Column: Jenna Pfeifer

De waarheid liegen

Waarheid en leugen staan niet altijd tegenover elkaar, denkt Jenna Pfeifer. Een leugentje om bestwil is een aanvaardbaar sociaal smeermiddel, een ruimte tussen eerlijkheid en compassie.

Jenna Pfeifer zit met opgetrokken benen buiten op een bankje, Ze poseert voor de foto

(Foto: Sam Rentmeester)

Ik heb altijd geprobeerd aardig te zijn, maar ook eerlijk – voornemens die me soms in twee verschillende richtingen trekken. Als kind vertelde ik vaak kleine leugentjes om bestwil om de gevoelens van anderen niet te kwetsen. Ze begonnen meestal met: “Mijn moeder zei dat ik niet kan omdat…” Destijds leken mijn kleine verzinsels onschuldig, bijna functioneel.

Jaren later stuitte ik op Sam Harris’ opvatting dat zelfs leugentjes om bestwil verkeerd zijn, omdat ze een vals beeld van de werkelijkheid creëren. ‘Het is zowel een gebrek aan begrip als een onwil om begrepen te worden’, schrijft hij. Door te liegen geven we een verkeerde voorstelling van onze overtuigingen en ontzeggen we anderen een juist beeld van de wereld, waardoor we hun toekomstige beslissingen beïnvloeden.

Zijn punt raakte me diep tijdens mijn studietijd, toen een van mijn leugentjes uitgroeide tot iets groots. Ik zei tegen een vriendin dat ik met haar wilde samenwonen, hoewel ik wist dat we totaal niet bij elkaar zouden passen. Maanden later moest ik die leugen terugnemen, en daarmee brak ik haar hart. Hier stelde aardig zijn het lijden alleen maar uit.

Dus, is misleiding inherent immoreel? Of is het zo nu en dan onderdeel van hoe we omgaan met complexiteit? Het antwoord hangt af van de context, en van het soort waarheid dat op het spel staat. In intieme relaties kunnen leugens het vertrouwen aantasten, kleine scheurtjes openen die uitgroeien tot kloven. Maar in andere domeinen – kunst, verhalen, cultuur – kan misleiding acceptabel zijn, zelfs essentieel.

Ook in de natuur is misleiding cruciaal voor overleving

Tijdens een recente lezing in Utrecht verkende romanschrijver en dichter Ocean Vuong de nuances van misleiding in literatuur. Hij suggereerde dat proza zelf een vorm van heilzame verhulling kan zijn; waarom zou elk woord zomaar moeten worden overhandigd om gemakkelijk geconsumeerd te worden? Ook in de natuur is misleiding cruciaal voor overleving: de kameleon leeft door te doen alsof hij iets anders is; een moeder kan stelen om haar jongen te voeden.

In menselijke samenlevingen kan misleiding fungeren als sociaal smeermiddel. Een vriend van mij, geboren in Engeland maar al lang woonachtig in Nederland, vertelde me eens over een diner waar iemand hem vroeg wat hij van het dessert vond. Hij antwoordde: ‘Het is oké, niet mijn favoriet’, en grapte dat dit bewees dat hij Nederlands was geworden. In Engeland zou hij misschien beleefd ‘Heerlijk!’ hebben gezegd, zelfs als hij het vreselijk vond. Ik respecteer de Nederlandse directheid, maar in Engeland, en in mijn geboorteland Zuid-Afrika, heeft beleefdheid ook waarde. Mensen leren de toon, houding en wat buiten de taal blijft te interpreteren. Daar leeft een ander soort waarheid, in de ruimte ertussen.

De Japanners noemen dit concept van negatieve ruimte 間 (ma). Ma gaat niet over misleiding, maar over de interval, de stilte tussen dingen. Het is belichaamd in de kunstvormen die ik liefheb: verhalen en gedichten met weinig actie of plot. In Perfect Days, geregisseerd door Wim Wenders, volgen we Hirayama, een schoonmaker van openbare toiletten in Tokio, tijdens zijn dagelijkse rituelen. Er gebeurt bijna niets; in plaats daarvan bewegen we mee met zijn ervaring, zien we wat hij ziet, voelen we wat hij voelt. Hier zijn vragen over goed en fout, waarheid en leugen, onbelangrijk.

Ma is ook hoe ik mijn moeder noem – de naam die ik keer op keer gebruikte voor mijn kinderlijke leugentjes. Op een bepaalde manier voelt dat passend. Net zoals ma verwijst naar de ruimte tussen dingen, gaf mijn moeder me ruimte om rond de waarheid te bewegen. Ze respecteerde mijn keuze om leugentjes om bestwil te vertellen wanneer ik dat nodig had, maar ze kon zelf niet tegen mij liegen – zoals op de dag dat ze me vertelde dat feeën niet echt bestaan. Het was een kleine waarheid die een mooie illusie verbrak, een moment dat me liet zien dat eerlijkheid zowel teder als verwoestend kan zijn.

Vroeger dacht ik dat waarheid en leugen tegenover elkaar stonden, als morele polen. Nu denk ik dat veel van het leven zich ergens daartussen afspeelt. Die ruimte, de ma tussen eerlijkheid en compassie, is waar ik hoop te verblijven.

Jenna Pfeifer is promovendus in de biomechanica en cognitieve robotica aan de faculteit Werktuigbouwkunde. Haar onderzoek richt zich op de effecten van technologie op eenzaamheid onder jongeren. Jenna schrijft om de wereld beter te begrijpen door te proberen twee perspectieven samen te voegen: het wetenschappelijke en het poëtische.

Columnist Jenna Pfeifer

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

J.Pfeifer@tudelft.nl

Comments are closed.