Het nieuwe boek van Bas Haring en Ionica Smeets is een bonte bloemlezing van wetenschapsfragmenten.
En dus greep beveiligingspersoneel een 19-jarige Hagenaar toch maar in de kraag toen hij rond half vier een jas meepikte uit de garderobe van de Delftsche Studenten Bond aan de Oude Delft. Hij werd daarop overgedragen aan de politie die hem een proces verbaal gaf.
De inspiratie, zo schrijft Haring in de inleiding, was ‘The Faber Book of Science’ (Faber & Faber, Londen, 1995). Dat boek is een vijfhonderd pagina dikke compilatie van fragmenten waarin grote geesten zelf schrijven over wetenschap. Vesalius over anatomie, Richard Feynman over de atoombom, Vladimir Nabokov over Russische vlinders en Neil Armstrong over de maan. Dat soort monumenten.
In ‘Vallende kwartjes’ van Haring en Smeets gaat het er, zoals de titel al aangeeft, iets luchtiger aan toe. De Leidse hoogleraar publiek begrip van wetenschap heeft samen met ‘wiskundemeisje’ Ionica Smeets gezocht naar korte fragmenten waarin iets wetenschappelijks op een heldere of originele manier wordt uitgelegd zodat ‘het kwartje valt’. Ze hebben daarvoor bij voorkeur naar Nederlands materiaal gezocht omdat ‘ook in Nederland goed geschreven wordt over wetenschap’. Zo zijn er mooie stukken te vinden van Martijn van Calmthout (Volkskrant) die uitlegt waarom licht afbuigt in een zwaartekrachtveld, van Douwe Draaisma, Margriet van der Heijden (NRC) en Govert Schilling. Maar ook vertaalde auteurs komen er in voor zoals Edward Wilson (de mierenman), James Watson (ontdekker van de DNA-structuur), Erwin Schrödinger en James Gleick (auteur van ‘Chaos’).
De stukken zijn niet op onderwerp gerangschikt, maar op vorm zoals Analogieën, Grappig, Gedachte-experimenten, Misverstanden rechtzetten en Rafelrandjes.
Even wat voorbeelden. Een fragment van James Edward Gordon uit het boek ‘Structures’ waarin hij uitlegt hoe Romeinen lichter leerden bouwen. ‘De antieke wereld kende een omvangrijke en wijdverbreide handel in wijn, die in kruiken vervoerd werd. Deze grote aardewerken omhulsels konden niet teruggestuurd worden en hoopten zich op in ontstellende hoeveelheden. De voor de hand liggende oplossing was ze in beton opnemen. Veel gebouwen uit de laat-Romeinse tijd zijn op die manier opgetrokken. Er wordt vooral van vroeg-Byzantijnse kerken in Ravenna gezegd dat ze voor een groot deel bestaan uit wegwerpverpakkingen.’
In de categorie Afwijkende vormen, een lievelingsrubriek van Smeets, citeert ze wetenschappers die op een altijd hilarische IgNobel-bijeenkomst in 24 seconden en in zeven woorden (‘24/7’) moeten uitleggen wat ze eigenlijk bedoelen. MIT-bioloog Eric Lander vat dan tien jaar studie van het menselijk genoom samen als ‘Genoom: boek gekocht, niet door te komen’.
Dat geldt in elk geval niet voor ‘Vallende kwartjes’. Het leest heel makkelijk en afwisselend, hoewel ik me ook snel erger aan de kleuterstijl van Haring. (‘Wetenschap is ook geploeter. In laboratoria en met stofjassen.’) Voor wetenschappelijke bloemlezingen die iets meer van de lezer eisen is ‘Faber Book of Science’ nog steeds onovertroffen, of de jaarlijkse reeks ‘Best American Science and Nature Writing’ (dit jaar geredigeerd door Freeman Dyson). Niettemin is ‘Vallende kwartjes’ een prachtig boekje voor de feestdagen.
Ionica Smeets en Bas Haring, ‘Vallende kwartjes, Een slimme selectie van leesbare wetenschap’, Nijgh en Van Ditmar, 192 bladzijden, 14,95 euro.
Smaakt dit naar meer? De besproken boeken zijn te vinden op de leestafel in de bibliotheek.
Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?
j.w.wassink@tudelft.nl
Comments are closed.