Seksueel grensoverschrijdend gedrag komt vaker voor dan universiteiten en hogescholen doorhebben, waarschuwt regeringscommissaris Mariëtte Hamer. Ze bepleit seksuele voorlichting voor eerstejaars studenten. “Want die beginnen met experimenteren.”
Voor een nieuw advies aan het kabinet sprak Mariëtte Hamer met slachtoffers en plegers van seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld in het hoger onderwijs. Ook sprak ze met studenten, deskundigen en vertegenwoordigers van hogescholen en universiteiten.
Hamer is de regeringscommissaris seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld, die het kabinet sinds 2022 adviseert. Aanleiding waren de onthullingen over tv-programma The Voice of Holland.
Te weinig meldingen
In haar woensdag verschenen advies zet ze de problemen in het hoger onderwijs op een rij. Er zijn eigenlijk maar weinig formele meldingen (300 in het jaar 2022) en dat strookt volgens haar niet met de werkelijkheid. Ze spreekt van een ‘zorgwekkend verschil tussen het aantal meldingen en de (geschatte) daadwerkelijke hoeveelheid incidenten’.
Ditzelfde beeld kwam naar voren uit een enquête van Delta in 2022. Van de studenten die tegen hun wil (orale) seks hadden, meldde meer dan 80 procent dit niet bij een vertrouwenspersoon, studieadviseur, docent of andere medewerker van de universiteit. Bij de andere vormen van seksueel grensoverschrijdend gedrag ligt dit percentage nog hoger: 95 procent.
Helft van jonge vrouwen
Zoals het in de brief aan het kabinet staat: “De helft van de vrouwen tussen de 18 en 24 jaar maakte in het voorgaande jaar een vorm van seksueel grensoverschrijdend gedrag mee.”
Dat gebeurt meestal buiten de muren van de hogeschool of universiteit, maar toch ook geregeld erbinnen. Of de daders zijn studiegenoten, zodat de kwestie toch ook aan de instelling zelf speelt.
‘We zijn veel tijd kwijt aan het rechttrekken van problemen die voorkomen kunnen worden’
Tegen Delta zeiden twee op de drie studenten weleens seksueel grensoverschrijdende ervaringen te hebben gehad sinds ze aan de TU Delft studeerden. Bij een derde van die studenten was dat met iemand die aan de universiteit verbonden was, meestal als student, maar in een paar gevallen ook als docent.
Procedureel en juridisch
Na meldingen van seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld wordt er vaak nogal procedureel en juridisch gereageerd en is de nazorg voor slachtoffers ‘minimaal of afwezig’, schrijft Hamer. Daardoor doen de klachtenprocedures soms meer kwaad dan goed voor de slachtoffers.
Bovendien vergroten allerlei omstandigheden het risico op problemen, zoals de sterke hiërarchie, één op één werksituaties, onzekerheid door tijdelijke contracten, hoge werkdruk en felle competitie. Aan de universiteiten hebben met name promovendi en postdocs daar last van, stelt Hamer vast.
Training, zorgplicht
Haar aanbevelingen komen neer op training, bewustwording, supervisie, zorgplicht, gesprekken en risicoanalyses om tot een cultuuromslag te komen. Het onderwerp ‘relationele en seksuele vorming’ zou een vaste plek moeten krijgen in het curriculum van alle opleidingen. En de positie van promovendi en postdocs moet versterkt worden.
‘Er zijn al veel initiatieven die opleidingen zo van elkaar kunnen overnemen’
Hoeveel tijd zouden zulke lessen, gesprekken en supervisie in beslag moeten nemen? Dat is niet de kern, zegt Hamer in een toelichting. “We zijn nu ook veel tijd kwijt aan het rechttrekken van problemen die voorkomen kunnen worden. De instellingen verliezen zelfs talent als het verkeerd gaat; denk aan promovendi die teleurgesteld de wetenschap verlaten.”
Cultuuromslag
Seksuele voorlichting kun je in het eerste jaar geven, zegt Hamer. “Want dan beginnen studenten met experimenteren. Hun eigen vorming is volop in ontwikkeling. De voorbereiding van dat onderwijs hoeft maar weinig tijd te kosten: er zijn al veel initiatieven die opleidingen zo van elkaar kunnen overnemen.”
Natuurlijk kost zo’n cultuuromslag in het begin meer tijd, zegt Hamer. “En als je eenmaal hebt besproken hoe je met elkaar om zou moeten gaan, dan moet het in het DNA zitten. Dan kom je er steeds op terug en kijk je of het nog goed gaat.”
Uiteindelijk moet het een gewoonte worden om op een goede manier met elkaar samen te werken, vindt Hamer. Dan kost het ook geen tijd meer; dan is het gewoon niet meer acceptabel om bepaalde vervelende opmerkingen te maken of iemand te kleineren.
Klachtenprocedures
En de klachtenprocedures? Universiteiten en hogescholen moeten niet denken dat ze er al zijn als ze een procedure hebben ingericht, zegt Hamer. “De nazorg is echt belangrijk. Je moet zorgen dat meldprocedures bevorderend werken voor de cultuuromslag, en niet demotiverend.”
Inmiddels is het kabinet dat haar functie in het leven heeft geroepen gevallen. Hoe kijkt ze aan tegen de politieke veranderingen? Hamer verwacht dat de strijd tegen seksueel grensoverschrijdend gedrag er niet onder zal lijden. “Dit onderwerp is niet aan een politieke stroming gebonden. Niemand wil deze problemen wegwuiven.”
- Het Centrum voor Seksueel Geweld biedt hulp aan iedereen die een ongewenste seksuele ervaring heeft meegemaakt. Je kunt gratis en anoniem chatten of bellen met 0800-0188.
- De universiteit heeft vertrouwenspersonen voor medewerkers en studenten waar je ongewenst gedrag kunt melden. Zij luisteren naar je verhaal en kunnen je helpen en doorverwijzen. Daarnaast is er een klachtenregeling ongewenst gedrag (zie hoofdstuk 10).
Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?
redactie@hogeronderwijspersbureau.nl
Comments are closed.