Het huiswerkhuis floreert. Allochtone scholieren in Delft krijgen bijles van landgenoten die aan de TU studeren. Bewondering alom. ,,Maar de TU komt zijn beloften niet na”, klagen de bijlesstudenten.
Half vijf, donderdagmiddag. Alle Delftse basisscholen zijn verlaten. Op één na: Openbare Basisschool De Omnibus in de Poptahof. Murat uit groep acht hangt over de contouren van Australië gebogen. ‘Darling, Alice Springs, Victoria Woestijn’, prevelt hij. Murats buurvrouw berekent ondertussen met een ingespannen gezicht de oppervlakte van een rechthoek. ‘Meester Serif’, zoals het groepje twaalfjarige huiswerkbijlessers de TU-student noemen, loopt met de pose van een echte onderwijzer van pupil naar pupil.
De Omnibus is de eerste basisschool in Delft waarop een groep allochtone TU-studenten bijles geeft. Die bijlessen geven ze al jaren, maar tot voor kort alleen in buurthuizen en de moskee aan voornamelijk middelbare scholieren. Het hoofd van de basisschool in de Poptahof was zo enthousiast, dat de studenten hun kunsten nu aan een hele schoolklas mogen vertonen.
Driekwart van de 25 bijlessers op deze late donderdagmiddag is van allochtone afkomst, maar ook de ‘witte’ kinderen doen mee. ,,Het is niet verplicht”, zegt juf Aimée van groep acht: ,,Maar toch doen bijna alle kinderen het.” Maar een van de twaalfjarige meisjes relativeert het vrijwillige karakter: ,,De juf zei dat het wel verplicht was”, fluistert ze. Erg vindt ze het niet.
Juf Aimée verdeelt de klas in vier groepjes van een kind of acht. Iedere groep vertrekt naar een van de lege klaslokalen in afwachting van de huiswerkdocent. In de klas van juf Angelica wacht een achttal op tweedejaars TB-student Haci. ‘Haci, Haci, Haci’, gaat een gejuich op hij iets te laat binnenkomt.
Koerdistan
Haci controleert eerst of iedereen er is: ,,Jij was er vorige keer niet, hoe heet je en waar kom je vandaan?” Het jongetje legt uit dat hij drie jaar geleden met zijn ouders uit Irak is gevlucht. ,,Koerdistan”, verbetert zijn buurman Abas direct. Juf Angelica, die achterin het lokaal huiswerk nakijkt, sommeert Haci onderwijl na afloop alle stoeltjes op de tafeltjes te zetten.
Haci lijkt mateloos populair onder de jeugdigen, ook al treedt hij af en toe streng op: ,,Wil je niet meewerken, dan ga je eruit”, klinkt het uit de mond van de jonge TB-student. Aan Haci’s populariteit doet het geen afbreuk: de kinderen trekken om het hardst om zijn persoonlijke aandacht. Zelf heeft Haci daar wel een verklaring voor: ,,De les is een stuk losser dan normaal. Ze mogen door elkaar praten en elkaar helpen, dat vinden ze leuk.”
Haci vertelt ondertussen waarom hij en tien andere studenten dit werk zo gedreven doen: ,,Ik heb dezelfde achtergrond alsde kinderen, en dus heb ik hetzelfde meegemaakt. Je ouders spreken geen Nederlands, kunnen je niet helpen bij je huiswerk, kennen het schoolsysteem ook niet. Daardoor bereiken allochtone kinderen vaak niet wat ze eigenlijk verdienen, terwijl sommigen echt slim zijn. Zelf ben ik destijds veel door mijn broer geholpen, maar die heeft natuurlijk niet iedereen.”
Lastig vindt Haci het soms wel, dingen uitleggen aan twaalfjarigen. ,,Ze weten een stuk minder dan middelbare scholieren, en daarom moet je alles heel simpel uitleggen. En je moet natuurlijk leuk en aardig doen. Maar ze willen wel heel graag, en dat is bij de middelbare scholieren die wij bijles geven niet altijd zo. Die worden vaak gestuurd door hun ouders, en hebben daarom niet altijd even veel zin.”
