Column: Dap Hartmann

Lang zal ze leren

Hulde aan de langstudeerder. Dap Hartmann houdt een pleidooi voor de eeuwige student.

(Foto: Sam Rentmeester)

(Foto: Sam Rentmeester)

‘Een leven lang leren’, kent u die uitdrukking dames en heren lezers? ‘Een leven lang leren’ – ik moest daaraan denken toen de discussie over de langstudeerboete weer oplaaide. Wat is er nou mooier dan een leven lang leren, waarvan een flink aantal jaren studeren aan een geweldige universiteit? Niet alleen in de diepte, maar vooral ook in de breedte – het ooit zo geroemde T-profiel. Daar hoor je tegenwoordig niemand meer over. Het is rap-rap ingenieurs uitpoepen wat de klok slaat. Wat is er misgegaan?

Nadat Rob Mudde – Mister Education in het college van bestuur – zijn vertrek aankondigde, putten belangrijke mensen, zoals te doen gebruikelijk bij een afscheid of een begrafenis, zich uit in loftuitingen. Zo roemde Tijo Johannes Guyon baron Collot d’Escury, de voorzitter van onze raad van toezicht die ondanks subtiele hints mijnerzijds nog steeds in functie is, hem voor ‘de grote stappen die gezet zijn op het gebied van open onderwijs en een leven lang leren.’

De TU Delft stimuleert een leven lang leren, maar eist tegelijkertijd dat een student na vijf jaar weer opkrast

De TU Delft stimuleert dus een leven lang leren, maar eist tegelijkertijd dat een student na vijf jaar weer opkrast op straffe van een langstudeerboete. Alsof lang studeren abject is. Rob Mudde heeft zich nadrukkelijk uitgesproken tegen de langstudeerboete, maar hij lijkt vooral bezorgd over de kansenongelijkheid die een boete van 3000 euro per jaar veroorzaakt. Want die is voor de dochter van een baron minder problematisch dan voor de zoon van een buschauffeur. En dat terwijl een eeuwige student vrijwel niets kost. Twaalf jaar geleden schreef ik al dat een bajesklant twintigmaal zo duur is als een student, en dat geldt nog steeds. Bovendien belasten studenten die lang studeren de universiteit veel minder dan studenten die snel afstuderen. Ze doen wellicht wat vaker hertentamen maar ze gaan heus niet alle colleges opnieuw volgen. Ze doen langer over hun afstudeerproject – nou én? Als het érg lang duurt – een paar jaar geleden had ik een student die zesenhalf jaar nodig had – moet het literatuuronderzoek worden geactualiseerd – nou én?

We zouden langstudeerders moeten koesteren. Studenten die naast hun kernstudie ook kennis nemen van andere disciplines. Studenten die colleges volgen in vakken die ze interessant vinden in aanvulling op de vanuit hun studie verplichte colleges. Zulke studenten zijn tegenwoordig uiterst zeldzaam. Studenten die tijd maken voor hobby’s en voor sport, om boeken te lezen en te genieten van cultuur. Tijd voor een studie- en studentenvereniging en voor vrijwilligerswerk, tijd om wat bij te verdienen en vakantie te vieren. Tijd voor zelfreflectie en tijd voor zelfexpressie. Die tijd is er tegenwoordig niet, die tijd is voorbij.

Tijdens een protestmanifestatie in 2011 riep toenmalig D66-lijsttrekker Alexander Pechtold trots in zijn beste Duits: ‘Ich bin ein Langstudierder!’ In 1985 begon hij aan een rechtenstudie bij de Universiteit Leiden maar switchte een jaar later naar kunstgeschiedenis en archeologie. Pas in 1996 studeerde hij af. Iemand die elf jaar studeert, mag je met recht een langstudeerder noemen. Hulde, derhalve.

Dertien jaar later laait dezelfde discussie weer op. Mijn mening is niet veranderd. ‘Kom naar de TU Delft voor een T-profiel en studeer zo lang als je wil!’ lijkt me een prima slogan. Lang Lebe die Langstudierder!

Dap Hartmann is universitair hoofddocent innovatie en ondernemerschap bij het Delft Centre for Entrepreneurship (DCE) aan de faculteit Techniek, Bestuur en Management. In een vorig leven was hij astronoom en werkte onder andere bij het Harvard-Smithsonian Center for Astrophysics. Samen met dirigent en componist Reinbert de Leeuw schreef hij een boek over moderne (klassieke) muziek.

Columnist Dap Hartmann

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

l.hartmann@tudelft.nl

Comments are closed.