Customize Consent Preferences

We use cookies to help you navigate efficiently and perform certain functions. You will find detailed information about all cookies under each consent category below.

The cookies that are categorized as "Necessary" are stored on your browser as they are essential for enabling the basic functionalities of the site. ... 

Always Active

Necessary cookies are required to enable the basic features of this site, such as providing secure log-in or adjusting your consent preferences. These cookies do not store any personally identifiable data.

No cookies to display.

Functional cookies help perform certain functionalities like sharing the content of the website on social media platforms, collecting feedback, and other third-party features.

No cookies to display.

Analytical cookies are used to understand how visitors interact with the website. These cookies help provide information on metrics such as the number of visitors, bounce rate, traffic source, etc.

No cookies to display.

Performance cookies are used to understand and analyze the key performance indexes of the website which helps in delivering a better user experience for the visitors.

No cookies to display.

Advertisement cookies are used to provide visitors with customized advertisements based on the pages you visited previously and to analyze the effectiveness of the ad campaigns.

No cookies to display.

Opinie

[Column] Film de cijfer vergadering

De manier waarop docenten de cijfers voor een groot ontwerpvak bepalen is elk jaar een recept voor een fantastische sessie. Wat als we dat filmen en online zetten?

(Photo: Sam Rentmeester)

Het was laatst weer tijd voor mijn favoriete vergadering van het jaar. Een groot ontwerpvak met 24 groepen levert onvermijdelijk ook de bijbehorende stapel van 24 verslagen op. De manier waarop we de cijfers daarvoor bepalen is elk jaar weer een recept voor een fantastische sessie.


Van tevoren beoordelen de hoofddocent van het vak en ik onafhankelijk van elkaar ál die verslagen. Vijf anderen bestuderen elk een deel van de projecten in meer detail. Daarna sluiten we onszelf een ochtend op, en moeten we het met zijn allen eens zien te worden over de cijfers.


Feest. Altijd zitten er een paar projecten tussen waarvan de één zegt, ‘Oja, deze. Maximaal een 6,5.’ en dat ik dan roep ‘Wat?! Daar had ik een 9 bij staan!’ En andersom natuurlijk. Iedereen kijkt naar dezelfde, netjes van tevoren bepaalde beoordelingscriteria. Maar dat werkt dus niet.


‘Lekker ruziën over mechanismen, materialen, en leerresultaten’


Uiteindelijk komen we er toch altijd uit. Door het kwartetten met verslagen worden we gedwongen om onze onbewuste stokpaardjes expliciet te maken; doordat er meerdere mensen naar gekeken hebben, komt het meestal wel op tafel als we in de haast iets verkeerd begrepen hebben, of iets hebben gemist dat in de bijlage verstopt blijkt te zitten; en doordat we al die verslagen op volgorde van kwaliteit naast elkaar leggen, ontkomen we er niet aan om helder te omschrijven wanneer iets het niveau van een 7 ontstijgt, of wat nu precies de criteria voor het uitdelen van een 9 zijn.


Dat maakt het een vermakelijke ochtend. Lekker ruziën over mechanismen, materialen, en leerresultaten. Maar na afloop vind ik het ook altijd frustrerend. Want het gros van dat alles gaat natuurlijk verloren in het opstellen van de korte stukjes geschreven feedback die we samen met de cijfers online zetten. En dat is alles dat de studenten ervan meekrijgen. Terwijl juist al die verschillende oordelen over hun werk, de argumenten daarvoor, en de discussie erover, fantastische feedback zouden zijn.


Wat als we die sessie gewoon filmen en dát online zetten, vraag ik me elk jaar af.


In plaats van één platgeslagen eindoordeel in de vorm van een cijfer, met relatief los daarvan een rijtje plus- en minpunten, zouden we studenten zo een veel rijker beeld geven van wat er wel en niet overtuigend was in hun werk, en waarom. We zouden ze laten zien hoe ingenieurs een ontwerpvoorstel beoordelen. Welk soort bewijs verwachten we te zien bij welk soort claims? En als we kritiek hebben, hoe zouden wíj het dan aangepakt hebben? Wat hadden ze dan wél moeten doen?


‘Betere feedback, dus beter onderwijs’


Hetzelfde idee lijkt me toepasbaar bij elke jurysessie waar we verslagen of presentaties vergelijken en beoordelen. Betere feedback, dus beter onderwijs. Minder schijnobjectiviteit. En, niet onbelangrijk, minder werk!


Als ik dit opgooi is de reactie vaak een beetje lacherig. Want dit kan natuurlijk niet. Waarom snap ik niet helemaal. Ik vermoed dat het een soort vrees is om te laten zien hoe de worst gemaakt wordt. En omdat die verdomde cijfers altijd boven elke twijfel verheven moeten zijn. Weer een reden om die dingen in de ban te doen.


Bob van Vliet is docent op de faculteit 3mE, na eerder bij Industrieel Ontwerpen en Bouwkunde les te hebben gegeven.


Bob van Vliet / Columnist

Columnist Bob van Vliet

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

B.vanVliet@tudelft.nl

Comments are closed.