Voetbaltoernooi
Twee middagen in de week in plaats van half vier, pas om vijf uur naar huis: vergeet dat voetballen dus maar. Toch zeggen de Omnibus-leerlingen stuk voor stuk dat ze dat niet erg vinden. ,,Ik vind het beter hier, hier leer je meer”, zegt een jongen. ,,En een ander: ,,De juf heeft meestal niet zo veel tijd. Maar in de huiswerkgroep zitten maar weinig kinderen. Als je het niet snapt legt de student het gewoon twee of drie keer uit.”
Juf Aimée loopt tevreden rond. ,,Ik vind het fantastisch dat de studenten dit doen”, zegt ze. ,,Het idee alleen al is zo leuk, dat het wel moet slagen. Thuis worden deze kinderen niet geholpen met hun sommen. Vaak is daar ook niet de rust om goed je huiswerk te maken.” Ook de ouders zijn volgens haar erg enthousiast. Op de ouderavond binnenkort wordt juf Aimée dan ook geflankeerd door haar huiswerkbegeleiders.
Allochtone huiswerkbegeleiders zijn er al lang, maar pas sinds kort hebben ze zich verenigd. Vorig jaar richtten ze een stichting op: Sebas (Stichting educatie en begeleiding van allochtonen en scholieren). De stichting stapte vervolgens naar de gemeente voor subsidie. Het huiswerkhuis, zoals het toen populair is gaan heten, werd ontdekt door de media. Toejuichingen van alle kanten waren het gevolg. In mei werd er door de gemeente een avond belegd in Cultureel Centrum Mekelweg 10. Steun het huiswerkhuis, was de oproep. Zelfs onderwijsminister Ritzen kwam opdagen.
Het geld van de gemeente komt er waarschijnlijk. Dat betekent dat de ‘meester’-studenten binnenkort echt betaald krijgen voor hun werk, een tientje per uur. Hierdoor hoopt de stichting meer begeleiders aan te trekken. Dat is nodig, want er staan meer basisscholen op de nominatie voor bijles. Verder wil Sebas ook andere activiteiten voor allochtone jongeren opzetten: voetbaltoernooien en culturele uitjes bijvoorbeeld.
Marokkanen
Op de Mekelweg 10-bijeenkomst deed ook de TU een duit in het zakje. ,,De TU heeft ons toen lesruimte beloofd”, zegt Nevzat Önal, voorzitter van Sebas. ,,Ik heb vervolgens zeker vijftig keer naar de TU gebeld, en dan overdrijf ik niet. Steeds werd ik doorverwezen, de juiste persoon heb ik nooit te pakken gekregen. Heel vaag allemaal, terwijl zo’n ruimte toch eenkleine moeite is. Zo’n zaaltje in één van de TU-gebouwen zouden we graag een paar avonden in de week gerbuiken, omdat er in de Wippolder veel allochtone jongeren wonen.”
Önal blijft ervan uitgaan dat de TU uiteindelijk over de brug komt. ,,Want als de heer Bronneman, de secretaris van de universiteit zijn woord geeft, ga ik ervan uit dat hij dat meent”, zegt Önal.
Önal heeft nog een wens: Sebas omvormen tot een organisatie voor alle allochtone jongeren. Het leeuwendeel van de begeleiders is nu namelijk Turk. ,,Maar we proberen het huiswerkhuis nu ook populair te maken bij de Marokkaanse gemeenschap”, zegt Önal. ,,Daarom praten we nu alleen nog Nederlands, terwijl we tot vorig jaar meestal in het Turks spraken.”
Maar tot nu toen zijn de gesprekken met de Marokkanen op niets uitgelopen; de Marokkanen zijn zelfs bezig een eigen huiswerkhuis op te richten. ,,Jammer”, zegt Önal: ,,Want we kunnen veel beter samenwerken. Dan zouden we elkaar kunnen versterken. Toch denk ik dat die samenwerking er op den duur wel komt.”
Terug naar basisschool De Omnibus. Haci is inmiddels een uur bezig, en zijn groep pupillen is wat bedaard. Ingespannen worden woordjes gepreveld en een kaart van Zuidoost-Azië bestudeerd. Haci schuift van tafeltje naar tafeltje, achter hem aan paradeert Abas, het slimmerdje van de klas. Hij is gepromoveerd tot assistent van meester Haci, en helpt zijn klasgenootjes bij het rekenen.
,,Hij is student”, fluistert Abas met ontzag over de meester. ,,Wat dat is? Dat weet ik eigenlijk ook niet precies.” Toch weet hij het zeker: ook Abas wil later student worden. Hoe dat moet, is hem inmiddels duidelijk: ,,Nog heel veel leren.”
