Je broer Rik is geselecteerd voor de vierzonder en zowel je vader als moeder hadden Olympisch roeisucces. Is roeien er met de paplepel ingegoten?
“Nee, helemaal niet! Ik was wel op de hoogte van de successen van mijn ouders (vader Nico Rienks won in 1988 en 1996 goud en moeder Harriet van Ettekoven in 1984 brons op de Spelen, red.), maar was zelf niet geïnteresseerd in de sport. Sterker nog, als mijn broer en ik meegingen naar de roeivereniging dan waren wij daar aan het surfen of vissen.
Ik heb lang op hoog niveau tennis gespeeld en vond voetbal ook erg leuk. Op het moment dat ik me realiseerde dat ik met tennis de top niet ging halen, besloot ik het roeien een kans te geven. Op mijn zeventiende roeide ik mijn eerste wedstrijd en binnen een jaar was ik wereldkampioen. Toen ik naar Delft ging voor mijn studie werd ik lid van Laga. Daar heb ik het even wat rustiger aan gedaan en het leuk gehad op de vereniging. Langzamerhand werd het weer serieuzer en nu ga ik naar de Spelen.”
Je leek lange tijd in de vierzonder – met onder andere je broer Rik – op weg naar Parijs. Nu heb je een plek in de Holland Acht. Wat is er gebeurd?
“Roeien heeft veel te maken met waar de kansen als land liggen. De afgelopen jaren dachten wij als land een goede kans te maken in de vierzonder. Na het afgelopen wereldkampioenschap in Belgrado werd echter duidelijk dat wij als land het meeste kans maken in de 8+. We hebben een grote groep met gelijkwaardige roeiers, de coaches zijn goed ingespeeld op de 8+ en andere landen hebben goede vierzonders. Dus na het WK hebben we afgelopen winter voor het eerst geprobeerd een zo goed mogelijke 8+ te maken en daar zit ik gelukkig bij.”
‘Ik vind het enorm vet om samen met andere roeiers hetzelfde doel te hebben: de beste van de wereld willen zijn.’
Hoe is het om niet meer samen met je broer in een boot te zitten?
“Gelukkig trekken alle teams veel met elkaar op, dus in dat opzicht mis ik hem niet. Maar ik had het wel heel graag samen met hem in Parijs van start willen gaan.”
Dit zijn jouw eerste Spelen, wat verwacht je ervan?
“Ik verwacht dat het veel lijkt op een WK roeien. Dat komt deels omdat we niet in het Olympisch dorp verblijven, maar op een locatie bij de roeibaan iets buiten de stad. Ook de voorbereiding zal niet anders zijn. Ik verwacht wel meer toeschouwers en merk nu al dat er meer media-aandacht is dan normaal.”
Hoe schat je jullie medaillekansen in?
“Een medaille is zeker mogelijk. Vorig jaar hebben we zilver gehaald op het Europees kampioenschap en zaten we erg dicht op goud. Onze directe concurrenten zijn de Britten: zij zijn ongeslagen.”
Hoe ziet jouw studie- en sportleven eruit en hoe combineer je die twee?
“Ik ben in 2021 aan mijn master begonnen en haal zo’n twintig tot dertig punten per jaar. Dit half jaar heb ik mijn studie op pauze gezet zodat ik me volledig kan richten op de Spelen. Na de zomer wil ik afstuderen en zet ik het roeien tijdelijk op een lager pitje.”
Wat zijn jouw belangrijkste drijfveren, waar haal jij de motivatie vandaan om alles te geven voor de sport?
“Ik vind het enorm vet om samen met andere roeiers hetzelfde doel te hebben: de beste van de wereld willen zijn. Daarnaast komen we op zoveel mooie plekken. Op dit moment zijn we bijvoorbeeld op hoogtestage in de Alpen, daar trainen we boven op een berg. Dat doe ik toch veel liever dan dat ik achter een computerscherm zit.”
Comments are closed.