Opinie

[Column] Langstudeerders

Zolang een gedetineerde twintigmaal zoveel kost als een student, is het bespottelijk om studenten die wat langer over hun studie doen een boete op te leggen.

Langstudeerders zijn meestal een verrijking voor hun medestudenten. Die extra jaren worden doorgaans niet verlord en verknord, maar besteed aan extra curriculaire activiteiten waardoor de student een bredere oriëntatie krijgt en nuttige ervaring opdoet in de grote boze buitenwereld.


Ik kan erover meepraten want ik heb destijds 8,5 jaar over mijn studie gedaan. De voornaamste reden was dat ik zelf mijn studie moest bekostigen. Als uitwonende student kreeg ik een aanvullende beurs op het bedrag dat mijn ouders geacht werden bij te dragen. Maar die hadden daar geen zin in. Omdat veel studenten weigerachtige ouders opvoerden om een volledige beurs te krijgen, was de studiefinanciering zeer terughoudend met het verstrekken daarvan. Ik moest daarom naast mijn studie werken om die studie te bekostigen. En ik was druk bezig met het ontwikkelen van een schaakprogramma waarmee ik tweemaal aan een wereldkampioenschap heb deelgenomen, en ook tegen grootmeesters als David Bronstein en Zsuzsa Polgar heb gespeeld. Langer (langzamer) studeren kan je leven aanzienlijk verrijken, en het kost de samenleving vrijwel niets.


Politici die doorgaans zelf geen fatsoenlijke studie hebben afgerond, of daar wel lekker lang over gedaan hebben (Maxime Verhagen, 12 jaar; Alexander Pechtold, 10 jaar) roepen dat die luie langstudeerders de universitaire onderwijs pipeline verstoppen door stoelen in de collegezalen bezet te houden waardoor nieuwe studenten niet kunnen zitten.


De praktijk is heel anders. Neem student J. die momenteel bij mij afstudeert. Een echte doorzetter met een brede belangstelling en een mooie staat van dienst. Via het hbo doorgestroomd naar de universiteit om de master management of technology (MoT) te volgen. Tussendoor heeft J. een jaar bij ASML gewerkt en hij had een eigen softwarebedrijfje. Eind 2008 onderbrak J. zijn studie en richtte een veelbelovend bedrijf op dat koper terugwint uit bodemas (verbrand huisvuil).


Aan de basis van dat bedrijf staat een gepatenteerde technologie (die overigens niet van de TU Delft is). Een betere hands-on experience kun je toch niet krijgen als MoT-student. In 2010 verkocht hij zijn bedrijf om zich weer te wijden aan zijn studie. Dat is knap, en zo iemand verdient een medaille, geen boete. J. heeft inmiddels al zijn vakken gehaald en is nu bezig met zijn afstudeeronderzoek.


Dat betekent hard en zelfstandig werken en af en toe met zijn twee begeleiders een uurtje de voortgang bespreken. Als hij sneller had gestudeerd dan had het ons vorig jaar die paar uur tijd gekost. Maar omdat het een jaar later gebeurt, moet J. drieduizend euro boete betalen. Dat is wat een bajesklant iedere twaalf dagen kost.


Dap Hartmann is astronoom. Hij werkt als onderzoeker bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management.

Columnist Dap Hartmann

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

l.hartmann@tudelft.nl

Comments are closed.