Half vijf, donderdagmiddag. Alle Delftse basisscholen zijn verlaten. Op één na: Openbare Basisschool De Omnibus in de Poptahof. Murat uit groep acht hangt over de contouren van Australië gebogen. ‘Darling, Alice Springs, Victoria Woestijn’, prevelt hij. Murats buurvrouw berekent ondertussen met een ingespannen gezicht de oppervlakte van een rechthoek. ‘Meester Serif’, zoals het groepje twaalfjarige huiswerkbijlessers de TU-student noemen, loopt met de pose van een echte onderwijzer van pupil naar pupil.
De Omnibus is de eerste basisschool in Delft waarop een groep allochtone TU-studenten bijles geeft. Die bijlessen geven ze al jaren, maar tot voor kort alleen in buurthuizen en de moskee aan voornamelijk middelbare scholieren. Het hoofd van de basisschool in de Poptahof was zo enthousiast, dat de studenten hun kunsten nu aan een hele schoolklas mogen vertonen.
Driekwart van de 25 bijlessers op deze late donderdagmiddag is van allochtone afkomst, maar ook de ‘witte’ kinderen doen mee. ,,Het is niet verplicht”, zegt juf Aimée van groep acht: ,,Maar toch doen bijna alle kinderen het.” Maar een van de twaalfjarige meisjes relativeert het vrijwillige karakter: ,,De juf zei dat het wel verplicht was”, fluistert ze. Erg vindt ze het niet.
Juf Aimée verdeelt de klas in vier groepjes van een kind of acht. Iedere groep vertrekt naar een van de lege klaslokalen in afwachting van de huiswerkdocent. In de klas van juf Angelica wacht een achttal op tweedejaars TB-student Haci. ‘Haci, Haci, Haci’, gaat een gejuich op hij iets te laat binnenkomt.
Koerdistan
Haci controleert eerst of iedereen er is: ,,Jij was er vorige keer niet, hoe heet je en waar kom je vandaan?” Het jongetje legt uit dat hij drie jaar geleden met zijn ouders uit Irak is gevlucht. ,,Koerdistan”, verbetert zijn buurman Abas direct. Juf Angelica, die achterin het lokaal huiswerk nakijkt, sommeert Haci onderwijl na afloop alle stoeltjes op de tafeltjes te zetten.
Haci lijkt mateloos populair onder de jeugdigen, ook al treedt hij af en toe streng op: ,,Wil je niet meewerken, dan ga je eruit”, klinkt het uit de mond van de jonge TB-student. Aan Haci’s populariteit doet het geen afbreuk: de kinderen trekken om het hardst om zijn persoonlijke aandacht. Zelf heeft Haci daar wel een verklaring voor: ,,De les is een stuk losser dan normaal. Ze mogen door elkaar praten en elkaar helpen, dat vinden ze leuk.”
Haci vertelt ondertussen waarom hij en tien andere studenten dit werk zo gedreven doen: ,,Ik heb dezelfde achtergrond alsde kinderen, en dus heb ik hetzelfde meegemaakt. Je ouders spreken geen Nederlands, kunnen je niet helpen bij je huiswerk, kennen het schoolsysteem ook niet. Daardoor bereiken allochtone kinderen vaak niet wat ze eigenlijk verdienen, terwijl sommigen echt slim zijn. Zelf ben ik destijds veel door mijn broer geholpen, maar die heeft natuurlijk niet iedereen.”
Lastig vindt Haci het soms wel, dingen uitleggen aan twaalfjarigen. ,,Ze weten een stuk minder dan middelbare scholieren, en daarom moet je alles heel simpel uitleggen. En je moet natuurlijk leuk en aardig doen. Maar ze willen wel heel graag, en dat is bij de middelbare scholieren die wij bijles geven niet altijd zo. Die worden vaak gestuurd door hun ouders, en hebben daarom niet altijd even veel zin.”
Voetbaltoernooi
Twee middagen in de week in plaats van half vier, pas om vijf uur naar huis: vergeet dat voetballen dus maar. Toch zeggen de Omnibus-leerlingen stuk voor stuk dat ze dat niet erg vinden. ,,Ik vind het beter hier, hier leer je meer”, zegt een jongen. ,,En een ander: ,,De juf heeft meestal niet zo veel tijd. Maar in de huiswerkgroep zitten maar weinig kinderen. Als je het niet snapt legt de student het gewoon twee of drie keer uit.”
