerde van het vierde kwartaal’. Maar het mooiste compliment kwam van een collega. “Hij vertelde dat zijn studenten opperden om eens te kijken hoe de docenten van die Pythoncursus het deden.”

‘Online lesgegeven heeft zo zijn charme’

In reactie daarop heeft Ellerbroek inmiddels een instructie uitgewerkt voor LR-collega’s. Terugkijkend is hij trots op wat er in korte tijd is georganiseerd. “Het kostte flink wat energie, maar online lesgegeven heeft zo zijn charme.”