Morgen is de grote nationale onderwijsstaking. Ik ben erbij. Autoreply aan, boterham in de rugzak, op naar het Malieveld. Wie gaat er mee?
Ik vermoed dat er vanuit Delft geen treinen vol die kant op zullen gaan. Ik heb geen posters gezien, en ik hoor er bijna niemand over praten. Alleen hier en daar een korte opmerking, of een vraag in de afdelingsvergadering of je nu echt je tentamen moet verzetten als dat op de 15e ingeroosterd is.
Zelf heb ik ook maar weinig aan propaganda gedaan, of het met collega’s besproken. Deels natuurlijk omdat ik het net als iedereen al druk genoeg heb, maar ook omdat ik eigenlijk niet goed kan uitleggen waar ik dan precies voor of tegen ga demonstreren morgen.
Meer geld? Dit kabinet bezuinigt wéér op hoger onderwijs. Bizar. Dus ja, meer geld. Maar hoeveel dan, hoe, en voor wie? Geen idee. Ik heb weinig kaas gegeten van de details van ons onderwijsstelsel. Ik zou je niet kunnen vertellen hoe de financiering van universiteiten nu precies geregeld is. Maar ik weet wel dat er iets mis is.
Want waar ik wél verstand van heb is onderwijs. Ik weet dat projectgroepen van meer dan vijf studenten eigenlijk didactisch onverantwoord zijn. Maar de studentenaantallen in de bachelor dwingen ons om toch flink over die grens te gaan. En de grote instroom in de master zorgt er in mijn afdeling bijvoorbeeld voor dat een traditie van onderzoekers die in overleg met studenten samen afstudeerprojecten definiëren, onder druk staat. Er zit een grens aan het aantal masterstudenten waarmee we kunnen omgaan alsof het al bijna collega’s zijn. Ook die grens gaan we over.
Reden genoeg om ons even lekker boos te gaan maken
Over het circus van projecten en aanvragen voor onderzoeksgeld kan ik minder stellig zijn. Ik ben zelf geen onderzoeker. Ik hoef geen beurzen aan te vragen of mijn h-index op te krikken. Maar ik hoor wel de gesprekken in de wandelgangen. En die gaan naar mijn smaak zó vaak over potten waar misschien nog geld in zit, hoe je een voorstel handig opschrijft, of de nutteloosheid van bepaalde grote onderzoekssamenwerkingen, dat ik me sterk afvraag of dat allemaal niet eerder in de weg zit van goede en maatschappelijk waardevolle wetenschap, dan dat het dit stimuleert.
Waar ik in ieder geval zeker van ben is dat de werkdruk en het werken van project naar project voor de staf, gecombineerd met stress over het bsa, groeiende schulden, en frustratie over steeds massaler onderwijs bij studenten, een sfeer oplevert die weinig academisch is. Één gevolg is in ieder geval dat er weinig tijd is om elkaar regelmatig met enige diepgang over dit soort dingen te spreken.
Dus, wie gaat er mee? Er is reden genoeg, voor staf én voor studenten, om ons eens even lekker boos te gaan staan maken. En dan hebben we meteen een keer de tijd om elkaar, onder het genot van een traditioneel kopje lauwe vakbondskoffie, eens uitgebreid te spreken over hoe het dan wél zou moeten.
Bob van Vliet is docent op de faculteit 3mE, na eerder bij Industrieel Ontwerpen en Bouwkunde les te hebben gegeven.
- Meer weten over de onderwijsstaking morgen? Klik hier.
- Want to know more about the Dutch student union? Click here
Bob van Vliet / Columnist
Comments are closed.