Juf Aimée loopt tevreden rond. ,,Ik vind het fantastisch dat de studenten dit doen”, zegt ze. ,,Het idee alleen al is zo leuk, dat het wel moet slagen. Thuis worden deze kinderen niet geholpen met hun sommen. Vaak is daar ook niet de rust om goed je huiswerk te maken.” Ook de ouders zijn volgens haar erg enthousiast. Op de ouderavond binnenkort wordt juf Aimée dan ook geflankeerd door haar huiswerkbegeleiders.
Allochtone huiswerkbegeleiders zijn er al lang, maar pas sinds kort hebben ze zich verenigd. Vorig jaar richtten ze een stichting op: Sebas (Stichting educatie en begeleiding van allochtonen en scholieren). De stichting stapte vervolgens naar de gemeente voor subsidie. Het huiswerkhuis, zoals het toen populair is gaan heten, werd ontdekt door de media. Toejuichingen van alle kanten waren het gevolg. In mei werd er door de gemeente een avond belegd in Cultureel Centrum Mekelweg 10. Steun het huiswerkhuis, was de oproep. Zelfs onderwijsminister Ritzen kwam opdagen.
Het geld van de gemeente komt er waarschijnlijk. Dat betekent dat de ‘meester’-studenten binnenkort echt betaald krijgen voor hun werk, een tientje per uur. Hierdoor hoopt de stichting meer begeleiders aan te trekken. Dat is nodig, want er staan meer basisscholen op de nominatie voor bijles. Verder wil Sebas ook andere activiteiten voor allochtone jongeren opzetten: voetbaltoernooien en culturele uitjes bijvoorbeeld.
Marokkanen
Op de Mekelweg 10-bijeenkomst deed ook de TU een duit in het zakje. ,,De TU heeft ons toen lesruimte beloofd”, zegt Nevzat Önal, voorzitter van Sebas. ,,Ik heb vervolgens zeker vijftig keer naar de TU gebeld, en dan overdrijf ik niet. Steeds werd ik doorverwezen, de juiste persoon heb ik nooit te pakken gekregen. Heel vaag allemaal, terwijl zo’n ruimte toch eenkleine moeite is. Zo’n zaaltje in één van de TU-gebouwen zouden we graag een paar avonden in de week gerbuiken, omdat er in de Wippolder veel allochtone jongeren wonen.”
Önal blijft ervan uitgaan dat de TU uiteindelijk over de brug komt. ,,Want als de heer Bronneman, de secretaris van de universiteit zijn woord geeft, ga ik ervan uit dat hij dat meent”, zegt Önal.
Önal heeft nog een wens: Sebas omvormen tot een organisatie voor alle allochtone jongeren. Het leeuwendeel van de begeleiders is nu namelijk Turk. ,,Maar we proberen het huiswerkhuis nu ook populair te maken bij de Marokkaanse gemeenschap”, zegt Önal. ,,Daarom praten we nu alleen nog Nederlands, terwijl we tot vorig jaar meestal in het Turks spraken.”
Maar tot nu toen zijn de gesprekken met de Marokkanen op niets uitgelopen; de Marokkanen zijn zelfs bezig een eigen huiswerkhuis op te richten. ,,Jammer”, zegt Önal: ,,Want we kunnen veel beter samenwerken. Dan zouden we elkaar kunnen versterken. Toch denk ik dat die samenwerking er op den duur wel komt.”
Terug naar basisschool De Omnibus. Haci is inmiddels een uur bezig, en zijn groep pupillen is wat bedaard. Ingespannen worden woordjes gepreveld en een kaart van Zuidoost-Azië bestudeerd. Haci schuift van tafeltje naar tafeltje, achter hem aan paradeert Abas, het slimmerdje van de klas. Hij is gepromoveerd tot assistent van meester Haci, en helpt zijn klasgenootjes bij het rekenen.
,,Hij is student”, fluistert Abas met ontzag over de meester. ,,Wat dat is? Dat weet ik eigenlijk ook niet precies.” Toch weet hij het zeker: ook Abas wil later student worden. Hoe dat moet, is hem inmiddels duidelijk: ,,Nog heel veel leren.”
Comments are closed.