Opinie

Het geluid van de dood

De sirene loeide voor de derde keer. We moesten weer naar buiten; op de volgorde die we met elkaar hadden afgesproken. Onze klas was de tweede die naar buiten mocht.

Eenmaal buiten liep je gelijk door naar het grote graf: de schuilkelder.

De eerste sirene heette de rode sirene en dan waren in de bommenwerpers al in de buurt. Het waren vijf seconden durende sirenes die frequent herhaald werden; een onheilspellend geluid, de voorbode van ellende, het geluid van de dood.

Er raasde iets in de lucht en daarna volgde er meestal een aantal explosies. Soms was het vrij dichtbij zodat het de schuilkelder flink deed schudden. Soms was het wat verder en hoorden we alleen maar een knal. Daarna volgde de gele sirene: het gevaar is al bijna geweken, maar wel oppassen! En tot slot de witte sirene: dit onafgebroken geluid klonk enigszins rustgevend.

Onze school was in het oosten van Teheran, vlakbij een vliegveld. Vanaf het moment dat Iran en Irak hadden besloten burgerdoelen aan te vallen – het was eigenlijk de bedoeling om militaire doelen in de steden te raken, maar de realiteit was anders – was rust een vergeten woord.

Op school werd dit dagelijks praktijk. En thuis was het niet beter, want de meeste aanvallen gebeurden ’s nachts zodat de vliegtuigen uit het zicht van afweergeschut bleven. Het ergst vond ik het om ’s nachts met dat geluid wakker te worden en steeds te moeten beseffen dat het misschien je laatste momenten zijn. Dat misschien morgenochtend een groep reddingwerkers jou en de rest van de bewoners onder het puin vandaan moet halen. Volop genieten van de laatste momenten was dus geboden, maar waarvan? Van het snikkende geluid van mijn zusje – dat zo jong was en eigenlijk niet doorhad wat er allemaal gebeurde, maar het toch vreselijk vond? Of van de herrie van de paniekerige mensen op straat?

Wat mij opvalt % en vooral de laatste tijd- is dat er soms heel makkelijk gepraat wordt over oorlog. Oorlog is nu een verkiezingsitem geworden. En dat geeft mij het gevoel dat toch niet iedereen goed weet wat een oorlog is en wat de woeste werkelijkheid daarvan inhoudt. Oorlog is geen feel good movie die met de terugkeer van de zegevierende helden naar eigen land eindigt, zoals Hollywood ons wil doen geloven. Oorlog is geen glitter en glamour en ook geen gave spectaculaire straaljagers. Oorlog is geen computergame waarna je op de escape drukt om alles ongedaan te maken.

Oorlog is de bittere smaak van de lege plaats van je klasgenoot, omdat hij in plaats van achter de banken ergens onder het puin ligt. Oorlog is dat je vader misschien nooit meer thuis komt. Oorlog is iedere keer dat de sirene gaat opgescheept zitten met het rotgevoel dat je misschien de volgende bent. Oorlog is de overburen onder het puin vandaan zien halen en beseffen dat zij niet meer ademen. Oorlog is wachtende moeders die hun kinderen nooit meer terug zien komen. En laten we niet vergeten dat na iedere oorlog de wederopbouw tientallen jaren duurt,- ik denk dat Nederlanders die de jaren vijftig en zestig hebben meegemaakt dat kunnen beamen.

Telkens als ik het afschuwelijke woord oorlog hoor, gaat er een koude rilling door mijn lichaam en hoor ik (nog steeds) het geluid van de dood. Laten we eerst twee tellen stilstaan en over de gevolgen nadenken, voordat we het huiveringwekkende woord in de mond nemen.

Behnam Taebi studeert materiaalkunde aan de TU Delft en is fractievoorzitter van de SP in de gemeenteraad van Delft.

De sirene loeide voor de derde keer. We moesten weer naar buiten; op de volgorde die we met elkaar hadden afgesproken. Onze klas was de tweede die naar buiten mocht. Eenmaal buiten liep je gelijk door naar het grote graf: de schuilkelder.

De eerste sirene heette de rode sirene en dan waren in de bommenwerpers al in de buurt. Het waren vijf seconden durende sirenes die frequent herhaald werden; een onheilspellend geluid, de voorbode van ellende, het geluid van de dood.

Er raasde iets in de lucht en daarna volgde er meestal een aantal explosies. Soms was het vrij dichtbij zodat het de schuilkelder flink deed schudden. Soms was het wat verder en hoorden we alleen maar een knal. Daarna volgde de gele sirene: het gevaar is al bijna geweken, maar wel oppassen! En tot slot de witte sirene: dit onafgebroken geluid klonk enigszins rustgevend.

Onze school was in het oosten van Teheran, vlakbij een vliegveld. Vanaf het moment dat Iran en Irak hadden besloten burgerdoelen aan te vallen – het was eigenlijk de bedoeling om militaire doelen in de steden te raken, maar de realiteit was anders – was rust een vergeten woord.

Op school werd dit dagelijks praktijk. En thuis was het niet beter, want de meeste aanvallen gebeurden ’s nachts zodat de vliegtuigen uit het zicht van afweergeschut bleven. Het ergst vond ik het om ’s nachts met dat geluid wakker te worden en steeds te moeten beseffen dat het misschien je laatste momenten zijn. Dat misschien morgenochtend een groep reddingwerkers jou en de rest van de bewoners onder het puin vandaan moet halen. Volop genieten van de laatste momenten was dus geboden, maar waarvan? Van het snikkende geluid van mijn zusje – dat zo jong was en eigenlijk niet doorhad wat er allemaal gebeurde, maar het toch vreselijk vond? Of van de herrie van de paniekerige mensen op straat?

Wat mij opvalt % en vooral de laatste tijd- is dat er soms heel makkelijk gepraat wordt over oorlog. Oorlog is nu een verkiezingsitem geworden. En dat geeft mij het gevoel dat toch niet iedereen goed weet wat een oorlog is en wat de woeste werkelijkheid daarvan inhoudt. Oorlog is geen feel good movie die met de terugkeer van de zegevierende helden naar eigen land eindigt, zoals Hollywood ons wil doen geloven. Oorlog is geen glitter en glamour en ook geen gave spectaculaire straaljagers. Oorlog is geen computergame waarna je op de escape drukt om alles ongedaan te maken.

Oorlog is de bittere smaak van de lege plaats van je klasgenoot, omdat hij in plaats van achter de banken ergens onder het puin ligt. Oorlog is dat je vader misschien nooit meer thuis komt. Oorlog is iedere keer dat de sirene gaat opgescheept zitten met het rotgevoel dat je misschien de volgende bent. Oorlog is de overburen onder het puin vandaan zien halen en beseffen dat zij niet meer ademen. Oorlog is wachtende moeders die hun kinderen nooit meer terug zien komen. En laten we niet vergeten dat na iedere oorlog de wederopbouw tientallen jaren duurt,- ik denk dat Nederlanders die de jaren vijftig en zestig hebben meegemaakt dat kunnen beamen.

Telkens als ik het afschuwelijke woord oorlog hoor, gaat er een koude rilling door mijn lichaam en hoor ik (nog steeds) het geluid van de dood. Laten we eerst twee tellen stilstaan en over de gevolgen nadenken, voordat we het huiveringwekkende woord in de mond nemen.

Behnam Taebi studeert materiaalkunde aan de TU Delft en is fractievoorzitter van de SP in de gemeenteraad van Delft.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.