Campus

‘De rol van Hamas in het leed van de Joden én de Palestijnen wordt niet eens genoemd’

Onder studenten en medewerkers bestaat veel openlijke solidariteit met de Palestijnen. Delta sprak een Joodse student en een Joodse onderzoeker over wat dat met hen doet.

(Foto: David Holifield/Unsplash)

Een petitie voor het opschorten van wetenschappelijke samenwerking met Israëlische instellingen en partners die direct of indirect militaire acties zouden steunen. Een zogenoemde teach-in waar het onrecht in Gaza werd besproken waar de terreur van Hamas onbesproken bleef: op de TU leidt de oorlog tussen Israël en Hamas tot solidariteitsbetuigingen met de Palestijnen.

Maar op de campus werken en studeren ook Joodse medewerkers en studenten. Hoe kijken zij naar wat er op de TU gebeurt en hoe het universiteitsbestuur daarmee omgaat? Delta sprak hierover met een Joodse medewerker en een Joodse student.

Onveilig
Beiden willen anoniem blijven. Die beslissing raakt de medewerker – we noemen haar Maya – diep. “Er is zoveel haat tegen Israëliërs en Joden te zien in gewelddadige betogingen in Nederland en in de wereld op dit moment dat ik me niet veilig voel om me in het openbaar uit te spreken”, vertelt ze geëmotioneerd. “Dit vind ik het moeilijkste van alles: ik wil juist openlijk praten, maar ik durf het niet. Het is voor het eerst in mijn leven dat ik me zo voel. Ik sta voor wat ik wil zeggen, maar ik heb familie om aan te denken.”

De student – we noemen hem Jechezkel, zijn Joodse naam – twijfelde over anonimiteit. Zijn ouders gaven de doorslag. “Zij zeiden dat ik moet oppassen dat ik niet een soort woordvoerder van de Joden word, want wat ik zeg is alleen mijn persoonlijke mening.” Gevoelens van onveiligheid heeft hij nu bovendien niet en dat wil hij zo houden. “Als mijn naam en foto op internet zouden staan, lijkt me dat toch onveilig.”

‘Raadpleeg meerdere bronnen’

Jechezkel is bachelorstudent. Zijn vrienden weten dat hij Joods is. Toch zijn de Hamas-aanslag van 7 oktober en de oorlog in Gaza geen onderwerp van gesprek. “Het conflict speelt natuurlijk al langer en eerder heb ik het daar wel eens over gehad met een vriend. Het was duidelijk dat hij meer aan de kant van de Palestijnen stond en ik aan die van Israël.”

Eenzijdig
Sindsdien gaat Jechezkel het onderwerp uit de weg en beginnen anderen er ook niet over. Hij laat het zo. “Ik ben bang dat het anders vriendschappen kapot kan maken. Dat wil ik niet. Ik heb geen familie in Israël, dat scheelt ook in hoe emotioneel ik erin sta. Ik ben er niet de hele tijd mee bezig.”

Wat niet wil zeggen dat hij zich niet soms boos maakt. Dat gebeurde tijdens de eerdergenoemde teach-in op de campus. Hij ging erheen om geïnformeerd te blijven, maar ook in de hoop dat hij zijn vermoeden zou kunnen ontkrachten dat de insteek eenzijdig zou zijn. “Het evenement werd verkocht als objectieve teach-in, maar ik heb alleen sprekers gehoord die de kant van de Palestijnen belichtten. Waarom waren er geen sprekers vanuit het Joodse of Israëlische perspectief? Ik vond dat heel teleurstellend en ik voelde me machteloos.”

Jeckezkel zegt te hopen op een ‘snel einde aan het bloedvergieten aan beide kanten’. En hij hoopt dat de TU intussen neutraal blijft. Niet door het onderwerp uit de weg te gaan, maar door een evenwichtig gesprek mogelijk te maken. “Ik zou studenten en medewerkers willen stimuleren om zelf onderzoek te doen, meerdere bronnen te raadplegen, andere perspectieven te horen en echt kritisch na te denken.” Hij vermoedt dat veel mensen dat ook willen. “Bij de teach-in zag ik studenten zitten die aantekeningen maakten, die echt iets wilden opsteken. Alleen, wat ze hoorden, was niet het hele verhaal. En toen iemand daar wat van zei, riepen anderen ‘Free Palestine’.”

‘De petitie is zo eenzijdig geformuleerd’

Dat was het moment dat Maya boos en verdrietig de zaal verliet. Ook zij was komen luisteren, in de hoop, vertelt ze, op een dialoog. Als ze er een aantal weken later over vertelt, komen de bijbehorende emoties weer boven. Tot dat moment voelde ze zich veilig op de TU, vertelt zij, daarna niet meer.

Afstand nemen van Hamas
Ze kwam in 2007 naar Nederland voor haar bachelor. Haar moeder is Nederlands, al moest ze de taal nog wel leren toen ze vanuit Israël hiernaartoe kwam. Die spreekt ze nu vloeiend. Ze studeerde, promoveerde, zat een paar jaar in het buitenland voor een postdoc en is sinds drie jaar universitair docent op de TU. “Ik heb tijdens mijn studie en werk vriendschappen gesloten met mensen uit bijvoorbeeld Iran en Libanon, iets wat nooit was gebeurd als ik in Israël was blijven wonen. Ik vind dat heel fijn. We waren bezig met wetenschap, we leerden kritisch denken, politiek speelde geen rol.”

Dat bleef in eerste instantie zo na 7 oktober. Collega’s vroegen haar hoe het met haar familie in Israël was, leefden mee. Maar toen ze de petitie las en zag wie die hadden ondertekend, veranderde er iets. “Ik voelde de pijn fysiek, in mijn buik. De petitie is zo eenzijdig geformuleerd. Het was al heel anders geweest als ze afstand hadden genomen van Hamas. De mensen die de petitie hebben geschreven, zeggen wel dat de gegijzelden moeten worden vrijgelaten, maar verder gaat het alleen over de Palestijnen. Ik maak me over hen ook heel veel zorgen, maar de rol van Hamas in het leed van de Joden én van de Palestijnen wordt niet eens genoemd.”

Dialoog
Voor Maya is dat moeilijk te verkroppen. Ze vertelt dat ze opgroeide met zelfmoordaanslagen in bussen, dat ze mensen kende die daarbij zijn vermoord, dat haar ene zus vriendinnen heeft die betrokken waren bij de aanslagen van 7 oktober, dat haar andere zus is opgeroepen voor het leger. “Om de context van de gruwelijke aanslag van 7 oktober niet eens te benoemen is een onrecht.” Toen Maya daar tijdens de teach-in iets van zei, maar weinig ruimte kreeg, verliet ze huilend de zaal. “Het ging niet meer. Ik werd te emotioneel en voelde me niet welkom.”

Toch wil ze juist niet weglopen voor de dialoog, vertelt Maya. Ze stuurde een bericht aan het college van bestuur en ging in gesprek met de diversity officer van haar faculteit. Waar ze op hoopt? “Bijvoorbeeld een gesprek met de organisatoren, of een discussietafel waar meerdere kanten worden belicht. Het is voor mij belangrijk dat we juist wel het gesprek voeren. We kunnen dit niet negeren. Ik begrijp dat individuele mensen deze bijeenkomsten organiseren, maar dat gebeurt wel op de campus. Daarom vind ik dat het college van bestuur mag eisen dat bijeenkomsten evenwichtig zijn.”

Hoofdredacteur Saskia Bonger

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

s.m.bonger@tudelft.nl

Comments are closed.